(PEREN)BOMEN OP
DE BURGHSE RING
Bas Bijkerk
De stoffering van de Burghse dorpskom bestaat al
sinds mensenheugenis uit perenbomen. De
dorpsbewoners zijn met recht trots tip hun Ring,
vooral als de bomen in het voorjaar hun bloesem
pracht tonen. In dit verhaal iets over de geschie-
denis van de beplanting van de dorpskom.
We doen een stapje terug in de tijd. In 1831 staat
Burgh vol met grote olmen (iepen). Bij rapportage
van gemeenteontvanger Jan de Kater (wonend op
Kraaijenstein) worden 98 olmen in het openbaar
geveild op 21 februari van dat jaar. De belangstel
- ling is groot, met schrijft over een "aanwezige
menigte". Ruim vijftig kopers slaan hun slag, voor
een bedrag van 3 tot 11 gulden per stuk. Dit alles
op de volgende voorwaarden: zelf rooien, voor of
op 1 mei 1831, verplichting tot vergoeding van de
schade die hierdoor eventueel ontstaat, de aasga
ten opvullen met teelaarde en betalen voor of op
zijn laatst op Sint Maarten (11 november.)
Men ging niet over één nacht ijs: elke bieder
moest een borg hebben, dat was verplicht in die
tijd. De verkoop bracht 643 gulden op.
Dit bedrag maakte ongeveer 40% uit van de
gemeentebegroting. Hout was goud waard en de
lonen heel laag. Een arbeider verdiende bijvoor
beeld in die tijd circa 13 cent per uur. Burgh was
een arme gemeente en kon de opbrengst van de
bomen dus heel goed gebruiken Helaas worden
iepen meestal maar een keer in de 40 jaar
gerooid. Hout was heel belangrijk in die tijd, de
stammen werden dikwijls plaatselijk verzaagd tot
balken en planken, ten behoeve van de timmer
man, de wagenmaker, de klompenmaker, enz. Tot
aan het eind van de negentiende eeuw wemelt
het van de houtverkopen, ook van strandhout.
Ophef over diefstal van hout was dan ook aan de
orde van de dag.
Mijn voorvader Gerrit Bijkerk, wonende te
Serooskerke, kreeg eens een jaar gevangenis
straf voor het stelen van enige tolhouten1 van
boer Batenburg, zijn verweer was: ik ben behoef
tig en wilde mijn gezin verwarmen. De rechter
j vond echter dat dit argument "geen hout sneed".
Een jaar celstraf was in die tijd ook echt een jaar
zitten!
Terug naar de Burghse Ring. Na deze -nu ondenk
bare- volledige kaalslag in 1831, wordt de Ring
opnieuw met olmen beplant. In 1870 zijn we weer
40 jaar verder en de bomen volwassen. Opnieuw
wordt er over het kappen gesproken in de
gemeenteraadsvergadering. Op 9 december van
dat jaar beslist de raad: "een gedeelte dier bomen
te verkopen en wel een zeventigtal, zijnde de
voornaamste, op het noordoostelijk gedeelte van
het dorp". De waarde dezes wordt geschat op 800
gulden. In de winter van 1871 wordt door notaris
Jan de Kater (een neef van de vorige notaris)
wederom een openbare verkoping georganiseerd.
Deze keer is de kooplust niet erg groot. De biedin
gen waren te laag naar de zin van de kopstukken
in de gemeente. De verkoop werd afgeblazen.
Waarschijnlijk zal de slechte economische toe
stand hebben meegespeeld, net als de cholera die
heerste. De omstandigheden waren in elk geval
niet ideaal. Enige weken later gloort er toch hoop.
Men heeft koopman Van Gastel weten te interes
seren en er worden ook meer bomen aangebo
den. Van Gastel koopt er 185 voor fl. 10,50 per
stuk. De totaalopbrengst is dus 1.942 gulden. Dit
bedrag werd gebruikt om de dorpskom te bestra
ten. Haamstede had toen al lang een verharde
straat in het centrum, maar in Burgh was dit nog
een karrespoor. Dit werd verhard vanaf de winkel
van Verton, tot de boerderij van Beije, waar tegen
woordig het voetpad van de Hogeweg begint.2
Stratenmaker Cornelis den Boer voerde dit werk
uit voor 2.280 gulden. Dus bijna te financieren
door de verkoop van 185 iepen!
Zo staat de Burghse Ring er enige jaren kaal bij.
Op de raadsagenda komen sommige onderwer
pen keer op keer ter sprake, soms wel tien keer,
eer er een beslissing werd genomen, zo ging het
ook met dit onderwerp. In de zitting van 14 sep
tember 1874 werd definitief tot herplant besloten:
"Wordt besloten om het dorp te beplanten met
vruchtboomen, welke boomen naar het vermoe
den der Raadsleden, meer winsten voor de
gemeente zullen afwerpen dan olmenbomen.
Enkele leden verwachten daarvan vele moeilijkhe
den door onveiligheid der vruchten op de openba-
27