'0É
zuidwesten van het moederhuis werd in de vorige
eeuw een paviljoen in chaletstijl gebouwd of ver
bouwd, een stijl die toen modieus was. Het tuin
huis aan het water mocht, als Nieuw Buytensorge,
de eenentwintigste eeuw beleven.
ii im iri
Bukkers tuinhuis aan de Kleine Weel omstreeks 1900.
Bron: Prentbriefkaart Ochtman coll. Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland BRO 0584
Interieur met wijzerplaten
Uit het begin van de achttiende eeuw is een
beschrijving van de inboedel bewaard gebleven,
waaruit blijkt dat de Rechtkamer van Herberg
Schuddebeurs van kostbare objecten was voor
zien.16 Zeker naar begrippen van een plattelands-
herberg. Een van deze dure objecten was een
ledikant met een 'sotskappe behangsel'. Zo een
ledikant met baldakijn in de betere woonver
trekken, of in de 'betere gelagkamer', was een
meubelstuk dat in de zeventiende eeuw en de
eerste helft van de achttiende eeuw kon worden
verwacht.17 Het object wekte destijds bij de nieu
we herbergbezoeker geenszins de indruk in een
gelegenheid van bedenkelijk allooi te zijn terecht
gekomen.
De inrichting was in de tijd van Versseput - en
naar aangenomen kan worden tevens in Bukkers
tijd - voor plattelandsbegrippen voornaam geble
ven. Een bezoeker trad in 1796 in de Rechtkamer,
een vertrek dat was gemeubileerd met een kabi
net, schrijfmeubel en een linnenkast als meest
opvallende meubelstukken. Binnengekomen was
hij via de 'voorvloer' waar een staande klok met
speelmechanisme stond. Gelet op de toegekende
waarde van vijftig ponden Vlaams (omstreeks 300
gulden) ging het om een dure staande speelklok,
wellicht van de oorspronkelijk Zwitserse uurwerk
makers Lequereux18 of Perrenoud uit Zierikzee (zie
hierna). De 'staande speulklok' bevond zich in
1805 nog in de herberg, waar toenmaals tevens
een hangende klok met speelwerk een plaats had
gekregen. Negen andere uurwerken: Vier Friese
klokken, een tweede staande klok en een tafel-
klok konden in dat jaar in het herberginterieur
worden aangetroffen. Voor de liefhebbers waren
er toen verder nog zeven zakhorloges.
Plaatsgenomen kon worden aan een van de drie
tafels, op een van de twaalf stoelen. Een zestal
schilderijen en twee spiegels decoreerden wan
den en schoorsteenboezem. De beschrijver van
de roerende goederen in het jaar van voorberei
ding van Versseputs tweede huwelijk, duidt een
van de spiegels - waarschijnlijk een bolronde - als
'reflecteerspiegel' aan. De twee kaststellen zullen
op vermelde kasten hebben gepronkt.
Dat de gasten hier vaak thee bestelden, toont de
aanwezige hoeveelheid benodigdheden voor
bereiding en servering van deze drank aan.
Verlichting verkreeg men door het aansteken van
de kaarsen van een koperen lichtkroon en een
zestal kandelaars. Gegeten kon worden van tin
nen en van aardewerken borden met tinnen
lepels. Vorken en messen noemt de boedelin
ventaris niet, maar deze zouden zich onder het
ongespecificeerde zilverwerk hebben kunnen
bevinden. De aanwezigheid van banken, alsook
flessen, romers en ander gebruiksglas in de zitka
mer, wekt het vermoeden dat dit vertrek even
eens diende voor ontvangst van gasten. De her
bergier kon afgezien van bier en jenever - de toen
meest voor de hand liggende alcoholische dran
ken - verder nog wijn offreren.
Op zolder hing een grote hoeveelheid gedroogde
schol, voedsel dat met een glas met schuimkraag
best zal hebben gesmaakt. Op de drempel van de
Bataafse Tijd hadden in Schuddebeurs de dringen
de dragonders en hun kompaan voornoemd, een
'kruyk met annys onder den trap' gevonden, een
kraamlikeur van de anijsplant bekend onder de
naam anisette. De kruik bevatte drie a vier stopen
(ongeveer acht liter).19 Het aantal vaste slaapplaat
sen dat voor overnachting diende, moet zeer
gering zijn geweest. Behalve een ledikant ziet de
inventarisator hoogstens een tweetal bedsteden.
Maar het is voorstelbaar, dat met behulp van stro
zakken en dekens, de grote zolderverdieping kon
worden benut. Bijvoorbeeld voor de kermislieden
en muzikanten aanwezig op uitnodiging van de
herbergier.
9