-P2- Prachtige duinlandschappen en diverse vogelsoorten kwamen op het witte doek. Hierbij aansluitend werden vogelgeluiden ten gehore ge bracht, die de indruk wekten dat het voorjaar reeds teruggekomen was. Uit het betpog van de heer Van Dongen bleek wel, dat Vogelwacht m< betekent dan alleen het bewaken van broedterreinen. Ook de verspri ding van en de contröle op nestkastjes (jeugdwerk), de wintervoedt ring, het verzorgen van stookolie-slachtoffers en het in beheer k] gen van vogelreservaten zijn belangrijke taken voor een vereniging de onze. Slechts met behulp van veel vogelwachters zijn deze taken op de ju: te wijzete vervullen. Na deze alleszins geslaagde lezing sprak de voorzitter nog een opwekkend woord tot de aanwezigen zich als vog wachter op te geven en sloot hij de avond met een dankwoord aan de ren Van Dongen en Regensburg de Mooij. Nogmaals wordt hierdoor de aandacht gevestigd op de oproep om zie op tegeven als vogelwachter. Het is niet de bedoeling dat men het gehele broedaeizoen in het veld moet zijn. Integendeel, het bestuu: beschikt graag over leden die slechts enkele keren hun diensten z> den willen aanbieden, liefst op zaterdagmiddagen en des zondagsmo: gens. Indien U de door U beschikbare uren aan het bestuur wilt mededelei dan kan met een van te voren opgesteld rooster daar rekening mee houden worden. Aangezien U de volgende MSterna:' eerst in april 1958 ontvangt en broedseizoen dan al aan de gang is, betekent deze opwekking'' de laatste die voor die tijd de grote kring van aktieve leden op Schoi wen en Duiveland kan bereiken. In overleg met het bestuur en de leden zelf, worden zij tlie zich o geven, in het bezit gesteld van een identiteitsbewijsHet is de b doeling dat deze vogelwachters de wachttijden met 2 personen verri ten. Voor zover nodig kunnen zij per aanzegging verbaal laten opma ofschoon dat niet in alle gevallen nodig zal zijn. Met het aantrekken van vreemde arbeidskrachten kunnen er mindere gunstige elementen bijkomen, terwijl er nog altijd zeer veel eilandb woners zelf zijn, die er een laf behagen in 'scheppen nesten van kli ten en van veel weidevogels uit te halen. Het bestuur ontvangt dus wel graag een berichtje van U. Alle gema te onkosten worden vergoed, behalve de bewakingsdiensten zelf. De bonte kraai- (Cirvus Cdrnix Odrnix) Onafwendbaar staat de winter voor de deur als de eerste Bonte kra zich in oktober in onze streken vertoont. Na een lange reis uit C Europa of de Skandinavische landen zien wij deze vogels plotseling op ons eiland neerstrijken en doorgaans vertoeven zij de eerste dagi in de duinstreek. De trek is kennelijk langs de kust, vanwaar de v gels zich allengs landinwaarts verspreiden. Zij trekken niet in gr groepen. Bonte kraaien zijn echte wintergasten en zij vormen met de meeuwen reinigingsdienst, aangezien zij alleseters zijn, die zich op vuilni belten en aan dode dieren te goed doen. Omdat deze vogel in het v terhalfjaar hier vertoeft en bovendien in stille streken broedt, hij minder schuw dan andere kraaien. Op het strand is de Bonte kraai wel te vinden aan de vloedlijn, we hij in het aanspoelsel altijd wel wat weet te vinden. Bepaald speci tulair is de wijze waarop de vogel aan de zeeweringen mossels berm tigt. Na de mosselschelp van de berm te hebben opgeraapt, vliegt omhoog en laat van grote hoogte de schelp op de bazaltstenen te v ter vallen. Het is daarna een klein kunstje voor hem om de inhoud van de schelp te verorberen. De Bonte kraai -die in kleinere aantallen voorkomt dan in vroeger jaren- is echter evenals zijn soortgenoten, vogelvrij verklaard, d. dat hij volgens de Vogelwet geen bescherming geniefNaar het ons echter voorkomt, wordt ojj ons eiland vrijwel geen jacht op deze vo, gemaakt en wij kunnen dit alleszins waarderen, want de Bonte kraai verlevendigt ongetwijfeld her kale winterlandschap en zijn Ucrrga", "krrga"-geroep zouden wij zeker niet willen missen. Vogels en post zegels. Noach liet een duif los om na'te gaan of het water cp de aarde ree zakkende was, aldus lezen vrij in het Bijbelse verhaal over de Zond vloed. -Dit-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1957 | | pagina 2