Het echtpaar Krijn Adriaan van Langeraad (1837-1919) en Neeitje Zegerina Doeleman (1839-1911).
(foto: coll. auteur)
Doeleman (1839-1911) uit Dreischor en betrok
samen met haar een boerderij bij de Varreput in
Zierikzee. Tussen 1862 en 1880 kregen zij acht kin
deren, van wie er zeven volwassen werden.
In de zomer van 1868 verhuisde Krijn Adriaan met
zijn gezin naar Dreischor. Hij pachtte daar de
'Nieuwe of Jonge polder van Dreischor' of
'Dreischors Nieuwland', in polderkringen bekend
als 'De polder met de lange naam'. Deze polder,
gelegen aan de zuidkant van de polder Dreischor,
groot 135 gemeten en 105 roeden, was in 1759
ingedijkt voor rekening van de ambachtsheer van
Dreischor, Mr. Andries Heshuijzen. Bij de storm
vloed van 14 op 15 januari 1808 overstroomde de
polder weer en werd toen opnieuw bedijkt door
Jacob Bolken-Baas (1763-1829), wiens vader
Johann Bolken afkomstig was uit Duitsland en
stamvader was van de Brouwershavense familie
Bolkenbaas. Hij bouwde toen ook de boerderij in
de polder en verkocht die later aan het echtpaar
Joost der Weduwen (1797-1878) en Lena Turelure
(1796-1870). Hoewel de gronden werden gepacht,
waren de gebouwen eigendom van de pachters.
In 1868 kocht Krijn Adriaan de gebouwen van
Joost der Weduwen en bouwde een nieuw huis en
schuur. Hiermee was de basis gelegd voor het
vele jaren beboeren van 'Dreischors Nieuwland',
tot op de dag van vandaag, door een Van
Langeraad.
Gebruikelijk is dat de jongste zoon de opvolger op
de ouderlijke boerderij wordt. Waarschijnlijk is dit
ingegeven om de ouders wat langer van inkom
sten te voorzien. Zo ook ging het op 'Dreischors
Nieuwland': in 1911 trouwde de jongste zoon
Marinus (1872-1941) met de van Kerkwerve
3