y&ofo&iu sckijribde/ tchodeps^ime/i/tes ttkeveiv naaA een $ch&&l met let/ikbaxMav' Buitengewone subsidie Grote schok school 'zeer wel te verbouwen is tot een school met twee lokalen die aan alle eisen voldoet'. B. en W. leggen zich erbij neer, maar hebben grote bezwaren tegen een verbouwde school met twee lokalen. Heeft de burgemeester de schoolopziener bij de opening van de bijzondere school in Haamstede niet horen zeggen dat het onderwijs in een school met twee leerkrachten geen voldoende resultaten kan opleveren? Hij (de schoolopziener) raadde de bijzondere school dan ook aan om een school met drie leerkrachten te krijgen. De burgemeester zegt verder: 'Voor ons schijnt de schoolopziener te streven naar een school met twee leerkrachten. Wij moeten daarom krachtig protesteren bij de regering. Mocht dit niet lukken dan ben ik stellig van plan de minister mondeling omtrent deze zaak te gaan spreken.' De raad besluit met algemene stemmen de architecten Hoogenboom en Heule op te dragen plannen te ontwerpen tot verbouwing van de bestaande school in twee lokalen en het vroegere plan van drie lokalen zodanig om te werken dat de school niet wordt vergroot. B. en W. worden gemachtigd bij de inzending van de vereiste stukken namens de raad krachtig te protesteren tegen het streven van de schoolopziener en van de regering om van de gemeenteschool een school met twee leerkrachten te maken. Het protest heeft gewerkt, want op 3 juni 1915 deelt de minister mee dat hij, na ingewonnen advies van de inspecteur, geen principiële bedenkingen heeft tegen de verbouwing van de bestaande school in drie lokalen. Wel onder de voorwaarde dat de gemeente het terrein waarop men de nieuwe school wilde neerzetten geschikt moet maken voor het onderwijs in de vrije en orde-oefeningen. Het college heeft na ontvangst van dit verheugende bericht al met de deskundigen overlegd. Er is een voorlopig schema van werkzaamheden aan de schoolopziener in Goes toegezonden. Op 28 augustus zijn de bouwkundige stukken goedgekeurd en wordt het college gemachtigd de verbouwing uit te voeren. H.M. de Koningin zal 'eerbiedig verzocht worden ten behoeve van de kosten van de bouw een buitengewone subsidie te verlenen van 6234,75 gulden'. Dit verzoek wordt ingewilligd. De gemeente krijgt 6200 gulden toegezegd, zodat de aanbesteding kan plaatsvinden. Uit de inschrijvingen op 7 december 1915 blijkt dat de aannemingssom belangrijk hoger is dan de door de architecten opgemaakte begroting. De raad besluit de aanbesteding niet te gunnen en over twee weken een her-aanbesteding te houden. De laagste inschrijver voor de verbouw is dan P. Romeijn te Burgh voor 5650 gulden en voorde levering van schoolmeubelen 1325 gulden. B. en W. stellen voor de werken aan Romeijn te gunnen, behoudens goedkeuring van de minister van Binnenlandse Zaken. Met algemene stemmen wordt aldus besloten. Raadslid Romeijn onthoudt zich van stemming. 16 Tijdens de verbouwing begonnen in maart 1916, krijgen de kinderen les in de consistorie. Omdat deze ruimte te klein is voor alle leerlingen, mag de gemeente van de kerkvoogdij van de Burghse kerk een deel van het kerkgebouw gebruiken. In september zijn de werkzaamheden voltooid. Als herinnering laten de architecten hun namen in enkele stenen in de voorgevel beitelen. Ook wordt nog een wit marmeren steen met het jaartal 1916 ingemetseld, samen met de uit 1843 daterende steen, die herinnert aan de eerste steenlegging. Ruim drie jaar zijn er verstreken tussen het bezoek van de schoolopziener in april 1913 en de opening van de verbouwde school in september 1916. Niet een nieuw schoolgebouw waarvan uitgegaan werd, maar slechts de verbouwing van het schooltje uit 1843 was haalbaar. Oorzaak was de opening van een bijzondere school in Haamstede, waardoor een aantal leerlingen de Burghse school verliet. Deze overstap moet voor de dorpsgemeenschap van Burgh, die al eeuwen maar één school kende, een grote schok geweest zijn. De kinderen van Burgh moeten nog tot 1961 wachten op een nieuw schoolgebouw. Op zaterdagmiddag 8 april wordt dan aan het Duinwegje een modern schooltje met drie lokalen van de Veerse architect L. Beije geopend. Op een betere locatie dan het terrein achter de gemeentehuizen aan de Kerkstraat, op korte afstand van de begraafplaats op de ringburgwal. Het oorspronkelijke, verbouwde schooltje en de ernaast gelegen onderwijzers woning passen nog steeds prachtig in het dorpse straatbeeld, ook nu het schoolgebouw een museumbestemming heeft gekregen. Bronvermelding: Archief van het gemeentebestuur Burgh (1814 - 1944): inv. Nrs.16, 166 t/m 181 en 460. Het ontwerp voor de school die nooit gebouwd werd van de architecten Hoogenboom en Heule (met dank aan museum De Burghse Schoole) 17 'tIM. AC-hoCsl.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2018 | | pagina 9