loond aan studies en publicaties van W. Pb. J. Hellebrekersdie mij toestemming gaf van zijn publicaties gebruik te maken voor "Sterna11. De eiscbaal bestaat uit drie lagen le dc mamillcnlaag. De kalkdceitjes zetten zicb als eilandjes op bet eivlies af en voimen daarop, in bet begin nog niet aangesloten kegeltjes, 2e de kernlaag, welke aaneengesloten is. Je de schaalbuid. Deze laatste is zeer dun cn geeft de glans welke soms zeer sterk kan zijn. Van de eigenlijke pigmcntering weet men veel minder af. Sommige schrij vers nemen slechts 2 of 5 kleurstoffen aan,anderen veel meer, tot 8 toe. Volgens de opvatting van Van Pelt lecbner zijn bet drie, soms vier. leaöcyaanDit is een blauwachtige kleurstof, die bij heel veel eieren dc grondkleur vormt (bij spreeuwen, zwarte rood staart, lijsterachtigen, sperwer, havik en strandlo- pers.) Verschillende auteurs nemen aan, dat deze kleurstof een afvalproduct van de gal is. Gezien de gelijkmatige verspreiding over de gehele eischaal (slechts heel zelden ziet men een donkerder blauwe ring) moot het een dunne vloeibare massa zijn. In heel veel gevallen is daarmede alleen do mamillenlaag (dus de eerste kalkafzetting) gekleurd en hangt het dus van de dikte van dc kernlaag af of het ei ook uitwendig blauw getint is. Tegen het licht gehouden schijnen deze eieren uit de aard der zaak blauwachtig door. 2e. bilinrasin. Dit is een donkergroene kleurstof, welke typisch is bij sommige kraaiachtigcn en reigers doch ook bij lijsterachtigen voorkomt. 5c. aörhadcin. Dit is een bruinachtige of roodbruinachtige kleur stof, waarschijnlijk een afvalproduct van het bloed welke met het ei meewandelt in de eierstok. Dit moet een klonterige massa zijn om vlokken te kun nen veroorzaken. Zijn deze vlekken diep in de kalk- laag afgezet dan krijgt men de z.g. grijs-violette ondervlekking 4cbilihuminDit is een zwarte kleurstofdie- slechts af cn toe- voorkomt en zwarte vlekken veroorzaakt op sommige kraaiachtigen en valken eieren. Tenslotte nog iets over dc spiraai-tekening, welke vooral bij sommige snippen, steenlopers en sterns veel voorkomt. Hot ei maakt twee bewe gingen, een voortgaande van eierstok naar cloaka cn een draaiende om zijn lengte-as. (Volgens Jaurdain beweegt hot ei zich voorwaarts met de spitse punt naar voren, doch draait als regel in de cloaka om, met de stompe punt naar voren.Op zichzelf is het dus zeer begrijpelijk dat een spiraal tekening voorkomt. Doch waarom dan alleen bij sommige soorten De mogelijkheid bestaat, dat bij deze vogels de draaiende be weging sneller is. Bij sommige dieren o.a. bij de kievit, vertonen de eieren een of moer ringen van vlekken, waartussen een of meer ongete kende groene banden. Men veronderstelt, dat het ei op een bepaald mo ment v/el de ronddraaiende- beweging had, doch niet de voortgaande b.v. doordat deze beweging verhinderd werd in een tijdelijke blindzak van de eierstok. ld e r a k t i e Wij maken do leden er nogmaals opmerkzaam op dat in de jasirvergadering in het voorjaar van 1956, werd besloten een fonds in het leven te roe pen, teneinde weerbaar te zijn als wederom een zeer strenge winter vele vogels in nood zou doen geraken. Zij, die dit fonds geldelijk willen steunen kunnen hun bijdrage storten of overschrijven op girorekening van dc penningmeester (Ho.59568). Voedsel dat ter beschikking wordt gestold zal, na telefonisch overleg met de secretaris (N0.19 Burgh) worden afgehaald. De distributie kan dan weer vanuit een centraal punt plaats vinden. Wij houden^ ons aanbevolen voor meldingen van de plaatsen waar vogel concentraties zich bevinden. Laat ook deze winter ieder meehelpen hot leed der vogels te verzachten door ook in do omgeving van huis en tuin voedsel en drinkwater te ver- trokken. ^'an belang is ook dat daar, waar dit nuttig kan zijn. bijten in het ijs te hakken en open te houden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1956 | | pagina 5