Om niet de kans te 'lopen aan lager wal te geraken (hat water was val lende) moesten helaas enkele deelnemers worden teleurgesteldomdat hier niet op gewacht kon worden. Na een voorspoedige tocht bereikte men de zandplaat "H0mpelvaet" oj het water was .toen nog steeds vallende. Om: het de deelnemers 'gemakkl lijk te maken bij het betréden van 'de' zandplaat, zette de schipper zijl vaartuig tegen de plaat. Achteraf is wel gebleken, dat deze hande ling de opvarenden duur te staan is gekomen. Door het snelle -wallen van het water was/ het de schirjper niet meer mogelijk na de ontscheping zijn schip in dieper water te krijgen en toen kwam zijn boot hoog en droog op de plaat te liggen. Het gevolg hiervan was, dat niet op de afgesproken tijd terugreis ko: worden aanvaard, doch dat een en ander een oponthoud van enige urea betekende Op de plaat gekomen bleek het aantal vogels tegen te vallen. Wel wif ren er voldoende kokmeeuwen, maar de grote stern, de visdief en de strandplevier waren in veel minder aantal te zien dan in voorgaande jaren. Uiteraard was het nog vroeg in het seizoen en was wel te ziei dat b.v. de grote stern nog maar pas gearriveerd was. Ook werden no; nesten gevonden van wilde eenden. Een plaat met een-oppervlakte als de "HompeIvoetleent zich er ov gens wel toe, dat men zich niet hoeft te vervelen. Men zou er uren kunnen dwalen, steeds genietend van de unieke uitzichten, de prachtl gchelpenhoogteri en de steeds toenemende flora op-deze plaat, diekej nelijk alleen in het winterhalfjaar zo nu en dan oversp/oeld wordt. De tegenslag bij deze excursie werd gs lulckig over het algemeen sport: opgevat. Toen de avond begon te vallen, zochten velen een beschut plaatsje in het ruim van de boot, waar de accomodatie wel niet be paald "af" was, maar waar gelaten het opkomen van het water en het vlot komen van de boot werd afgewacht. Met vele,uren vertraging bereikte men laat in de avond de vertrekha ven v/ellicht kan bij eventuele volgende boottochten wat meer aandacht worden geschonken aaa de accomodatie am boord, door b.v, het mee voeren. van banken, Datópdeze toeKt consumpties konden worden gekocht werd uiteraard v/el op prijs gesteld, maar men wake er in de toekomst echter voor, dat de prijzen niet hoger zijn dan die aan de wal. HET BROEDSEIZOEN 1959 5 Vooruitlopende op het gebruikelijke overzicht van de bröed-resul- taten in 1959 kunnen wij reeds nu berichten, dat het voorjaar vroeg is ingezet en dat vele vogels vroeger dan anders in de broedgebieden aan waren. Een geringe toename van Kievit en Grutto werd waargenomen en ai eerste kievitseieren werden in~de V/ebt hoek op Y2'- maart aangetroffen. Het aantal aanwezige kluten en bergeenden was vrijwel gelijk de aantallen in voorgaande jaren. Ook het aantal wulpen toonde geen v meerdering. Opvallend is de teruggang- van, het aantal grote sterns in de lco- 'lonie aan "de" zuidkant van het eiland En/kexe ^eer on naehten in de maanden april en mei waren voor veel jonge weidevogels funest en er vielen daardoor slacht' off ers In ons volgens nummer hopen wnj uitvoeriger over het broedseizof te kunnen berichten. TREKGEGEVENS u. Op 4 juni 1953 werd in de inlage bij Koudekerke een jonge kluut geringd. Deze kluut werd op 9 november 1958 bemachtigd te Mouchad de Povoa (Estramadura) Portugal. Een op 10 juni 1957 te Renesse geringde jonge torenvalk werd op 16 januari 1959 dood gevonden te Bois l'Evegue (oostelijk van Rouas in Frankrijk. Te Roses Farm, Hawkhurst (Kent) in Engeland vond men op 20 mai 1959 een dode kievit. Deze vogel was als nest jong op 10 mei 1958 te 0! Renesse geringd. n Op 31 mei 1955 werd te Renesse een broedende bergeend geringd De vogel werd op 28 mei 1959 op vrijwel dezelfde plaats broedend aang troffen, -Enige- -4-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1959 | | pagina 4