De tras van de Kievitshoek In Stad en Lande nummer 149 plaatsten wij een oproep ten behoeve van het project 'De Kunst van Zoet Water'. Naar aanleiding van die oproep ontvingen wij onderstaande reactie van Ruud van den Berg uit Dreischor. Van den Berg beschrijft de op zijn boerderij aanwezige 'tras'. Een tras of regenbak is een voorbeeld van de kleine, veelal vergeten monumenten die met geringe inspanning opnieuw een nuttige bijdrage kunnen leveren aan een boerenbedrijf. {/ancut mtvdtiJte/iA bth&emxies het umteh/ [HA/ rtaoA/ d&t/iM. Pikketel Wasmachine Ruud van den Berg Op onze boerderij 'De Kievitshoek' te Dreischor bestaat nog steeds een goed werkende gemet selde regenbak, 'd'n tras' genoemd, gevuld met hemelwater (foto 1: de tras1). Op het recht hoekige bovengrondse deel (de kele) ligt een Belgische blauwesteenplaat, 10 cm dik, met een Foto 1 cirkelvormige opening. Aangezien de stenen van het bovengrondse deel identiek zijn aan de stenen van de woning, stamt dit deel van de tras uit 1930, het bouwjaar van de woning. Via een schacht van ongeveer 2 meter komen we in het ondergrondse deel, een langwerpig tongewelf. Dit deel is waarschijnlijk veel ouder, gezien de grotere en andersoortige stenen waarmee het gemetseld is (foto 2: rand tongewelf). Dit komt overeen met het gegeven dat op de locatie van de Kievitshoek al ten minste vanaf de zeventiende eeuw een boerderij heeft gestaan. Vermoedelijk behoorde de afdeksteen, die ook veel ouder is dan het opgemetselde bovengrondse deel, bij een vroegere tras. Ook de diep uitgesleten groef aan de binnenzijde van de opening duidt op langdurig gebruik van waterputten met waarschijnlijk een aan een ketting bevestigde putemmer (pikketel). Het tongewelf bevindt zich ongeveer 1 meter onder het maaiveld. De breedte ervan is ongeveer 2 meter, terwijl de lengte bijna 8 meter bedraagt (foto 3). Bij de kele heeft het ondergronds gewelf een diepte van 2 meter. Naar het einde van het langwerpig gewelf toe neemt de diepte af tot ongeveer 1,6 meter. Het diepste punt bevindt zich dus waar met de pikketel water werd geput. De bodem van de tras is voorzien van rode plavuizen. Uit de afmetingen van de tras volgt dat er ruwweg zo'n 30 m3 water kan worden bewaard. De regenbak werd en wordt voorzien van hemelwater van het dak van de oorspronkelijke woning (nu het voorhuis) en van het dak van de inpandige stenen schuur (thans ook woning). Het afgevoerde hemelwater werd oorspronkelijk door zandfilters gezuiverd, één voor het woon huis en een tweede voor het water van de schuur. Vanuit de zandfilters stroomde het water via gresbuizen naar de tras. Door middel van een zwengelhandpomp bij het aanrecht van de bijkeuken kon het water opgepompt worden voor gebruik. Aan de buitenmuur van de bijkeuken was een semi- roterende handpomp bevestigd, die gebruikt werd voor het drenken van vee en reinigings doeleinden. Dit bleef in werking lang na 1959, toen de drinkwaterleiding in de polder van Dreischor werd aangelegd. Thans bevindt zich in de tras een drijvend filter (zie foto 3) met een slang aangesloten op een elektrische pomp (hydrofoor met filter). Deze pomp houdt een tweede waterleidingnet op druk. Wij gebruiken het water uit de tras voor het spoelen van twee toiletten, voor het begieten van planten en voor toepassingen, waarkaIk- vrij' water noodzakelijk is. Het is de bedoeling om in de toekomst het regenwater ook voor de wasmachine te gebruiken. 1 tras of trasbak is dialect voor een gemetselde regenbak in Schouwen-Duiveland (ook in andere delen van Zeeland). De naam komt van de bouwstof, trasmortel, waarmee de regenbak werd gemetseld. Trasmortel is een metselspecie van fijngemalen tufsteen en luchtkalk, waardoor een waterdicht metselwerk ontstaat. 5. Foto 2 Foto 3 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2018 | | pagina 11