-7- DE PUTTER Naar het ons voorkomt, neemt het aantal broedgevallen van de in overige delen van ons land beslist niet algemeen voor- i komende P U T T E R de laatste jaren op Schouwen aanzienlijk j toe. Dit is des te meer opmerkelijk, daar hij juist in andere de- j len van Zeeland schijnt af te nemen. Daarom zouden wij het uitzonderlijk plezierig vinden, indien een ieder, die gegevens omtrent broedgevallen van de putter op Schouwen heeft verzameld, de volgende vragen wil beant- woorden en doorgeven aan één van de onderstaande adressen: 1. Waar trnfu het nestvan een putter aan (liefst zo nauwkeurig mogelijk, ook graag in welke boom soort 2. Waar vond u het_nest en waren er toen al eieren of jongen 3. Zijn de jongen uitgevlogen of is het nest om een bepaalde redenzo ja, 'welke, verstoord 4. Kent u uit voorgaande jaren uit het gebied, waar u de püWër""bröë"dënd aantrof, "ook "broedgevallen Indien u twijfelt over de juistheid van uw waarneming, dan kunt u altijd even contact opnemen met de heer J.P.O.Boot. Het verdient vooral aanbeveling juist de boomgaarden op Schouwen in het oog te houd endaar in deze gebieden de j meeste broedgevallen te verwachten zijn. Het ligt in de bedoeling de verzamelde gegevens aan het eind van het broedse; zoen in "Sterna" te publiceren. Mogen wij daarom voor 20 juli uw gegevens ontvangen J.P.C.Boot "Oase HAMSTEDE. J .Mennema. Hoogenwaardstraat 86a Overschie - ROTTERDAM

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1959 | | pagina 7