Het echtpaar Tannetje Hermina der Weduwen-der Weduwen en Pieter Johannes der Weduwen
(foto's: collectie auteur)
Ten gevolge van de ramp van 1 februari 1953 is
dat aantal aanzienlijk verminderd. Het loslopen
de vee, dat op het boven de omgeving uitste
kende kerkhof tijdelijk verzameld is geweest,
heeft veel van de grafstenen vernield en lang
niet alle gebroken stenen zijn na de ramp ver
vangen.
Pieter kon goed leren en ging naar de HBS in
Zierikzee. Gedurende zijn HBS-tijd woonde hij
niet thuis op 'Kleine Schorre', maar bij de familie
Sam Ochtman in zierikzee. Het dagelijks heen en
weer gaan van Dreischor naar Zierikzee en terug
was vooral in de winter bezwaarlijk en tijdro
vend. Er waren wel reeds fietsen, maar de
wegen waren nog niet verhard. Zeker in de bie-
tentijd tussen half augustus en eind oktober,
werden die wegen helemaal kapot gereden en
het was bijna ondoenlijk deze nog voor het inval
len van de winter weer in bruikbare staat terug
te brengen, voor de ingebruikname van het
stoomgemaal bij het haventje van Beldert, in
1882, stonden diverse wegen dikwijls gedurende
langere tijd ook nog onder water.
Na zijn eindexamen in 1885 werd Pieter 'surnu
merair' bij de belastingdienst, een persoon die
boven het vastgestelde aantal ambtenaren
tewerk is gesteld. Bij gebleken geschiktheid kon
dan een vaste aanstelling volgen. Die kreeg hij
in 1893 en hij betrok zijn eerste standplaats
Noordwelle als, zoals dat officieel heette,
Rijksontvanger van de Directe en Indirecte
Belastingen. Pieter was toen al vier jaar verloofd
met zijn achter-achternicht Tannetje Hermina
der Weduwen. Trouwen was er in die tussentijd
niet bij omdat de beloning gedurende zijn leer
periode dusdanig laag was dat daar onmogelijk
een gezin van te bekostigen viel. Maar na zijn
vaste aanstelling kwam daar verandering in: hij
ging toen 900 gulden per jaar verdienen en dat
was genoeg om getrouwd een huis op
Noordwelle te kunnen bewonen. Op 7 juli 1893
was de heugelijke dag.
Tannetje Hermina (1866-1937), eveneens op
Dreischor geboren, was de dochter van Adriaan
der Weduwen (1839-1924) en Pieternella Marina
Voorbeytel (1840-1900). Adriaan was een voor
uitstrevende boer, die bijvoorbeeld als een van
de eersten op Schouwen-Duiveland kunstmest
gebruikte. Zij woonden op een boerderij, thans
bekend als het 'Witte Huis' (Slotstraat 19
Dreischor).
Belastingontvanger zijn betekende dikwijls ver
wisselen van standplaats. Zo kwamen na
Noordwelle (1893) nog Nieuwerkerk (1895),
Sirjansland (1898), Oosterland (1902), IJssel-
21