Meester Kosten in Oosterland Rinus van Langeraad KAzn In de negenendertigste editie (2014) van de Kroniek van het Land van de Zeemeermin schreef Arie Damman een uitgebreid artikel over de geschiedenis van de Openbare Lagere School van Burgh. Daarin wordt uitvoerig aan dacht besteed aan het bovenmeesterschap van de van oorsprong Flakkeese Dirk Kosten, dat liep van 1921 tot 1928. Na vervolgens een jaar te hebben gewerkt op de particuliere Kralingse School in Rotterdam werd hij hoofd van de Openbare Lagere School in Oosterland. Hij volg de Cornelis de Kok (1864-1959) op en zou tot zijn (vervroegde) pensioen in 1957 op deze post blijven. In het kader van de geschiedenis van de Burghse school kwam de Oosterlandse tijd van meester Kosten uiteraard maar summier in beeld. Deze 28-jarige periode werd echter gekenmerkt door een aantal ups en downs, die het memoreren waard zijn. De vrijzinnig-democraat Kosten kwam in 1929 terecht in een orthodox Oosterland met drie verschillende gereformeerde kerken en een zeer behoudende hervormde kerk, waar bijvoor beeld, tot ver na de Tweede Wereldoorlog, man nen en vrouwen nog gescheiden zaten Een foto uit 1964 van Dirk Kosten die werd geboren in Oude Tonge op 29 april 1896. Hij overleed in Coes op 5 september 1966 (Foto collectie mevrouw A. Swenne-Kosten te Vlissingen) Ten gevolge van deze verscheidenheid in geloofsbeleving had geen van de richtingen vol doende middelen om een eigen lagere school in het leven te roepen. Alle Oosterlandse kinderen gingen in 1929, en vele jaren daarvoor en daar na, 'onverdeeld' naar de openbare lagere school. Meester Kosten kwam dus aan het hoofd te staan van een bloeiende, achtklassige school, waar, naast hem, nog vijf leerkrachten de Oosterlandse jeugd de nodige kennis bij brachten. In de meeste gevallen was dit het enige onderwijs dat de kinderen genoten. Het grootste deel van de bevolking bestond uit kin derrijke gezinnen van landarbeiders en kleine landbouwers, die aan het eind van de lagere school zo snel mogelijk moesten gaan bijdragen aan het gezinsinkomen. Vandaar ook de aanwe zigheid van een zevende en achtste klas, waar in de leerlingen, naast de gebruikelijke school vakken, ook de nodige algemene kennis werd bijgebracht om 'het leven aan te kunnen'. Meester Kosten nam, naast de reguliere zesde klas, ook deze twee topklassen voor zijn reke ning. Daarin besteedde hij veel aandacht aan de individuele leerling. De slimsten kregen extra algemene kennis mee. Hij zette vooral aan tot het lezen van literatuur, dikwijls met behulp van boeken uit zijn eigen bibliotheek. Naast het lesgeven aan drie klassen, het leiden van de school met de zorg voor het schoolge bouw, een goede administratie, een adequate personeelsinzet, acte de présence geven bij fes tiviteiten en zo meer, stoomde meester Kosten, buiten schooltijd, leerlingen klaar voor het voortgezet onderwijs. Franse les en de nodige voorbereiding voor het toelatingsexamen van de HBS vergden ook zijn aandacht en tijd. En of dit allemaal nog niet voldoende was, gaf hij in de avonduren algemeen vormend onderwijs en Engelse en Franse les aan geïnteresseerde jong volwassenen. Daarbij was hij 's morgens vroeg reeds actief in zijn uitgebreide moestuin en zijn keurig onderhouden gazon met bloemperken aan de voorkant van de dienstwoning naast de school. Ter ontspanning waren er de altijd aan wezige pijp of sigaar. Maar ook toerde hij in de 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2015 | | pagina 14