LODEWIJK NAPOLEON OP REIS
DOOR ZEELAND
Hans van den Eeden
In 2009 herdacht zeeland drie markante gebeur
tenissen die tweehonderd jaar geleden plaatsvon
den. Bij al deze gebeurtenissen werd aandacht
aan Lodewijk Napoleon, de eerste koning van
Holland besteed. Op de eerste plaats werd stilge
staan bij de inspectiereis die Lodewijk Napoleon
door Zeeland in het voorjaar van 1809 maakte.
Tevens werd het tweehonderd jarig bestaan van
de Wilhelminapolder, voorheen Lodewijkspolder,
herdacht. Spectaculair waren de herdenkingen
van de invasie van de Engelsen in Zeeland. Als
Lodewijk meer energie in een betere kustverdedi
ging had gestopt dan had deze invasie waar
schijnlijk nooit plaatsgevonden. Dit artikel gaat in
op de inspectiereis die Lodewijk Napoleon van
4 mei tot en met 17 mei in 1809 door Zeeland
maakte. Het recent uitgekomen boek "Leve de
Koning, Lodewijk Napoleon op reis door Brabant
en zeeland" vormt een gedetailleerde reconstruc
tie van deze reis. Het boek is voorzien van fraai
historisch beeldmateriaal dat afkomstig is van het
Zeeuws Archief. Het toegankelijke boek staat vol
van spraakmakende anekdotes.
Van Louis naar Lodewijk
In 1806 benoemde de Keizer zijn 27 jarige jongste
broer Louis tot de eerste koning van Holland.
Louis trouwde met Hortense de Beauharnais, de
stiefdochter van de keizer. In de sfeer van inbur
gering veranderde Louis zijn naam in Lodewijk.
Ook deed hij zijn best om Nederlands te leren.
Bekend is zijn vermeende uitspraak "leek ben
Konijn van Olland". Lodewijk was na Willem V een
verademing. Hij was erg begaan met de bevolking
en was een echte "polderaar". Vast staat dat
Lodewijk Napoleon met zijn bestuursstijl een dui
delijke wegbereider is geweest voor de Oranjes.
Lodewijk wilde zijn koninkrijk niet uitsluitend van
achter zijn bureau of de vergadertafel regeren.
Binnen dit perspectief moet ook de inspectiereis
in Zeeland worden gezien. De reis van de koning
werd gemaakt in een gele reiskoets die getrokken
werd door zes paarden. In zijn gezelschap bevon
den zich ministers, staatssecretarissen, lijfartsen,
kwartiermakers, paardenverzorgers en een
regiment Huzaren. Ook bevond landdrost mr.
A. van Dooren zich in het gezelschap, in verband
met de infrastructuur werd ook gebruik gemaakt
van jachten. Tijdens de reis ging de koning niet eer
der naar bed voordat de staatszaken waren gere
geld. Verder stond Lodewijk om 5 uur op. Daarna
kon de bevolking bij hem op audiëntie komen. Zo
beklaagden de joden zich erover dat de weekmarkt
op zaterdag, de sabbat, hun rustdag, werd gehou
den. Op last van de koning werd het daarna wette
lijk verboden om een weekmarkt op zaterdag te
houden. Om 7 uur in de ochtend begon iedere
dag het programma van Lodewijk met de gemeen
tebesturen. Steeds werden de beslissingen tussen
door in de Koninklijke Courant gepubliceerd.
Nieuw vossemeer
Bij zijn aankomst in zeeland op donderdag 4 mei
1809 werd de koning meteen geconfronteerd met
een verzoek van de inwoners van het Zeeuwse
dorp Vossemeer. Omdat de inwoners van
Vossemeer zich meer Brabander voelden vroegen
zij om zelfstandigheid. Met de steun van de land
drost, werd Vossemeer in Oud en Nieuw
Vossemeer gespitst en ging Nieuw Vossemeer
naar Brabant. In Tholen werd de nacht doorge
bracht. Tijdens de reis in zeeland werd de koning
overal hartelijk ontvangen. De dorpen en steden
werden opgepoetst. In alle dorpen en steden
werd gevlagd. De koning reisde van 13 april tot en
met 4 mei door het departement Brabant. Daar
bemiddelde hij over de teruggave van de voorma
lige parochiekerken. Deze waren sinds 1648, na
de Vrede van Münster in handen van de hervorm
den gevallen. Van dit emotionele probleem was in
Zeeland geen sprake. Geografisch behoorden
Zeeuws-Vlaanderen en Vlissingen tot het Franse
keizerrijk. Zo was Vlissingen het laatste departe
ment van Parijs. De reden was van militair-strate
gische aard. Zo had Napoleon Antwerpen en
Vlissingen in een militair bolwerk veranderd. Op
deze wijze werd een invasie op Engeland voorbe
reid. Het is bekend: in de zomer van 1809 waren
de Engelsen hem met veertigduizend militairen en
zesduizend paarden een stap voor. Tijdens de reis
werd de koning geconfronteerd met de gevolgen
van de watersnood van de afgelopen winter.
22