'Er waren echte schurken bij
Boek over collaboratie op Schouwen-Duiveland
Eind oktober verschijnt het boek Collaboratie op Schouwen-Duiveland in de
Tweede Wereldoorlog van Jop Steenhof de Jong, geen onbekende voor de
lezers van dit tijdschrift en van de Kroniek van het land van de Zeemeermin.
Hij schrijft mild en met mededogen over de stakkers die uit armoe kozen voor
werken voor de 'mof', uitgebuit als ze waren door de inhalig steenrijke boeren
op het eiland, maar over de echte 'schurken' zoals hij ze noemt, is Steenhof de
Jong in zijn boek keihard. 'Ik heb 700 namen gevonden van mensen met een
dossier van wie er ongeveer 200 ook lid waren van de NSB. Dat wil niet zeggen
dat ze allemaal zwaar fout waren geweest.'
Zo onderscheidt Steenhof de Jong echte
landverraders als waterschapsingenieur Arnold
llcken en de alom gehate Reinier de Waal,
directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau in
Zierikzee, en niet te vergeten, zijn secretaresse
Adri Dogger. Ton Giljam bouwde bunkers voor
de Duitsers puur uit geldzucht en winstbejag,
weer anderen handelden uit boosaardigheid
of rancune. En dan was er nog het legioen
meelopers, 'stakkers' zoals Steenhof de Jong
ze noemt, van wie sommigen steeds verder
verduitsten en ten slotte zelfs in de Wehrmacht
of de SS en aan het oostfront belandden. En
dan was er nog een figuur als burgemeester
Jan Boot van Burgh die door zijn vader de
NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) werd
ingezogen, maar tegen het einde van de oorlog,
wat aan de late kant, toch meer opkwam voor
de belangen van zijn dorpelingen. (Op een
aantal gevallen ga ik hier nader in. Voor het
complete verslag: men leze het boek.)
Heken
Tot de eerste categorie, die van de land
verraders, behoort ongetwijfeld Arnold llcken
(1892), hoofdingenieur bij het waterschap
Schouwen, die na een mislukt eerste huwelijk
in 1932 een echtelijke verbintenis aanging met
de Duitse kunstschilderes Hildegard Andereya.
Tijdens dit huwelijk - of juist daardoor, merkt
de auteur op - kreeg llcken grote belangstelling
voor de NSB. In 1934 leidde hij al propaganda-
avonden voor die club en llcken zag een
politieke carrière voor zich in het verschiet, die
overigens niet doorging. Wel werd llcken door
het waterschap voor de keus gesteld zijn baan
op te geven of zijn NSB-lidmaatschap op te
zeggen. Hij koos voor dat laatste, wat het niet
verhinderde zijn pro-Duitse activiteit onverholen
voort te zetten. Doordat llcken in eigen persoon
in augustus 1944 de inundatie van Schouwen-
Duiveland organiseerde, kwam hij bekend te
staan als 'de man die het eiland onder water
zette', llcken kreeg na de oorlog twaalf jaar
gevangenisstraf en hoorde daarmee bij de
langst bestrafte collaborateurs van Nederland.
Hij overleed in 1979 in Den Haag, Hildegard in
1988. Hoofdstuk drie van het boek is geheel
gewijd aan llcken.
11