Leuvense studenten uit Schouwen-Duiveland (III)
22
Michiel Verweij
Omvatte deel 2 van deze bijdrage al heel wat
meer inschrijvingen dan deel 1, in deze afleve
ring neemt het aantal nogmaals explosief toe,
zodanig zelfs dat ik deze periode heb moeten
splitsen in een deel Zierikzee (deel IV) en een
deel zonder Zierikzee. De hoogbloei van de
Leuvense universiteit valt aan het eind van de
vijftiende en in het begin van de zestiende eeuw
en dat vertaalt zich uiteraard in de studenten
aantallen. Opnieuw blijken de Zeeuwen naar
verhouding erg sterk vertegenwoordigd. Op
Schouwen-Duiveland is dat uiteraard het sterkst
te zien voor Zierikzee en Brouwershaven, al is
ook het aantal voor Duiveland opvallend hoog.
Wellicht hebben er in die periode (zeker procen
tueel) meer mensen van het eiland aan een uni
versiteit gestudeerd dan op enig ander moment
in de geschiedenis, zelfs nog op dit moment na
de democratisering van het universitair onder
wijs vanaf de jaren 1960.
Op inhoudelijk en wetenschappelijk gebied blijkt
de hoogbloei van de Leuvense universiteit voor
al op drie terreinen. De doorbraak van de literai
re en taalkundige beweging van het humanisme
van Erasmus en collega's zette zich vanaf de
jaren 1490 door. Vanaf dat moment wordt het
programma van de artes-faculteit steeds ster
ker gekleurd door de studie van de klassieke
Romeinse en Griekse schrijvers. Vooral de pe
dagogie de Lelie was een haard van deze huma
nistische activiteit. Het gaat hier voornamelijk
om een nieuwe benadering van de klassieke
auteurs tegenover de middeleeuwse leeswijze.
Het was een terugkeer naar de bronnen, naar
wat de auteurs zelf zeiden, ad fontes, waar
bij directe waarneming centraal kwam staan.
De aanwezigheid van Desiderius Erasmus
(Rotterdam?, ca. 1469-Basel, 1536) in Leuven
van 1502-1504 en van 1517-1521 was een
belangrijk element in dit gebeuren. Erasmus
zette zich ook in voor de oprichting van het
Collegium trilingue aan de vismarkt in 1517
waar de drie 'heilige talen' van de Bijbel (Latijn,
Grieks en Hebreeuws) werden onderwezen,
zonder dat dit college geïncorporeerd was in de
structuur van een faculteit. Het was destijds
werkelijk spitstechnologie en uniek in heel
Europa. In 1530 zou in Parijs naar het Leuvense
voorbeeld het Collége des lecteurs royaux wor
den opgericht, dat nu nog bestaat als het presti
gieuze Collége de France. Geen wonder dat dan
ook het beroemde boek van Thomas More,
Utopia, juist in Leuven voor het eerst verscheen
(1516). In het spoor van de studie van de klassie
ke auteurs ontwikkelde zich ook de vroegmoder
ne wetenschap, waarbij namen als de anatoom
Andreas Vesalius of de cartografen Gemma
Frisius en Gerard Mercator de voornaamste zijn.
Geen wonder dat Leuven destijds gold als een
van de eerste universiteiten van heel Europa,
een positie die te vergelijken is met Harvard, Yale
en Princeton in de hedendaagse rankings.
Op één terrein was de rol van Leuven ook uiter
mate belangrijk en wel die van de theologie. De
Leuvense theologen, van wie de in deel 2 al
genoemde Adrianus Florensz uit Utrecht, de
De graftombe in de Santa Maria dell'Anima in Rome
van de enige Nederlandse paus, Adrianus VI - 1459-1523.
Hij werd aanvankelijk in de Sint Pieter begraven maar
door toedoen van Willem van van Enckenvoirt in 1533
naar bovengenoemde 'Duitse' kerk verplaatst.
(foto's auteur)