DE STRAATNAMEN VAN ZIERIKZEE IN DE
LOOP DER EEUWEN (SLOT)
15
Uit de Zierikzeesche Nieuwsbode van 18 augustus 1961
St.-Lauwendorp, recht onder de Stadt'
De Kromme Elleboog heette in de I6e en I7e eeuw
de Hil, Minckershil, Vermincketenhil of Vermincken-
hil. De naamsoorsprong is echter onzeker.
De Mol ontleende zijn naam aan de aldaar in de
Oude Haven bestaan hebbende spui-inrichting,
waarbij oudtijds een mol, d.i. een van scherpe
punten voorzien werktuig gebruikt werd om de ha
venbodem los te woelen en daardoor het zich vast
zettende slijk gemakkelijker te doen wegspoelen.
De Molenstraat heet naar een op de Nieuwe
Haven gestaan hebbende maar omstreeks 1600
afgebroken molen.
De Rozemarijnstraat was dat gedeelte van het Gat
van West-Noord-Westen, dat van de Vijfhoek naar
de Breestraat loopt.
De naam van de Visschersdijk behoeft geen uitleg.
Dit deel was vroeger ook wel de Voorstad gehe
ten. De Scheepstimmerdijk heette vroeger de
Heunaarsdijk. Heudenaar was iemand die een
heude (soort schip) bevoer.
Het Sint Lievensstraatje heette naar de nabijge
legen Sint Lievenskerk en -toren. Het Lombard
straatje herinnert aan de voormalige bank van
lening. Lombarden (bankhouders en geldwisse
laars) waren er al vroeg in Zierikzee. In 1308 beza
ten ze een stenen huis bij het kerkhof van de Sint
Lievenskerk.
Van de Minderbroederstraat stond het oostelijk
deel reeds in de 176 eeuw als Snuifhoek bekend,
een naam, die bij oude Zierikzeeënaars nog niet
geheel is vergeten. De naam Krepelstraat komt
ook in andere gemeenten voor. Wellicht beduidt
het slecht geplaveide straat. Naar een op de hoek
van de Lange St. Janstraat gestaan hebbende
brouwerij of naar de Brouwerij "De Witte Leeuw",
die zich bevond op de hoek van de Nieuwe
Boogerdstraat, werd deze ook wel Brouwerij
straat genoemd.
verreput - Varreput
De Verreput werd ook wel eens Varreput
genoemd en die naam, evenals de Varremarkt,
werd in verband gebracht met het woord varre,
dat verouderd is, maar nog in de Staten-vertaling
van de Bijbel voorkomt en jonge stier betekent.
Varremarkt zou dan koeien- of beestenmarkt
aanduiden. Toch was de Verreput in de 16e eeuw
ook Verwersput geheten en nog vroeger de
Voldersspoelpit, wat dan stellig op de lakennering
wijst. Trouwens, de nabijgelegen Weststraat heet
te in de 14e eeuw nog de Volderstrate.
De naam Balie ontstond, toen het marktveld ten
westen van de toren met een houten hekwerk of
balie werd omgeven, die het middenperk met
iepenbomen omringde en van de omgelegen
straat afsloot en waaraan met de paarden- of
beestenmarkt genoemd vee werd vastgezet.
De naam Zevenhuisstraat laat zich verklaren. Toen
die korte straat een naam kreeg, zal het aantal
huizen in deze straat de benaming veroorzaakt
hebben, welke wel onmiddellijk - evenals bij het
Rode Dorp - uit de volksmond is voortgekomen.
Het Witte IJestraatje, dat Poststraat en Fonteine
verbindt en ook meermalen het Vuilstraatje werd
genoemd, komt onder die naam ook al in de 16e
eeuw voor.
De Zevengetijstraat (ook vaak Koekinderstraat
genoemd), oudtijds de oostgrens vormende van
de aan het Minnebroedersklooster behorende
gronden, moet wel haar naam ontleend hebben
aan de zeven getijden, de zeven kanonieke uren
van dag en nacht, waarin in de kerken de voorge
schreven koordiensten gehouden werden.
Een vreemde naam is die van het Karsteil, de
oplopende straat welke de Verborne buurt met de
Nieuwe Haven verbindt. Naar die opril werd in de
volksmond de gehele Verborne buurt wel een
Karsteil genoemd. De oorsprong en betekenis van
dit woord zijn onzeker, evenals van het Luitje,
welke benaming pas in de allereerste jaren van de
18e eeuw voorkomt.
De naam Driekoningenstraat, later veranderd in
de Driekoningenlaan dateert van omstreeks 1920.
Toen in het verlengde van de Lange Nobelstraat
een verbindingsweg gemaakt werd met de
Wandeling of het Slingerbos, lag het voor de hand
die straat of laan te nemen naar het klooster van