BESCHRIJVING Menschlievende Bedrijven ns- /an ïan nel vr- is en- de lier re r. dig ide rak ?e- nt- nd JW lar- i Ie) hij een aanstelling als schipper op deze boot en twee jaar later die van schipper-visiteur. Op 22- jarige leeftijd trouwde hij met de 20-jarige Neeltje Bakker, de dochter van een Zierikzeese graanhandelaar. Al kort na hun huwelijk werd Jan overgeplaatst naar Hoofdplaat en een paar jaar later naar Veere. Maar Zierikzee bleef trekken en in 1830 keerde het echtpaar met hun inmiddels vier kin deren terug. In april 1839 werd Van Meerendonk bevorderd tot commies eerste klasse en bleef voortaan aan de wal. In 1846 werd hij in die func- na tie overgeplaatst naar Brouwershaven en in ht 1851 naar Bruinisse. Nog later werd Middelburg ai zijn standplaats. In 1860 kreeg Van Meerendonk er eervol ontslag waar een keurig pensioen bij je hoorde. Daar heeft hij, sterk van lichaam en an geest als hij was, nog 20 jaar van kunnen genie- n- ten. Tot zover in het kort zijn levensloop, lij- rd Hoe kwam het toch dat hij zoveel mensen redde iel uit het water? ils Een reden kan zijn dat hij een goed voorbeeld ir- aan zijn vader had. Roelof van Meerendonk was 5g onder-havenmeester te Zierikzee. Wij weten van JlKIt A /-'roede tUr Qtifc r.i.i rUn Nf-rtnnrUcke* I*e*tc ifSfK'Htionrer,1. I' llntM bij brUutimge* f I Kluit j\ f>AL ^NUDERS MlHDK) KVUii pHUKKSRIJ VAN M. OK Z'tt' 187 6. hem dat hij een jongetje uit het water wist te redden, terwijl hij - saillant detail voor die tijd - zijn mooiste uniform droeg. En klaarblijkelijk zat het in de familie. De oudste broer van Jan, Adriaan, was beurtschipper op Amsterdam en heeft daar ook minstens tweemaal een drenke ling gered. Jan zag dagelijks wat de schepen deden: voor uitkomen in het water. Dat wilde hij ook kunnen en bang was hij niet. Natuurlijk lukte hem dat na wat oefenen en hij zwom heel graag. Als het rustig was, hoefde er nauwelijks een aanleiding te zijn om van de boegspriet af in het water te springen en te zwemmen als een vis. Hij dook dan onder het vaartuig door en kwam bij het roer weer boven. Het leverde hem altijd applaus op van de eventuele toeschouwers. Met dit bij zondere talent wist hij ook geld te verdienen door op zeehonden te jagen. In die tijd werden zeehonden gezien als schadelijk wild omdat ze zoveel vis eten. Er stond een premie van drie gulden op, per snuit. Hij en zijn kameraad gingen samen op jacht. Heel zachtjes, zonder geluid te maken, benaderden ze het dier. Als ze dichtbij waren, doodden ze het. Toen hij negentien jaar oud was, verrichtte hij zijn eerste heldendaad. Hij liep bij het Blauwe Bolwerk en hoorde geschreeuw. Er werd geroe pen dat er een jongen die Stiphout heette, dreig de te verdrinken. De achttienjarige was uit een bootje gevallen en op de plek waar hij in het water verdween, waren alleen nog luchtbelle tjes waar te nemen. Van Meerendonk vloog naar het uitstekende deel van de muur, sprong over de hoofden heen van alle mensen die daar alleen maar stonden te kijken, dook in het Havenkanaal, vond de drenkeling en bracht deze nog juist op tijd boven water. In de jaren dat hij knecht was bij de beurtschip per op Rotterdam, Van der Hucht, viel er vlak bij hun boot een vrouw in het water. Het was aardedonker, maar dat was geen probleem voor Van Meerendonk. Hij bedacht zich geen moment en redde de vrouw. In een naburig win keltje kwam zij weer op krachten. Op nieuwjaarsdag 1821 lag hij met het recher chevaartuig, waarvan hij inmiddels schipper was geworden, in Veere. Bij de Waterpoort (waarschijnlijk wordt hier de Campveerse toren mee bedoeld) hield een schildwacht de wacht. Verkleumd door de kou wilde hij zich warm 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2015 | | pagina 13