wat de afwisseling tussen korte en lange stuk
ken in de regelverdeling verklaart. Cornelius van
Brouwershaven vervulde kennelijk twee kerke
lijke functies in het bisdom Utrecht. Hij wordt
vermeld als zevende proost van de Leidse Sint-
Pancraskerk, maar het schijnt problematisch
om hem in de lijst te plaatsen.3 Een Romeinse
functie is voor hem evenwel ook niet bekend en
hij staat evenmin ingeschreven in het broeder-
schapsboek van Santa Maria deH'Anima.
Vandaar dat men vermoedt dat hij tijdens een
bezoek aan Rome is gestorven. De aanduiding
magister houdt in dat Cornelius een universi
taire studie gedaan heeft, maar daar schuilt
meteen de moeilijkheid: er zijn voor de periode
uit het tweede deel van de Matricule vier
Cornelii uit Brouwershaven bekend, waarvan er
twee, misschien zelfs drie in aanmerking
komen, maar het is niet mogelijk uit te maken of
het om Cornelius Henrici (imm. 1463, nr. 5),
Cornelius Johannis (imm. 1467, nr. 8) of om
Cornelius Martini (imm. 1475, nr. 14) gaat.
Cornelius Ghisberti (imm. 1484, nr. 26) kunnen
we uitsluiten, aangezien deze in 1485 nooit
de graad van magister gehad kan hebben.
Bovendien is er nog een Cornelius de Brouwers
haven bekend die in 1464 in Keulen werd inge
schreven, al kan dit in theorie dezelfde geweest
zijn als bovengenoemde Cornelius Henrici.4
De identificatie van de personen uit de Matri
cule is vaak lastig en enige voorzichtigheid is
daarom aangewezen.
Alle referenties in onderstaande lijst zijn naar
het tweede deel van de Matricule de l'Université
de Louvain. De nummering in de lijsten vormt
het vervolg op die van het eerste deel van deze
bijdrage, in de periode 1453-1485 blijft Zierikzee
een zeer belangrijke leverancier van studenten:
met 105 studenten (tegenover 'slechts' 35 voor
de eerste 30 jaar) scoort het aanzienlijk hoger
dan Leiden (76 studenten), Dordrecht (70 stu
denten) en zelfs Middelburg (96 studenten),
maar moet het wel het veel grotere Brugge (142
studenten) voor laten gaan. Brouwershaven
levert ineens een veel groter contingent dan in
de eerste dertig jaar. Duiveland blijft stabiel.
Opnieuw valt het grote aandeel van Dreischor
op (als het hier inderdaad gaat om deze plaats
naam en er geen familienaam in meespeelt). De
andere plaatsen volgen min of meer het ver
wachtingspatroon van af en toe een student,
van de meeste studenten weten we niet of ze
iets meer dan hun artes hebben gedaan. In
enkele gevallen wordt een 'hogere' faculteit
genoemd: het gaat dan altijd om wereldlijk of
kerkelijk recht. Er zijn geen expliciete vermeldin
gen van een studie theologie of geneeskunde
voor Schouwen-Duivelandse studenten van
deze periode.
1 Zie over deze kerk: M. verweij, De Santa Maria dell'Anima te Rome. Bezoekersgids (Rotterdam, 2003).
2 Cf. E. Nikitsch, Das Heilige Römische Reich an der Piazza Navona: Santa Maria deil'Anima in Rom im Spiegel ihrer
Inschriften aus Spatmittelalter und Früher Neuzelt (Regensburg, 2014), pp. 133-134, nr. 45, ook op internet te raadple
gen: http://www.inschriften.net/santa-maria-dell-anima/inschrift/nr/dio003-0045.html. Per vergissing staat in het boek
dat Cornelis in Leiden gestudeerd heeft: dat is uiteraard Leuven. De Leidse universiteit zou pas in 1575 worden gesticht.
3 Cf. B.N. Leverland, St. Pancras op het Hogeland. kerk en kapittel In Leiden tot aan de Reformatie (Hilversum, 2000), p. 303.
4 Cf. H. Keussen, Die Matrikel der Universitat Köln, l2:1389-1475 (Bonn, 1928), p. 712, nr. 77.
I Zierikzee
N.B. Van 31 augustus 1463 tot 29 februari 1464 was
Balduinus Henrici van Zierikzee rector van de Leuvense
universiteit (zie deel l, l, nr. 2).
36) 1453 Jacobus Balduini de Zierixzee, artes, MUL, 2, p. 2,
nr. 19
37) 1454 D(ominus) Laurencius Hugonis, presbyter de
Zierixee (priester), kerkelijk recht, MUL, 2, p. 9, nr. 70
38) 1454 Jacobus Nicholai de Zierixee, artes, MUL, 2, p. 9,
nr. 81
39) 1454 Wilhelmus Symonis de Zierixze, artes, MUL, 2,
p. 9, nr. 85
40) 1455 Petrus Willeman de Ziericzee, MUL, 2, p. 20, nr. 88
41) 1456 Mag(ister) Johannes Boem, arcium magister et
baccalarius in legibus (magister in de artes en bacca
laureus in het wereldlijk recht), MUL, 2, p. 30, nr. 19
42) 1457 Jacobus Loot de Ziericze, artes, pauper, MUL, 2,
p. 37, nr. 113
43) 1459 Nycolaus Nicolaij de Ziericzee, MUL, 2, p. 58, nr. 54
44) 1459 Cornelius Nicolaij de Ziericzee, artes, MUL, 2,
p. 59, nr. 70
45) 1460 Johannes Johannis de Zierixcee, artes, MUL, 2,
p. 73, nr. 77
46) 1460 Anthonius de Zierixcee, artes, MUL, 2, p. 74, nr. 85
47) 1461 Adrianus Jacobi de Zierixzee, artes, MUL, 2, p. 80,
nr. 83
48) 1461 Yo de Zierixzee, artes, MUL, 2, p. 81, nr. 89