te voren altijd wel gedragen en verzoeken alzoo
voor ditmaal verschoond te worden.' Ze hoeven
alleen excuses te maken bij de onderdirecteur.
Huttendorp
Daarna krijgt Pieter twee keer met België te
maken. Eerst is hij een van de vrijwilligers die met
de Drentse Schutterij optrekken als onze zuiderbu
ren besloten hebben uit de verenigde Nederlanden
te stappen en als dat - zonder resultaat - achter
de rug is en hij op de kolonie is teruggekeerd,
bezwangert hij een dochter van een van de twee
Belgische families op de kolonie. 'Als beschuldigd
van onzedelijken omgang met eikanderen te heb
ben gehouden' moeten ze verschijnen voor de
tuchtraad. Ongehuwde zwangerschap neemt de
Maatschappij heel hoog op. De standaardstraf is
een verbanning naar een speciale strafkolonie voor
kolonisten, gevestigd op de wallen van dezelfde
Ommerschans waar ook het bedelaarsgesticht
gevestigd is. Pieter en zijn Belgische vriendinnetje
zijn zo verstandig om tussen het vonnis en de ten
uitvoerlegging de benen te nemen.
Ze trouwen en vestigen zich in een van de hutten-
dorpen in de omgeving, die hun ontstaan danken
aan een eigenaardigheidje in de Drentse kraak-
wetgeving. "Als je op het veen een hut bouwt en
je slaagt erin om voor de eerstvolgende zonsop
gang 'rook en vuur' te hebben, dan mag je volgens
oud Drents gebruik daar blijven wonen." Zo ont
staan rondom de koloniën verzamelingen zelf
gebouwde hutten, vooral bewoond door nakome
lingen van kolonisten voor wie binnen de koloniën
geen plek is.
Er zijn meer mensen uit Schouwen-Duiveland in
de vrije koloniën geweest. De ongeveer 30-jarige
Coenradus Wijnands uit Zierikzee is eerst in het
bedelaarsgesticht terechtgekomen, maar wordt
in 1832 overgeplaatst naar een koloniaal gezin in
Frederiksoord. Hij wordt in de weverij tewerkge
steld, maar dat ziet hij niet zitten, hij weigert te
weven. Dat kan niet en de wijkmeester zegt hem
aan te moeten verschijnen voor de raad van poli
tie. Waarop Coenradus 'geantwoord heeft, niets
misdaan te hebben waarvoor hij voor den raad
geroepen konde worden, en alzo niet zoude com
pareren'. Uiteindelijk heeft dat geen gevolgen
want de raad besluit de zaak te laten vallen,
'naardien de Directeur hem reeds bewogen heeft,
zich overmorgen aan het weven te begeven'.
Directeur
In 1838 wordt in de Zierikzeesche Courant mel
ding gemaakt van "de thans weder opnieuw
geconstitueerde Sub-Commissie der Maat
schappij van Weldadigheid". De nieuwe voorzit
ter is dan jonkheer Karei Willem de Jonge, secre
taris mr. van Adrichem. Er zitten meer vooraan
staande Zierikzeeënaren in, ook een van de pre
dikanten en de pastoor. Op het hele eiland zijn
dan een stuk of 90 contribuanten en donateurs,
en als zich dat een aantal jaren gestabiliseerd
heeft mag er weer een gezin uit Zierikzee naar
de kolonie. Maar Anthony Krakeel en echtgeno
te Cornelias Sies bevalt het er blijkbaar niet,
want al na een half jaar keren zij weer huis-
waards.
In 1859 wordt de Maatschappij van Weldadigheid
opgedeeld. De gestichten te Ommerschans en
Veenhuizen worden overgenomen door de staat
en zijn voortaan Rijkswerkinrichtingen. De vrije
koloniën blijven eigendom van de Maatschappij,
maar de structuur met subcommissies verdwijnt
en het wordt een vereniging met afdelingen. Af
en toe plaatsen het Burgerlijk Armbestuur of de
regenten van het Burgerweeshuis daarna nog
wel eens tegen betaling iemand in de koloniën.
Tegen het eind van de 19e eeuw wordt de 46-jari-
ge Job van der Have, dan woonachtig in
Nieuwerkerk maar als burgemeesterszoon gebo
ren te Ouwerkerk, door de landelijke vergadering
van de Maatschappij van Weldadigheid benoemd
tot algemeen directeur van de vrije koloniën. Op
1 maart 1894 wordt hij geïnstalleerd en hij zal
leiding geven aan de koloniën tot aan zijn dood
elf jaar later. Gedurende die periode vergeet hij
ook zijn geboortegrond niet. Hij biedt in de
Zeeuwse kranten 'ras-zuivere fokvarkens' uit
Frederiksoord te koop aan, hij komt in het
Nutsdepartement Duiveland een voordracht met
lichtbeelden over de kolonie houden, en trekt
streekgenoten aan. Eerst wordt Pieter Adriaan
Koopman uit Nieuwerkerk benoemd als wijk
meester op de hoeve Willem III te Frederiksoord,
later opgevolgd door Gerrit Jan Koopman uit
Zierikzee. Uit diezelfde plaats komen later nog
Pieter Verdoorn met zijn echtgenote om te wer
ken als "vader en moeder" in het bejaardentehuis
van de koloniën. Zo blijven er tot aan de eeuw
wisseling nauwe contacten.
9