De stad Zierikzee gezien vanaf het westen tijdens
de inundatie 1944-1945. gasd o 4205.
Schipper Jan Boomsluiter onderhield met de motor
boot Maria (5 ton) de veerdienst Stavenisse -Hoek
van Ouwerkerk (Zuidbout), foto 1960. Zeeuwse Biblio
theek /Beeldbank Zeeland nr. 125873 Archief pzc.
De groep verzamelde zich op een avond eind juni
1945 aan de Laakhaven in Den Haag. Pas de vol
gende ochtend vroeg voeren ze via binnenwate
ren naar Zeeland. Dat zal zijn gegaan via de Vliet,
Nieuwe Maas, Noord en Dordtse Kil naar het
Hollands Diep. Dit laatste vaarwater was nog niet
vrij van mijnen en dat vormde een geducht risico.
Ze waren het eerste schip dat na de oorlog erdoor
heen voer. Gelukkig ging dat zonder problemen
voor de opvarenden. Vandaar ging het via Volkerak,
Krammer, zijpe en Mastgat naar Stavenisse aan
het Keeten op Tholen. Deze vaartocht duurde enige
dagen, maar hoe dat aan boord ging met eten en
wassen is weggezakt in de herinnering.
Het gezin Spaans verliet in Stavenisse de groep
Thoolse Hagenaars. Met het motorbootje van
Boomsluiter ging het vervolgens van Stavenisse
naar de Zuidbout bij Ouwerkerk. Daar klauterde
het gezin over de loopplank en de basaltkeien de
dijk op. Boven vielen twee dingen op: het bord
pas op: mijnengevaar en het zicht op de geïnun
deerde polder vierbannen van Duiveland. Over de
hobbelige grasdijk liep het groepje met wandel
wagen, waar de kleine Leo (1942) in zat, wel zes
kilometer naar 'Stad', naar Zierikzee. Deze eenza
me tocht heeft zeker een paar uur in beslag geno
men, de eerste helft met water links en rechts
van de dijk!
in Zierikzee troffen ze bij toeval een vrachtauto
van Gilijamse uit Renesse aan. De chauffeur was
zo vriendelijk het gezin met bagage en wandel
wagen achter in de open vrachtauto mee te
nemen. Ze stapten af bij de garage van Gilijamse
aan het begin van de Hogezoom in Renesse en lie
pen vandaar een stukje terug naar Stoofweg 20,
waar de grootouders Van Splunder woonden.
Al met al waren ze een week onderweg geweest!
Na deze memorabele tocht, waarover nog jaren
werd verteld, werd menige zomervakantie in
Renesse doorgebracht. In 1953 kwam het storm
vloedwater tot vlak voor de dorpskern, de familie
Van Splunder kon echter nog makkelijk wegko
men. Wel stond maandenlang elke keer dat het
vloed was, het huis geheel in het zoute water.
De familie vond al die tijd elders in het dorp
onderdak. Twee weken na de Ramp bezochten de
(groot)ouders bij laagwater het ontredderde huis.
Voor de (groot)moeder was dit aanzicht kennelijk
te veel. De nacht erop werd zij onwel en stierf ze
de volgende ochtend vroeg. Een slachtoffer van de
Ramp, dat niet als zodanig de boeken is in gegaan.
En zij zal waarschijnlijk niet de enige zijn geweest.
De natuurervaringen van Arie Spaans leidden in
1955 tot een korte serie artikelen met als titel
'Vogels van Schouwen' in het gestencilde tijd
schrift De Kijfhoek van district VI van de Neder
landse Jeugdbond voor Natuurstudie (njn). In de
woorden van toen opent het verhaal enthousiast
met: 'Een ieder, die wel eens op Schouwen is
geweest, weet hoe mieters het daar is, en kan
meepraten van de enorm rijke vogelbevolking van
dit eiland.'
6