Hoofdpoortstraat 6 (destijds C 291), het geboortehuis
van Jan van Meerendonk (foto's Peter Noordermeer)
ige richtte hij in de nacht van 6 op 7 september
ien 1851. Het was kermis in Zierikzee en in het
ek, gedrang op de tweede houten brug, die op de
tan plek lag waar nu het Kraanplein is, viel de zes
iet tienjarige Henry Swaab in het water. Hij zou
rijn zeker zijn verdronken als Jan van Meerendonk
i - niet in de buurt was geweest. Onder de ogen
?e- van veel publiek en de wanhopige vader, waag-
(is- de hij de sprong in het donkere water. Eerst
un zwom hij rond zonder iets te vinden. Eindelijk
mk voelde hij iets. Het was de bewusteloze jongen,
ite die al een eind naar de bodem was gezonken,
de Van Meerendonk ging op zijn rug zwemmen en
Jat legde de jongen op zijn borst. Gelukkig schoot
en er iemand met een bootje te hulp die de dren-
;n- keling en zijn redder aan boord nam. Ze brach-
;ld ten hem naar een zijvertrekje van een kermis-
vijf kraam en de Zierikzeese huisarts dokter Keiler
begon hem te reanimeren. In die tijd gebruikte
er- men voor zoiets een rookklisteer. Dit was een
houten instrumentje dat het meest op een pijp
leek, maar dan met op de pijpenkop een extra
steel. De pijp werd met tabak gevuld en aange
stoken. De redder trok krachtig aan de steel om
de rookontwikkeling op gang te brengen en stak
dan de extra steel in de anus van het slachtof
fer. Door hard op de gewone steel te blazen
kwam er rook vrij in de endeldarm. Dat prikkel
de daar enorm en dit zou de levensgeesten
weer opwekken. Een halfuurtje later was Van
Meerendonk, weer gehuld in droge kleding,
eens naar de jongen gaan kijken. Toen de vader
hem zag binnenkomen, riep hij wanhopig:
'Henry, Henry, zie toch eens op, daar is uw red
der!' De dood gewaande jongen opende zijn
ogen en keek hem aan. Het schijnt dat hij later
weer helemaal de oude is geworden.
Het gaat te ver om alle reddingen door Van
Meerendonk op te sommen. Het waren er veel,
in 1839 waren het er al meer dan 50. De Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen verleende hem
daarvoor een bronzen en een zilveren medaille,
in datzelfde jaar benoemde de koning hem tot
Broeder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
In 1859 schonk koning Willem III hem de medail
le voor Verdienstelijke en Menslievende Daden.
Later ontving hij ook nog de erelidmaatschappen
van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
afdeling Middelburg en van de schippersvereni
ging Schuttevaer aldaar.
Er viel hem veel dankbaarheid ten deel en opdat
we dit alles niet zouden vergeten, vroeg hij zelf(!)
aan Nicolaas Bal Snijders of hij een brochure
wilde schrijven over zijn dappere reddingen! Dat
is gebeurd en de Zierikzeese Slavenkas heeft in
1983 een herduk hiervan bekostigd.
Jan van Meerendonk stierf in 1880. Enkele jaren
eerder was hij met Neeltje Bakker 50 jaar samen
geweest 'in enen genoeglijken echtvereniging',
zoals men dat toen formuleerde. Dat kwam toen
niet zo vaak voor. Genoeglijk misschien wel,
maar 50 jaar niet. Deze sterke man had een
eveneens sterke vrouw aan zijn zijde. Ze schonk
hem maar liefst twaalf kinderen, van wie er op
dat moment nog negen in leven waren. Zijn zoon
Roelof heeft later, in de zelfde functie als zijn
vader, ook enkele reddingen verricht, waarvoor
hem een koninklijke medaille werd uitgereikt.
13