Uut de pepieren
Wt CèjtejL rupL i/&L trf 7
yl&ÓiJ
GLCXJ
1*
Jeroen Padmos
In 1785 schrijft Jacobus de Fouw een brief aan
de in Delft woonachtige Willem Hendrik Teding
van Berkhout, een familielid van de toenmalige
ambachtsheer van Haamstede.1 Deze brief
bevat allerhande nieuws uit Haamstede en is
daarom een mooie bron voor wie meer wil
weten over het dagelijks leven op Schouwen-
Duiveland in de achttiende eeuw.
Jacobus de Fouw is geboren in Goes en opgeleid
tot landmeter. In deze functie wordt hij op 25
november 1771 door de Staten van Zeeland
bevestigd.2 In Haamstede maakt hij zich ver
dienstelijk door een belangrijk veldboek op te
stellen en door de geschiedenis van Haamstede
te beschrijven.3 Bij deze werkzaamheden staat
hij in nauw contact met de ambachtsheer het
geen mogelijk heeft bijgedragen aan De Fouws
ambtelijke carrière. Achtereenvolgens bekleed
hij de functies van schout, schepen en secreta
ris. Op 17 april 1775 gaat hij te Burgh in onder
trouw van Anna van Zuijen.4 Uit dit huwelijk
komen elf kinderen voort.
In 1785 voert de in Delft woonachtige mr. Willem
Hendrik Teding van Berkhout een uitgebreide
correspondentie met De Fouw. De interesse van
deze Delftenaar in Haamstede ligt voor de hand
als we weten dat hij in 1768 zijn bruiloft viert op
het slot Haamstede, zijn eerste echtgenote,
Maria Agatha van Kretschmar stamt af van de
bekende familie Mogge.5
Om op de hoogte te blijven van het wel en wee
in Haamstede fungeert secretaris De Fouw als
de oren en ogen van Teding van Berkhout. De
hier getranscribeerde brief is daar een voor
beeld van. De Fouw beschrijft hierin hoe het
hem is vergaan bij het herschikken van de
wapenborden in de kerk en verhaalt over de
houtverkoping, ziekte, armoede en buitenechte
lijke kinderen. Ten slotte grijpt De Fouw zijn kans
en verzoekt Teding van Berkhout om hulp bij zijn
sollicitatie naar het ambt van rentmeester.
%5 Qltt*Vu u L 'VWh-.
aO£sLrf-rr^4>UY\
Handtekening onder de brief van Jacobus de Fouw, Haamstede 27 januari 1785
18