slaagde de directeur met het personeel erin het leidingennet te vervangen en uit te breiden. In 1964 kon voor het eerst weer een bescheiden winst van 6000 gulden worden geboekt. Drie jaar later kon een nieuw kantoor op de hoek van het Jannewekken en de Lange Nobelstraat in gebruik worden genomen. Het was het laatste wapenfeit want een jaar later werd besloten te fuseren. Het leidde uiteindelijk tot een watermaatschappij voor heel Zeeland en omgeving. Johan werd bin nen dit nieuwe bedrijf hoofd van de afdeling exploitatie, later van het studiebureau, en tevens plaatsvervangend directeur. In 1982 zwaaide hij af, nog net geen 63 jaar oud. Zijn verdere leven bleef hij de ontwikkelingen op de voet volgen en becommentariëren. Grote verdiensten had Johan van Sloten voor de vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland. Hij werd in 1971 bestuurslid. Acht jaar lang was hij tevens vice-voorzitter. Daarna was hij zes jaar lang secretaris. De doelstelling van de ver eniging om zich in te zetten voor het behoud van het monumentale erfgoed en het landschap vond in hem een warm pleitbezorger. Hij was kritisch ten aanzien van ontwikkelingen die daarvoor een bedreiging vormden en juist daar om was hij binnen het bestuur op zijn plaats. Daar binnen werd geprofiteerd van zijn kennis. Zo was Johan degene die het bezwaarschrift redigeerde tegen de plannen van het gemeente bestuur ten aanzien van het Zierikzeese haven kwartier. Dat resulteerde erin dat Gedeputeerde Staten de plannen van de gemeente niet goed keurden waardoor dit deel van de stad zijn oor spronkelijke stratenpatroon heeft behouden. Binnen de vereniging was Johan van Sloten actief als voorzitter van de commissie die de historische huisnamen in Zierikzee weer liet aanbrengen. Hij was ook voorzitter van de Commissie Kleine Monumenten, lid van de Provinciale Commissie Zeeland van de Bond Heemschut en actief binnen de Commissie Oorkonden, die geslaagde restauraties bekroont. Het meeste werk gaf hem het eindredacteur schap van het tijdschrift van de vereniging. Zijn interesse in geschiedenis vond daar een uitlaat klep. Toen Johan van Sloten op 6 april 1990 afscheid nam als secretaris werd hij benoemd tot erelid. Voorzitter De Kam sprak onder meer: 'Het is een kunst om je zo te gedragen dat ande ren het een genoegen vinden om met je samen te werken, en zo wist jij je te gedragen.' Drie jaar later nam Johan afscheid als bestuurslid. Hij had in totaal 22 jaar de vereniging gediend. De nieu we voorzitter Hugo Doeleman zei: 'Je was bescheiden, kritisch en precies, en daarbij, je wist conflicten altijd te vermijden.' Johan onderging dit soort eerbetoon altijd wat gelaten. Zelf zei hij daarvan dat hij niet graag in de schijnwerpers stond. Hij deed dat ook letter lijk. Wie in het tijdschrift van Stad en Lande zoekt naar een verslag van zijn benoeming tot erelid, komt bedrogen uit. Slechts een regel met het feit is daarin te vinden. Johan hield in 2007 een inleiding voor zijn Rotaryclub waarin hij terugblikte op de afgelopen honderd jaar. Hij keek terug op zijn leven en zag zichzelf als een gelukkig man. In een adem noemde hij zijn Nini, anderhalfjaar eerder overleden. Ze deelden veel interesses en waren samen gelukkig met hun (klein)kinderen en gastvrij voor hun vrienden. Johan zei: 'We hebben een mooi leven samen gehad.' Waarom hij zich gelukkig noemde, legde hij uit. Naast zijn afkomst waren dat een goede gezondheid, een goede scholing, een goede partner en goede vrienden. In Johan van Sloten hebben wij een dierbare vriend verloren. Wij zijn hem veel dank verschul digd voor alles wat hij voor Zierikzee, voor Schouwen-Duiveland en voor Stad en Lande heeft gedaan. Johan was een mens van wie het een voorrecht was hem te hebben gekend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2015 | | pagina 8