SCHOUWEN-DUIVELAND EN DE
LANDBOUWKOLONIËN
Het algemeen erkend weldadig karakter onzer natie
Bij het woord 'kolonie' denk je aan een ver land
aan de andere kant van de aardbol. Maar vanaf
1818 trekken kolonisten uit Schouwen-f)uiveland
ook naar zuidwest-Drenthe. Met financiële steun
van de beter gesitueerde eilandbewoners probe
ren zij een nieuw bestaan op te bouwen in land
bouwkoloniën als Frederiksoord, Willemsoord en
Wilhelminaoord. Over een paard dat op hol slaat,
het arrondissement Zierikzee, een ontijdige zwan
gerschap en vooral over het 'opbeuren' uit
'zedelijke verbastering' gaat deze bijdrage.
Het is pure armoede in het Koninkrijk der
Nederlanden anno 1818. In sommige steden kan
de helft van de bevolking niet zelf in haar onder
houd voorzien. De beter gesitueerden moeten de
kassen van diaconieën en parochies spekken om
de armen door regelmatige soepbedelingen in
leven te houden. En dan nog worden ze op straat
of aan de deur onophoudelijk lastig gevallen met
de vraag om een aalmoes of om een betaald kar
weitje. En... honger en armoede leiden ook tot
een toename van de kleine criminaliteit, er wordt
wel eens een dienstmeid de gevulde boodschap
pentas uit handen gerukt.
Op het platteland is het soms zelfs angstaanja
gend. Wie een beetje afgelegen woont moet niet
raar opkijken als er na zonsondergang op de deur
gebonsd wordt. Buiten staat een onguur groepje
mannen, vrouwen en kinderen, die voedsel en of
geld en of onderdak voor de nacht in de schuur
verlangen. Als je aarzelt dreigen ze met brand
stichting, de meeste boeren zwichten dan.
Kortom, er moet wat gebeuren. Op 1 april 1818
wordt de Maatschappij van Weldadigheid opge
richt. Het bestuur wordt gevormd door twaalf
vooraanstaande Nederlanders met aan het hoofd
als voor het leven benoemde voorzitter prins
Frederik, de jongste zoon van koning Willem l. Zij
vragen de burgers die zich dat kunnen veroorlo
ven om een stuiver per week opzij te leggen. Het
zo gevormde kapitaal kan benut worden voor 'het
aanleggen eener fabricerende en landbouwende
Kolonie van armen op onze nog onbebouwde hei
develden'. Daar kan die armen geleerd worden de
eigen kost te verdienen. De initiatiefnemers ver
wachten veel response gezien het 'algemeen
erkend weldadig karakter onzer natie' en dat blijkt
te kloppen. Deze allereerste 'Open het Dorp'-actie
in ons land slaat geweldig aan.
Ook op Schouwen-Duiveland. Te Zierikzee zijn er
binnen enkele maanden 150 contribuanten, die
dus elk jaar gezamenlijk 390 gulden leveren.
Daarnaast zijn er losse giften en hebben 95 men
sen een bestelling geplaatst voor gebleekt linnen
dat in de op te richten kolonie vervaardigd zal
worden. De Maatschappij doet een oproep om in
elke stad en ieder dorp een 'subcommissie van
weldadigheid' op te richten om de contributies te
innen en alvast armen te selecteren die naar
Drenthe gestuurd kunnen worden. Op 22 juli 1818
komt bij de landelijke leiding bericht binnen
dat ook de 'subcommissie van weldadigheid
Zierikzee' haar werkzaamheden is begonnen.
Voorzitter is wethouder Boudewijn Boom, secre
taris en de meest actieve man is notaris Jan
Mosselmans. De Maatschappij wil niet met elke
subcommissie in elk gehucht of elke vlek afzon
derlijk corresponderen - niet onterecht, want bin
nen anderhalfjaar zijn er over de 700 subcom
missies van weldadigheid - en daarom moet
Zierikzee ook de contacten tussen de dorpscom
missies in haar ressort en de landelijke leiding
onderhouden. Het 'arrondissement' omvat zeven
tien plaatsen, die tezamen ook nog 112 leden
leveren. Het enthousiasme verschilt wel.
St. Maartensdijk doet het goed met 20 contri
buanten, en ook Brouwershaven met 13, en
Scherpenisse en Serooskerke met allebei 10,
mogen gezien worden. Maar bijvoorbeeld
Stavenisse, Oud Vossemeer, Eikerzee en Burgh
tellen allemaal zegge en schrijven één lid.
Proef kolonie
Landelijk zijn er binnen enkele maanden 14.000
contribuanten en de landelijke leiding besluit met
een door te pakken. Ze weet dat het 'algemeen
erkend weldadig karakter onzer natie' een zaak
van korte adem is: we willen best geven, maar
dan willen we ook resultaat zien. Nog in 1818
wordt in de buurt van Vledder een eerste proefko-
lonie opgezet, 52 hoeves met elk een lapje land
5