-6- Jachtvogelswaaronder ook het "waterwild" moet worden verstaan, zijn slechts beschermd in gesloten jachttijd. Buiten die tijd mogen zij worden "bemachtigd door personen die daartoe gere-chtigd zijn. Aangezien de jacht op deze vogels in de broedtijd gesloten is en de eieren' dan niet mogen worden geraapt, noch de nesten worden verstoord,, schenken ook de Vogelwachters aan deze vogels wel hun aandacht. Schadelijke vogels tijd kunnen worden raapt, mogen deze Jachtwet genoemde zijn het gehele jaar onbeschermd. Hoewel zij dus al- bemachtigd en gedood en hun eieren mogen worden ge hande lingen slechts plaats vinden onder de in de voorwaarden. De jachtvogels worden onderscheiden in: 1. Klein wild. cl b. c d. e. II. Waterwild. fazanten patrijzen hout snippen holendui'ven korhoenders (niet van belang voor Schouwen) alle soorten ganzen eenden watersnippen goudplevi eren poelsnippen f. bekjes g-meerkoet en a. b. c d. e. (niet van toepassing op Schouwen) (idem) (idem) (idem) Tot het schadelijk cl* b. c d. e. wild behoren: houtduiven zwarte- en bonte kraaien roekeh en kauv/en vlaamse gaaien eksters De fazant, waarvan de haan met zijn exotische gekleurde veren wel bij— zonder opvalt, verblijft bij voorkeur in enigszins bebost terrein met veel onderbegroeiïngHet is daarom dat deze vogel innde duinstreek in grote aantallen verblijft en minder in de vlakke polders, waar de fazant, slechts aarden kan in de omgevingvan boomgaarden, houtsingels en met houtgewas begroeide binnendijken. De vogel moet n.l. snel dekking kunnen vinden indien onraad dreigt. Fazanten zijn wel aan een zekere omgéving gebonden, maar toch nog al zwerflustig. Zij brengen het grootste deel van hun leven op de grond door en gaan slechts noodgedwongen op de wieken. Bij .onraad zal de fazant steeds door een snelle ren trachten aan het gevaar te ontkomen en dekking zoeken in het struikgewas. Begin april kunnen wij de eerste eieren van de fazant verwachten. De vogel nestelt zeer verborgen op de grond en door de schutkleur is het hennetje -dat alleen broedt- op het nest moeilijk waar te nemen» Het broedsel bestaat als regel uit 10 - 13 eieren(soms meer). Zeer grote legsels kunnen van twee hennetjes zyn. Ha ongeveer 25 dagen komen de jongen uit het ei te voorschijn en verlag ten met de moeder terstond het nest. Moeder fazant houdt zich met ha& jongen zeer verborgen en laat zich maar zelden zien. Uiteraard hebben ook jonge fazanten hun natuurlijke vijanden en kóken zij niet alle tot wasdom. Ook de weersomstandigife den hebben invloed op de stand der fazanten. 71 sneuvelen nog wel veel jongen bij een nat en koud voorjaar. Door het verblijf in het lange gras en koren worden de jongen dermate doorweekt dat zij van koude sterven. Wij kunnen echter wel aannemen dat het afgelopen voorjaar gunstig is geweest voor de fazant. In het volgendNnummer hopen we dit artikel te vervolgen en tevens mee| bijzonderheden te publiceren over de patrijs, de holenduif en de hout- snip. x-59

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1959 | | pagina 6