Uut de pepieren De aansluiting van de twee hoogste klokjes op het klavier is verbeterd. Het verschil in toucher tussen deze klokjes en de overige is nu weggevallen. Het automatisch spel heeft een metamorfose ondergaan. Het schelle ongelijkmatige en haperende spel heeft plaatsgemaakt voor een milde en evenwichtige voorslag. De oude spel computer is tegelijkertijd vervangen door een nieuw exemplaar met meer mogelijkheden. Samenvattend kan gezegd worden dat de bei aard van Zierikzee door deze kleine ingreep zijn oorspronkelijke schoonheid terug gekregen heeft, of sterker nog, aan muzikale uitstraling gewonnen heeft omdat de beiaardier meer ont spannen zijn werk kan doen. De unieke klokken- reeks van John Taylor uit 1927, een zeldzaam heid in Nederland na de klokkenvordering in de Tweede Wereldoorlog, bepaalt nog steeds de kleur en karakteristiek van dit bijzondere instru ment. Een reis of een omweg naar Zierikzee is zeker aan te raden, in de eerste plaats voor dit unieke muziekinstrument maar zeker ook voor de sfeervolle luisterplaats op de binnenplaats achter het Stadhuis Museum. (De auteur was adviseur bij dit project) 1 De verbinding tussen de toetsen van het klavier en de klepel van de klok 2 Een cilinder waarop de muziek met pennen 'genoteerd' wordt 3 Het open gedeelte van de klokkentoren 4 Het wellenbord is onderdeel van de tractuur Guido Hendrix Eigentijdse bronnen over het dagelijks leven op Schouwen-Duiveland in vroeger tijden Korte tijd na de Sint-Niklaas- of Xaverstorm zat ik in de universiteitsbibliotheek van Leuven. Mijn gedachten waaiden weg: zou Zierikzee ooit studenten naar Leuven hebben zien vertrek ken? Voor het antwoord op een dergelijke vraag moet men de zware banden van de Leuvense matrikel (inschrijvingsregister) raadplegen. Ze is uitgegeven door A. Schillings1, ik heb alle voor malige gemeenten van Schouwen-Duiveland opgezocht in het toponymisch deel, van Brouwershaven en Bruinisse tot Zierikzee en Zonnemaire. Onder de zwaar verbasterde spellingZiviezeanus vond ik Joannes Baptista Muijsers. Hij werd ingeschreven op 10 februari 1753 onder het nummer 298, en is vermeld onder de Philosophi porcenses, wat wil zeggen dat hij geesteswe tenschappen studeerde en in de pedagogie 'Het Varken' logeerde. De Van Dale kent het woord pedagogie (Lat. Paedagogiumniet in de beteke nis van: door de universiteit Leuven beheerd 'pension' waar de studenten verplicht moesten verblijven. Zo waren er De Valk, De Lelie, Het Varken, en het Castrum of 't Kasteel. Muijsers was minorensis, minderjarig. In de Leuvense context betekent dit dat hij nog niet ten volle 25 jaar was geworden en dus zelf niet de eed juramentumkon afleggen, wie hem bij deze gelegenheid vervangen heeft is niet geboekstaafd. Haast gelijktijdig met Muijsers werden drie Amsterdammers ingeschreven. Een medestudent was afkomstig uit Middelburg en een andere uit Den Haag. Twintig jaar later, op 19 oktober 1773, ver scheen Leon de Wit (inschrijfnummer 1773,477, 36) in Leuven. Hij was majorennis, meerderjarig. Zijn studierichting en zijn pedagogie zijn niet vermeld. Bij het spellen van zijn herkomst is vooruitgang geboekt: zirczeanus is herkenbaar. Of deze twee lovanienses mettertijd geslaagd zijn en wat er professioneel van hen geworden is, kan niet uit de Leuvense inschrijvingen afge lezen worden. Zoek de Zeeuwen! Noten 1 A. Schillings, Matricule de l'université de Louvain. Deel Vlll: Fin février 1734 - fin aöut 1776. Brussel 1963. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2014 | | pagina 21