hij deze inzichten zeker niet met de paplepel inge
goten zal hebben gekregen. De bittere armoede
onder kleine boeren en landarbeiders in zijn naas
te omgeving deed hem stelling nemen tegen de
uitbuiting van deze bevolkingsgroep. Hij was zeer
begaan met de armoedige omstandigheden waar
onder ze leefden.
Na het behalen van zijn HBS-B-diploma in
Zierikzee trad hij in dienst als surnumerair bij de
PTT te Barneveld. In 1889 werd hij commies bij de
posterijen in Goes. Daar werd hij waarschijnlijk lid
van de SDAP wat een begin was van een leven dat
geheel in het teken zou staan van het socialisme.
In 1895, inmiddels getrouwd met zijn jeugdliefde
Anthonetta (Antje) Goemans, geboren op de
bekende boerderij "Goemanszorg" in Dreischor,
werd hij overgeplaatst naar Maastricht. Daar werd
hij secretaris van de plaatselijke afdeling van de
SDAP en trachtte vergeefs socialistische bolwer
ken te stichten in de omgeving van deze stad. Dit
was ook de tijd waarin hij begon te publiceren
onder het pseudoniem Opmerker en de werken
van Marx, Engels en andere socialistische theore
tici ging bestuderen. Met deze kennis deed hij in
1899 in het blad De Sociaaldemokraat een felle
aanval op de landbouwvisie van de SDAP-voor-
man Troelstra. Het Biografisch woordenboek van
het socialisme en de arbeidersbeweging in
Nederland vermeldt hierover dat Krijn Adriaan
Troelstra's standpunt zag "als het aanwakkeren
van bezitsdrang en het wekken van valse illusies
bij kleine boeren en pachters en riep de partij op
zich te richten op de stedelijke en landelijke pro
letariërs".
Krijn Adriaans maatschappijvisie werd steeds
radicaler en hij ging een actieve rol spelen in de
uiterst linkse hoek van de SDAP. De Russische
Revolutie in 1917 werd door hem met groot
enthousiasme ontvangen. Zijn overplaatsing van
Maastricht naar Amsterdam en vervolgens naar
Leiden, Rotterdam en uiteindelijk Den Haag,
brachten hem in contact met de harde kern van
het marxistische kamp. Zijn toetreding tot de
Communistische Partij Holland was voor hem dan
ook een logische stap.
Naast het verzorgen van vele kritische publicaties
met zijn visie over de Nederlandse landbouw pro
duceerde hij, door zijn grote kennis van het bui
tenlandse socialisme, ook diverse geschriften
over het marxisme in de wereldpolitiek. In
opdracht van de Russische Communistische Partij
beschreef hij het verblijf van Karl Marx bij de fami
lie Philips in zaltbommel, waar deze een deel van
Das Kapital schreef. Ook begon hij in 1926 op ver
zoek van het Marx-Engels Archief te Moskou met
het opstellen van een stamboom van de familie
Marx. In juni 1927 werd hij, op 61-jarige leeftijd,
redacteur van De Communistische Gids, het
weekblad van de Communistische Partij Holland-
Centraal Comité, een afsplitsing van de in 1918
opgerichte Communistische Partij in Nederland
(CPN). Tegen het einde van zijn leven zette hij zijn
levensfilosofie op papier met beschouwingen
over onder andere Hegel, Kant, het historisch
materialisme, de moderne fysica en de dood.
Zijn publicaties, beschouwingen en brieven zijn
ondergebracht in het archief "K.A. van Langeraad"
bij het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis in Amsterdam.
Alle publicaties van Krijn Adriaan verschenen
onder pseudoniemen. Naast het bovengenoemde
pseudoniem Opmerker gebruikte hij ook de naam
K. van Schouwen. Dit was bijna letterlijk van
levensbelang voor hem omdat toentertijd radicale
ideeën van medewerkers van overheidsinstellin
gen niet werden getolereerd. Blijkbaar is het hem
aardig gelukt om zijn werk en zijn ideologie goed
gescheiden te houden, want hij eindigde zijn car
rière bij de posterijen als hoofdcommies.
Ook bij zijn Dreischorse familie moest Krijn
Adriaan op zijn woorden passen: hij mocht met
zijn gezin komen logeren mits er tijdens de
logeerpartij niet over politiek gesproken zou wor
den. Hoewel, bewust of onbewust, heeft hij ook
daar invloed gehad. Zijn jongste broer Marinus,
mijn opa, had de verzamelde werken van
Multatuli op de plank staan. Met als gevolg dat die
nu sinds enige jaren een ereplaats in mijn eigen
boekenkast hebben.
Hoe serieus zijn gezinsleden met de tweedeling
omgingen getuigt een verhaal van een Dreischors
nichtje. Zij logeerde als tiener bij de familie in Den
Haag. Op zekere dag raapte zij de juist bezorgde
post van de deurmat op. Een van de poststukken
was geadresseerd aan K. van Schouwen. Op haar
vraag wie deze persoon was, luidde het ant
woord: "de vorige bewoner".
3