ARRENSLEDEN OP
SCHOUWEN-DUIVELAND
zodanig volgde hij zijn vader op toen hij in 1938
trouwde met de van Duivendijke afkomstige
Maatje Suzanna Hendrika van Staalen (1914-
2001). Ook zij kregen twee zoons en een dochter,
waarvan wederom de jongste zoon, de in 1942
geboren Kornelis Leendert, zijn ouders opvolgde
toen hij in 1965 trouwde met Levina Janna Boot
uit Capelle. In 2003 nam hun zoon Pieter Jan, die
in 1996 getrouwd was met Antoinetta Wilhelmina
van Oeveren uit Zierikzee, zijn intrek op
'Dreischors Nieuwland'. Daarmee deed de vijfde
generatie Van Langeraad zijn intrede op deze
boerderij. De huidige bewoners hebben twee
dochters en een zoon.
Het naambord van 'Dreischor's Nieuwland'.
(Foto Peter Noordermeer)
Sinds 1965 is de boerderij op diverse manieren
uitgebreid. Het kloppend hart hiervan is echter
nog altijd de boerderij 'Dreischors Nieuwland' aan
de Zuiddijkweg in Dreischor. Het jaartal 1868 op
een overloop van een boerenwagen aan de voor
gevel van het woonhuis herinnert aan het jaar dat
de eerste Van Langeraad op deze boerderij 145
jaar geleden is begonnen.
M.K. Buth
In de loop der tijd heb ik op Schouwen-Duiveland
veertien arrensleden getraceerd, die ik hierbij de
revue laat passeren. Ongetwijfeld zijn er veel
meer arrensleden op Schouwen geweest, of zijn
er zelfs nog. Een aantal van de door mij beschre
ven arrensleden is helaas al niet meer op het
eiland aanwezig.
Arrensleden zijn vrij vaak bewaard gebleven,
ondanks dat het gebruik van het paard op de
boerderij allang verleden tijd is en dat op
Schouwen met de ramp veel materiaal 'verdron
ken' is. Reden zal zijn dat de arrenslee meestal
kort gebruikt werd en dan weer voor jaren opge
borgen. Vaak werd de slee in het wagenhuis opge
hangen met touwen aan een balk, of op een zol
der gezet. Bij sneeuw of vorst kwam de slede
weer tevoorschijn en moest hij soms opgeknapt
worden, waarbij met een verfje de soms prachtige
originele beschildering jammer genoeg uit zicht
verdween.
Er kwamen in Nederland meerdere typen sleden
voor. De luxe uitgevoerde exemplaren kon men in
de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw
aantreffen op grote hofsteden, buitenplaatsen en
in de koetshuizen van voorname stedelingen.
Deze sleden waren zo breed dat twee personen
er naast elkaar in konden zitten. En op een soort
zadelbankje achter de kuip zat de menner. Dit
waren zgn. 'herensleden'. Ze konden worden
getrokken door zowel een enkel- als een dubbel
span paarden. Men ging met de luxe sleden op
familiebezoek.
Daarnaast kwam op het platteland de meer prak
tische 'Hollandse tikker' voor, een kleinere arren-
slede, sterk van constructie en voor vele doelein
den bruikbaar. De uitvoering was van vrij simpel
tot fraai bewerkt. Het smalle bakje - slechts één
persoon kon erin met soms nog een mogelijkheid
Tegeltableau, sfeerplaatje van Otto Eerelman (1839-
1926). Slede van het Russisch-Poolse type.
5