V
Bevelanden waren onder de actieve leden amper
tot geen tegenstanders tegen de nieuwe vorm die
de ZLM zou aannemen. De meeste landbouw/ver
enigingen traden er in maart of april 1918 met
algemene stemmen toe tot de ZLM. Alleen de
dorpsvereniging te Kortgene bleef zelfstandig. Te
Nisse was toetreding omstreden: ze werd gereali
seerd met negen stemmen voor en acht tegen.'
Op Walcheren waren de dorpsverenigingen zelf al
in een Bond verenigd. Men was er vooral bang dat
dorpsverenigingen met veel arbeiders leden zou
den verliezen door de hogere contributie. Maar
wie wilde blijven profiteren van de coöperatieve
aankoop, zou toch wel lid blijven. De vereniging te
Oostkapelle kwam er pas naderhand achter dat
voor elk lid vijftig cent aan de ZLM moest worden
afgedragen en was daar niet blij mee. De vrees
dat vele kleine boeren en arbeiders zouden afha
ken, werd echter door de definitieve contributie
regeling, zoals die voor 1919 zou gelden, onder
vangen. Ook te Zoutelande, waar veel klein-land-
bouwers waren, was er geen tegenstand tegen
toetreding. Integendeel: de secretaris van de ZLM
die erover kwam praten werd te verstaan gege
ven 'dat men over de kleine landbouwer verbaasd
moet staan over den omzet.' Te Zoutelande voel
den de klein-landbouwers zich dus volop boeren
die meetelden. Te Veere echter hield het bestuur
44 van de 145 leden, degenen die minder dan een
halve hectare bewerkten, buiten beschouwing bij
de overgang naar de ZLM. Zij werden blijkbaar
voortaan niet meer als leden beschouwd.10
Ook op Walcheren traden de meeste dorpsvereni
gingen tot de ZLM toe in het voorjaar van 1918.
Zeeuws-Vlaanderen kwam achteraan: begin april
was daar nog maar een enkele vereniging toege
treden. De regionale afdeling Axel had ook als
enige afdeling in februari tegen het reorganisatie
voorstel gestemd - mogelijk kwam dat doordat
die regio de enige in Zeeuws-Vlaanderen was met
veel klein-landbouwers. In juni 1918 waren al 57
dorpsverenigingen aangesloten met 3.990 leden -
het totale ledental kwam daarmee op 8.162.11
in de nieuwe kring Schouwen-Duiveland van de
ZLM kregen, op voorstel van v.M. Krepel uit
Nieuwerkerk (een voorstel dat gesteund werd
door J. Padmos uit Eikerzee) alle dorpsafdelingen
een lid in het kringbestuur. Voor de vier
Schouwen-Duivelandse plaatsen in het hoofdbe
stuur van de Maatschappij werden C. Blom uit
Haamstede, A.C. de Oude uit Noordwelle, S.J. Gast
uit Duivendijke en J.w. van Oeveren gekozen, met
S. Hage uit Bruinisse en J.C. van Langeraad uit
Dreischor als plaatsvervangers. Hage, tevens bur
gemeester van Bruinisse, gaf aan zich de verte
genwoordiger te voelen van de kleine boeren - hij
was zich er dus terdege van bewust dat de grote
boeren nog altijd een hoofdrol speelden in de ZLM
op het eiland. Tenslotte werd Van Oeveren tot
voorzitter van de nieuw samengestelde afdeling
gekozen.12
V
S. Hage was burgemeester van Bruinisse van 1917
tot 1943. Als bestuurder van de ZLM voelde hij zich
de vertegenwoordiger van de kleine boeren. Foto
collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, nr.
SP 0221.
De leden van de oorspronkelijke regionale afdelin
gen die niet tot een dorpsafdeling hadden
behoord en daarvan ook geen lid wilden worden,
kregen een aparte status als 'algemeen lid', terwijl
men ook nog steeds als algemeen lid kon toetre
den. In de loop van 1918 nam het aantal algeme
ne leden van de ZLM met 748 toe; dat waren per
sonen die geen lid waren geweest van een dorps
vereniging. Na juni 1918 traden nog enkele dorps
verenigingen toe, zodat er aan het eind van het
22