Vliegveld Haamstede,
opkomst en ondergang
mm
Rond 1900 ühu hét doofo
wJiltébeAxle/ aftinxla^mav cuh
^eJop£n met d& Achatevaeftt
naaft/ fcaAntmeJkbwiaftb
Paeling-fuuke
Evert Hordijk
1280 meter
werden daar alle Schouwse handelsgoederen
en etenswaren zoals boter, kaas, eieren en
paling aangevoerd en werden er voor de dorpen
weer andere zaken ingeladen. Vooral met de
donderdagse marktdag was het een drukte
van belang. Sinds 1730 stond hier al een
handkraan om een soms meegebracht zwaar
vat meekrap te lossen tegen een vergoeding van
vijf cent per vat. Veel meestoven in Schouwen
waren daarom voor dit handige vervoer naar
Zierikzee zo veel mogelijk aan of dichtbij
een vaart gebouwd zoals die van Renesse,
Noordwelle en Serooskerke. Rond 1900 was
het door verbeterde grindwegen afgelopen met
de 'schutevaert' naar de Karnemelksvaart, die
toen alleen nog dienst deed om rioolwater af
te voeren en bovendien waren er na 1880 ook
geen vaten meekrap meer te vervoeren. In 1919
werd het oude haventje gedempt, nu staan er
woonhuizen aan de gelijknamige straat.
De nog oudere Schuithaven in Zierikzee
daterend uit de vijftiende eeuw, in 1872
gedempt, had vroeger een bevaarbare
toegang vanaf de gracht zuidelijk van de
Nobel poort, de Waterpoortstraat overstekend,
via Steiltjesstraat, Watermolen en Hem. Nog
lang bleef hier donderdags de staanplaats
voor de bodediensten en de vrachtrijders van
Brouwershaven, Zonnemaire en Noordgouwe,
die van de andere dorpen stonden op de
Balie, aanvankelijk uitgerust met paard en
wagen en vóór de Tweede Wereldoorlog al met
vrachtauto's.
kerk- of familiebezoek en soms begrafenissen.
En zoals gezegd, om naar de donderdagmarkt
in Zierikzee te gaan. Natuurlijk kon je vanuit
zo'n bootje ook een 'paelingfuuke zette en
lichte'. Generaties Van den Hoek in Flaauwers
inlaag en Berrevoets in Weversinlaag gebruikten
ze alleen voor het vissen met een kruisnet en
varen naar de vogeleilanden.
Door een nauwkeurige tekening uit het Water
schapsarchief die in 1860 gemaakt was door
dijkbaas J. Boot met maten en houtsoorten,
konden we 25 jaar geleden voor museum
Goemanszorg te Dreischor in Giethoorn zo'n
originele Schouwse kloetschute laten bouwen.
In 1968 vertelde timmerman Adrie Beije uit
Serooskerke mij dat ze na 1910 op Schouwen
niet meer gebouwd zijn maar dat hij ze nog
wel gerepareerd had, en dat enkele generaties
Hordijk, timmerlui uit Kerkwerve, kloetschuiten
hadden gebouwd, waarvan Evert Hordijk
(1840-1921), de laatste of één van de laatste
Schouwse makers was. De rond 5 meter lange
puntige vaartuigen werden met eiken-, iepen
en grenenhouten planken met deuvels (houten
'spijkers', ijzeren zouden doorroesten) en
10 kniestukken stevig in elkaar getimmerd en
daarna goed geteerd. Mogelijk overleefde nog
een enkele de oorlogsinundatie van 1944 maar
die zal in 1953 ook verloren zijn gegaan.
Terug naar vroeger, behalve voor transport
werden.de schuiten ook gebruikt door de
polderwerkers, o.a. om de toen nog veel
voorkomende houten en hoge heulen te teren.
Om er bij hoog polderpeil onderdoor te kunnen
varen moesten die heulen hoog zijn.
Van oudsher hadden niet alleen vragtenaers en
kantonniers een 'kloetschute', maar ook stolp-
bewoners en andere boeren een bredere voor
De vijf meter lange replica van een houten Schouwse
kloetschuit gebouwd in Giethoorn zien we in 1990
aan een steigertje bij museum 'Goemanszorg' in
Dreischor. Op de wal een door smid Piet Steutel in
1935 gemaakte ijzeren versie voor Van den Hoek uit
Flaauwers. (Foto collectie auteur)
Jop Steenhof de Jong
Het initiatief voor de aanleg van een luchthaven
in Haamstede kwam van de Zierikzeese
bankdirecteur J.J. Cock die van KLM-directeur
Plesman te horen had gekregen dat zijn
maatschappij wel op Schouwen-Duiveland
wilde vliegen mits Cock voor een vliegveld kon
zorgen. Dat laatste werd mogelijk gemaakt door
de projectontwikkelaar NV Nieuw Haamstede
die de grond en de aanleg betaalde in de
verwachting met een vliegveld klanten te
kunnen trekken voor zijn vakantiewoningen, en
de in zijn tuinderijen geteelde producten door
de lucht wilde afvoeren. De KLM begon er in
1931 een lijndienst op Rotterdam-Waalhaven,
die een groot succes werd. Haamstede werd
een van de drukste vliegvelden van het land, en
de luchtlijn werd later verlengd naar Vlissingen
en Knokke.
Met de luchtvaart ging het beter dan met de
NV Nieuw Haamstede: die ging in 1934 failliet,
waarbij de gemeente het veld overnam. Bij de
mobilisatie in augustus 1939 werd het voor
de burgerluchtvaart gesloten, in de tweede
wereldoorlog gebruikten de Duitsers het enige
tijd als uitvalsbasis voor hun jachtvliegtuigen,
maar in 1943 werden de gebouwen en
installaties door hen grotendeels vernietigd en
werd het vliegveld omgeploegd, met greppels
doorgraven en van mijnen voorzien.
Minder bekend dan de ontstaansgeschiedenis
is hoe het na de oorlog met het vliegveld
ttuujij^LBcnr.
7