I] Naast het Dijkwater was ook de inlage bij Ouwerkerk weer een prachtig' j gebied, dat veel vogels herbergde. Zo telden wij daar op 3 juni (nadat veel eieren waren uitgebroed) de nesten van: 8 visdiefjes 3 scholeksters 18 kokmeeuwen 11 kluten 4 strandplevieren en 8 dwergsterns In de omgeving van deze inlaag broedden ook veel bergeenden. De inlagen bij Flaauwers gaven een vermeerdering te zien van het aanta! ten. Helaas was het aantal broedende Grote sterns in die inlagen gerit Hun aantal kan op ten hoogste 50 paar worden gesteld. In de Koudekerkse inlaag begon het broedseizoen met een bevredigend aa kluten. Helaas zijn wederom veel legsels verstoord geworden en waarlijk alleen door toedoen van mensen, ook kokmeeuwen werden als eierrovers naleerd. Zolang men nog te gemakkelijk vanaf de zeedijk deze inlaag kan treden, zal er voor de vogels geen voldoende rust heersen. Deze inlaag wel rijk aan broedende tureluurs en kieviten. In de duinstreek misten wij dit voorjaar het vliegbeeld van de kiekendi Later in het seizoen lieten zij zich wel weer zien. Meer wulpen hebben het duingebied gebroed. Ook in de bekende natuurreservaten tussen Haat en Renesse broedden veel vogels. Een bijzondere broeder was dit jaar de nachtzwaluw, die te zien en te was in de omgeving van het pompstation van de Waterleidingmaatschappij Haamstede De oeverzwaluw, welke in 1958 te Renesse en in 1959 onder Serooskerke de, keerde dit jaar niet als broedvogel op ons eiland terug. Teleurstellend zijn de broedresultaten op de zandplaat "Hompelvoet" gei Bij de aanvang van het broedseizoen werden op die plaat 2250 nesten vat grote stern waargenomen. Ook ruim 600 paren kokmeeuwen hadden toen te: plaatse hun nest. Kort daarna werden deze broedkolonies geteisterd doe hoog oplopende zeeën bij springvloed. Alleen op de hoogste topjes bleve nesten intact. Veel eieren dreven weg en veel jonge vogels kwamen toen om het leven. Na deze ramp hergroepeerden vele grote sterns zich op ee westelijker gelegen schelprug en het was daar, dat toen wederom 115 ne werden geteld. Bij een volgend bezoek aan de plaat was dit aantal neste aangegroeid tot circa 600 met daarnaast nog 90 nesten van de visdief, het eerder ondergelopen hoge deel van die zandplaat werden toen tevens 78 nesten van de grote stern en 43 nesten van de visdief gevonden. Op de eerder bedoelde schelprug was het aantal visdiefnesten toen aang groeid tot 103. Ook een scholekster en een kluut hadden daar toen een plaats gezocht. Er werden toen circa 270 jonge grote sterns aangetrof: Uit dit alles bleek wel, dat de vogels, na door de hoge vloed in het den te zijn verstoord, het nog eens probeerden. Helaas heeft dit niet baten, want nieuwe hoge vloeden met harde-winden zetten de gehele Hom? voet onder water en slechts die jonge vogels, die reeds vliegvlug ware konden zich redden. Hun aantal kan op niet meer dan 200 worden gescha' Uit dit alles blijkt nogmaals, dat Hompelvoet een zeer kwetsbaar reseri Door leden van de Vogelwacht werden de hieronder volgende soorten en tallen jonge vogels voorzien van een ring van het Vogeltrekstation te den; Ransuil Zilvermeeuw Huiszwaluw Boerenzwaluw Witte kwikstaart Gekraagde roodstaart Strandplevier Bontbekplevier Grote lijster Zanglijster Wielewaal Visdief Tureluur Grote stern Kievit Turkset ortel 1 Tortel 1 53 Scholekster 19 i 7 Wulp 2 21 Bergeend 4 1 5 Wilde eend 7 f 3 BI.reiger 7 12 Grutto 5 i 2 Kokmeeuw 1 6 Kluut 49 c 3 Torenvalk 10 D 3 Steenuil 1 26 16 4 r 66 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1960 | | pagina 2