Slimme zakenmannen Een waar gebeurd verhaal Het was oorlog in Europa. Duitsland was op 10 mei 1940 ons land binnen gevallen en sindsdien waren we verre van vrij in ons handelen. We hadden voordien al slechte jaren achter de rug, maar toen het eenmaal oorlog was kwam de economie bijna helemaal stil te liggen. Aan allerlei zaken kwam gebrek. Wat voedsel betreft konden we ons hier op Schouwen-Duiveland, een echt agrarisch eiland, nog wel redden. Niet alle pasgeboren biggen, lammeren en kalveren werden opgegeven bij de overheid, zodat je nog iets voor jezelf had. Er werd wat clandestien afgeslacht op de boerderijen! Dit was bittere noodzaak, het was de enige manier te overleven en daarom hield bijna iedereen zich met zulke zaken bezig. Andersoortige levensbehoeften werden ook steeds schaarser. Schoeisel bijvoorbeeld was slecht te krijgen. Men droeg hier veel klompen. Kinderen, volwassenen en bejaarden, iedereen liep op klompen. Alleen de deftige mensen hadden schoenen aan hun voeten. En als er dan bijna geen klompen te koop zijn, ja, dan heb je een probleem. Investering Bult Verdonkeremaand Kostprijs Betty Blikman-Ruiterkamp Dat probleem werd op een gegeven moment nijpend in Nieuwerkerk. Er raakten steeds meer klompen versleten bij de familie Van der Bijl en nergens in de omringende dorpen waren ze nog te krijgen. Vooral Kees van der Bijl en zijn vriend Piet, beiden leerlingen van de HBS, maakten zich zorgen over dit probleem. Op een gegeven moment kwam hun ter ore dat er in Kruiningen iemand woonde die nog een flinke voorraad van dit soort voetbekleding in bezit had. Als ze daar nu eens naartoe gingen en een grote hoeveelheid inkochten. Die konden ze dan hier weer verkopen. Met winst, natuurlijk. Dat hoefden de kopers niet te weten, maar er zelf wat aan over houden, dat Ze glunderden al bij voorbaat. Wat een goed idee was dat. Maar ja, het vergde natuurlijk wel enige investering en hoe kwamen ze aan het geld. Ze vroegen aan de vader van Kees of hij het bedrag wilde voorschieten. Vader van der Bijl was een voorzichtig man, hij dacht na en kwam tot de conclusie dat hij het maar niet moest doen. Hij zag geen brood in de expeditie van de jongens. Piets vader reageerde al net zo op de vraag om een lening. Wat moesten ze nu doen? Er zat niets anders op dan het benodigde bedrag te gaan verdienen. Het was midden in de zomervakantie en er was genoeg werk te krijgen. Op het land, bij een boer, dat wel. Ze waren dat soort werk eigenlijk niet gewend, maar alia, je moet wat voor je ideaal overhebben. Zo kwam het dat Kees en Piet gezamenlijk enkele dagen gingen kanten snijden van diverse roggepercelen in de buurt van Nieuwerkerk. In gedachte zagen ze hun portemonnee al flink gevuld en dat was een aantrekkelijk visioen. Zo kwam het dat ze op een warme dag 's ochtends vroeg de reis naar Kruiningen begonnen. Eerst met de fiets naar Zierikzee, vanaf 't Luitje daar met de boot over naar Kats en dan weer verder met de fiets. De fiets van Piet had het een paar dagen eerder opgegeven en daarom had hij er een geleend 8 van de familie van der Bijl. Het was een hele reis, die echter toch voorspoedig verliep. Rond de middag waren ze in het dorp Kruiningen gearriveerd en na enige vragen aan inwoners was het duidelijk waar de klompenbezitter woonde. Kritisch bekeken ze hun handel. De klompen waren goed, de prijs was niet al te hoog en vlug waren ze het er over eens dat ze zo veel mogelijk paren mee naar huis zouden nemen. Hoeveel klompen zou je kunnen vervoeren per fiets? Twintig paar per persoon, dat zou wel lukken. Optimistisch begonnen ze de klompen aan de fiets te bevestigen en ja hoor, hun schatting bleek ongeveer juist. Na betaald te hebben, vertrokken ze met 40 paar klompen op de bagagedager en aan het stuur geknoopt weer richting boot. Dat viel niet mee met zo'n zwaar beladen fiets. Er was nauwelijks meer zitruimte over en ze legden de afstand dan ook gedeeltelijk lopend af. Bovendien was er iets mis met de fiets van Kees. Er zat een bult op een band, die dreigde te knappen. Aan boord zouden ze daar even naar kijken. Eindelijk bereikten ze de veerboot. Maar ja, het was wel zaak om in de buurt van de fietsen te blijven, want klompen waren zeer gewild en voor je het wist was er een paar verdwenen. Dus niet genoeglijk in de salon genieten van iets lekkers, maar bij de fiets blijven en aan het werk. Het bandenplakmateriaal dat ze bij zich hadden, bleek niet volledig. Wat te doen, zo konden ze niet naar huis komen. Ze moesten, als ze in Zierikzee waren gearriveerd eerst maar een fietsenmaker opzoeken. Toen de boot aangelegd had, duwden ze vlug hun fietsen op de wal en gingen ze op zoek naar een vakman. Ze raakten in gesprek met iemand die zei dat hij hen wel helpen wilde, hij had thuis alle benodigdheden om een band te plakken. Kees en Piet grepen dit aanbod met beide handen aan. Ergens in een schuurtje aan de Krepelstraat vond de herstelling plaats. De fiets van Kees moest eerst helemaal worden afgeladen, want zo kon je hem natuurlijk niet op zijn kop zetten. Verscheidene buurtkinderen kwamen eens een kijkje nemen, wat daar in dat schuurtje gebeurde. Met enige moeite lukte het en de band was geplakt. Kees betaalde er een klein bedrag voor en de klompen werden weer op de fiets geknoopt. Ondertussen betrok zijn gezicht. De straat uit fietsend deed zijn beklag tegen Piet. 'Ik had er toch 20 bij me, en ik geloof dat ik er maar 19 weer heb opgeknoopt.' Om de eerste de beste bocht stopten ze om de boel te tellen. En inderdaad er hing één paar minder aan de fiets dan voordien. Dat was balen! Zouden ze terug gaan en er wat van zeggen? Eigenlijk durfden ze niet. Stel je voor dat ze de verkeerde persoon beschuldigden of dat er op de boot al een paar was verdonkeremaand. Zuchtend keken ze elkaar aan. Ze hadden geen moed om terug te gaan. Dan zat er niets anders op dan maar verder te gaan, richting Nieuwerkerk. Met een beetje de p in reden ze verder. Bij hun woonplaats gekomen was de stemming weer wat opgeklaard. Er hingen er immers nog genoeg aan hun fiets om te verkopen. Eindelijk thuis, waren ze meer dan welkom. De hele buurt kwam aangelopen, iedereen wilde een paar klompen kopen. De vader van Kees was de eerste koper. 'Dat zijn mooie klompen,' zei vader, 'is mijn maat er ook bij?' Ja, natuurlijk was die erbij. 'En wat moeten ze kosten?' vroeg vader. Kees en Piet keken elkaar aan. Je kon je eigen vader toch niet het vel over de oren halen? Ze besloten dat hij de klompen voor kostprijs kreeg. De oudere broer van Kees wilde ook wel een paar. Wat kostten ze? Tja, de vrienden hadden toevallig zijn fiets geleend, dus ook hij hoefde alleen maar de kostprijs te betalen. Toen er eenmaal een bedrag was genoemd, wilden alle omstanders voor dat geld ook wel zo'n prachtig stel klompen. Kees en Piet hadden bij iedereen wel een reden om alleen de kostprijs te vragen. Allemaal familie en bekenden, die kon je toch geen winst gaan berekenen? Ze waren buitengewoon snel door hun voorraad heen. ledereen ging opgewekt en blij naar huis met een paar nieuwe klompen. Kees en Piet keken elkaar aan en ze baalden. Hadden ze zich daarvoor zo uitgesloofd? Niks extra's in de knip, zoals ze hadden gehoopt. Eendrachtig besloten ze: dat is eens, maar nooit weer. Later kozen ze dan ook een beroep, dat niets met de handel te maken had! (De namen van de hoofdpersonen zijn veranderd.) IQ

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2018 | | pagina 10