De school die niet meer
gebouwd kon worden
'djif VjM a&vMjieji het
epMJbtiaA/ laaeA/ encU/umU
jr i q <7
Te> bw&tvtWvvri trv cuU
(j&ed m&cf&lipb t& ntaJiav'
Hoe de koker met bouwtekeningen van de architecten Hoogenboom en Heule,
afkomstig van Renesse en Burgh, op de zolder van een woonhuis in Rotterdam
terecht is gekomen, blijft onduidelijk. Het betreft tekeningen van verbouwingen,
uitbreidingen en restauraties in de Westhoek van Schouwen, zoals de school in
Haamstede, een boerderij aan de Lage Zoom en de kerktoren van Burgh na de
brand van 1924. Opmerkelijk is de aanwezigheid van het vierde schetsontwerp
voor een nieuwe school in Burgh (1913). Waarom werd die school nooit
gebouwd? Een zoektocht.
Schoolopziener
Niet meer haalbaar
Adri Damman
Burgh moest het lange tijd doen met dit schooltje. Nu is het een museum (GASD BUR 0447)
Begin april 1913 brengt de districtsschool
opziener een bezoek aan de school in Burgh.
Hij moet 'het schoollokaal toetsen aan de
nieuwe algemene regelen omtrent de bouw
en inrichting van schoollokalen voor openbaar
lager onderwijs'. Deze nieuwe eisen zijn
vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 25 juni
1912. In de vergadering van 9 april worden de
leden van de raad van Burgh geïnformeerd over
het resultaat van dit bezoek. Het is een hele lijst
met aanmerkingen, onder andere:
er is één lokaal aanwezig voor meer dan
56 leerlingen, bij splitsing wordt het derde
lokaal te klein voor 36 leerlingen, gewenst is
ruimte voor 40 leerlingen, de zoldering moet
geschilderd worden, schoolborden dienen mat
geverfd te zijn, in ieder lokaal een draaiend
benedenraam aanbrengen, nieuwe vloer leggen,
nieuwe banken, kachel vervangen, betere
ventilatie, meer licht in een van de lokalen, drie
nieuwe privaten en één waterplaats.
14
Het college van B. en W. stelt de raad voor
om de architecten Hoogenboom en Heule
(Deventer/Burgh, vanaf 1914 Renesse/Burgh)
bestek, tekening en begroting te laten maken,
zodat alle genoemde aanpassingen voor
1 januari 1914 uitgevoerd kunnen worden.
Het raadslid P. Romeijn vreest binnen enkele
jaren de opening van een bijzondere school
in Haamstede. 'Als een aantal kinderen uit
Burgh hier naartoe zal gaan, zal het lokaal wel
groot genoeg zijn. Waarom dan zoveel kosten
maken?' betoogt hij. De voorzitter, burgemeester
M. Bolle Lz., antwoordt: 'Wij zijn geroepen het
openbaar lager onderwijs te bevorderen en dit
zo goed mogelijk te maken. De opening van een
bijzondere school mag voor ons geen reden zijn
deze werken niet te doen uitvoeren.' Het voorstel
wordt met zes stemmen aangenomen. Raadslid
Heule, een van de architecten, verklaart zich
buiten de stemming te houden.
Hoogenboom en Heule gaan voortvarend te
werk, want op 28 april kan de burgemeester
meedelen dat de verbouwing ongeveer 5000
gulden zal gaan kosten. Omdat het uitvoeren
van de voorgestelde verbouwing geen garantie is
dat er later niet nog meer aanpassingen moeten
plaatsvinden, hebben B. en W. overwogen
wat beter is: verbouw of nieuwbouw. Als het
Rijk de kosten voor zijn rekening neemt, geeft
het college de voorkeur aan nieuwbouw. Een
voorstel tot nieuwbouw wordt met algemene
stemmen aangenomen. Op 4 juli 1913 kan de
voorzitter meedelen dat hij de Commissaris van
de Koningin heeft gesproken en dat deze, met
het oog op het advies van de schoolopziener,
voor het bouwen van een nieuwe school is.
Het is het college helaas niet gelukt geschikte
grond aan te kopen, daarom wordt voorgesteld
de gemeentewoonhuizen (Kerkstraat 7 en 9)
gelegen naast de onderwijzerswoning, af te
breken en hier de nieuwe school te bouwen.
Dit voorstel wordt enkele weken later zodanig
aangepast dat de gemeentewoningen kunnen
blijven staan. De nieuwe school zal nu gebouwd
worden in de tuinen van de genoemde huizen.
De raad stemt hiermee in.
De gemeente krijgt in oktober 1913 verlof van
Gedeputeerde Staten (GS) tot het bouwen
van een nieuwe openbare school nabij de
begraafplaats en de minister van Binnenlandse
Zaken is bereid hiertoe een rijkssubsidie te
verlenen van ten hoogste 10.100 gulden. De
architecten krijgen nu de opdracht een definitief
ontwerp te maken. In dit vijfde schetsontwerp
is de ruimere ligging van de school, zoals in
het vorige ontwerp, verlaten. Het gebouw ligt
nu dicht aan het pad over de ringwalburg (het
huidige Hooge Burgh) op een afstand van
20 meter achter de gemeentewoningen en
50 meter van de begraafplaats.
Na deze positieve ontwikkelingen blijft het stil
rond de bouwplannen. In geen enkele van de
komende raadsvergaderingen komt dit punt
aan de orde. Pas op 20 november 1914 meldt
de burgemeester dat er bij GS een schrijven
is binnengekomen van de minister van
Binnenlandse Zaken waarin de schoolopziener
meedeelt dat ten gevolge van het oprichten van
een bijzondere school te Haamstede, op korte
afstand van Burgh, het aantal leerlingen op
1 augustus 1914 van 102 naar 65 is gedaald.
In verband hiermee verzoekt de minister het
gemeentebestuur te overwegen de bouw van
een nieuwe school achterwege te laten en
plannen te maken voor verbouwing van de
bestaande school ('indien ook Uw College deze
oplossing het beste voorkomt').
Aanvankelijk blijft het college van mening, in
het belang van de gemeente, toch een nieuwe
school te moeten bouwen. Een voorstel hiertoe
wordt met vier tegen twee stemmen (wethouder
G.A. van Zuijen en raadslid Beije) aangenomen.
Dit besluit zal aan GS worden meegedeeld.
Op 3 februari 1915 blijkt de bouw van een
nieuwe school niet meer haalbaar. Op advies
van de inspecteur van het lager onderwijs
in de tweede inspectie is de minister van
Binnenlandse Zaken tot de conclusie gekomen
dat hij de toegezegde subsidie niet meer
beschikbaar kan stellen omdat de bestaande
15