- 5 - fie uw geschapen vogelbroedplaats 't Is dan zo yer. Einde 1959 krijgen de hèrverkavelingswerkzaamheden ach ter de hofstede Huize Pottere te Noordgouwe hun "beslag. Het la,a.ggelegen leiland is opgehoogd en geëgaliseerd. De moeras- en weidevogels, die sinds mheugelijke tijden over het weiland verspreid en op het onland om de weel lestelden en "broedden, moeten een groot deel van hun territorium missen, laar het opgehoogde la,nd niet door hen als "broedgelegenheid wordt gepre fereerd. Maar het laagst gelegen gedeelte, dat eertijds "bodem van de (eel was, is ongerept "blijven liggen. Een vrijwel vierkant stuk, deels on- iiep water, deels slikland, hier en daar al "begroeid, wordt afgepaald en laaromheen, in het vierkant dus, een sloot gegraven. Zo is er dus een ei land ontstaan, een nieuwe "broedplaats voor de ontheemde vogels, want de ligenaar, reeds op leeftijd, heeft van jongs af aan - vóór hem reeds zijn rader en nu weer zijn schoonzoon - zich elk jaar weer opnieuw verlustigd in le aanblik van dat rijke vogelleven achter zijn deur. Zij zullen het er niet •ij laten, de vogels zullen "blijven. Het plan ligt al lang klaar. Dus, in jeperkt bestek een "broedplaats geschapen en de vogels voortaan gelocali- seerd tot een kleinere, doch pasklaar gemaakte vrijplaats. Reservaat is Ier een te groot woord, maar in wezen wordt het er één, een "broedplaats, laar de vogels frank en vrij, zonder storend ingrijpen van de mens, hun na- ;uurleven kunnen uitleven. De favoriet, waar het vooral om gaat is de "bon is kluut met zijn hoge "benen en zijn belachelijke snavel. Verder echter zijn Isdiefjes, kokmeeuwen, wilde eenden, een waterhoentje, een enkele zee- Ister, een tureluurtje welkom. 'egenover verstoring zijn wel rigoureuze voorzorgen getroffen. Immers, t .s zo vlak aan het dorp met zijn jeugd, waaronder allicht op avonturen be- .uste vrijbuiters schuilen. Welnu, de sloot om het eiland is meer een vaart 3an een sloot, zó breed. De recordhouder in verspringen blijft er gewis •oor staan. En hij is 'zó diep, dat aan doorwaden niet te denken is. Zwemmen, .elemaal uitkleden, veel te riskant bij plotselinge overval. De uit de sloot .itgegraven aarde is door de graafmachine gedeeltelijk op de rand van het Hand gestort en blijft daar liggen in de grillige formatie, waarin het leergekomen is. De hoge rand is een prachtige beschutting tegen al te veel elangstelling voor de vogels in de peol beneden. En de stormwind gaat hoog ver ze heen. u is het wachten maar op het voorjaar, op de vogels. En ze komen, elk met ijn partner. En als dan alles in volle fleur is, de vogels nesten en eieren ebben, gaat op die mooie Hemelvaartsdag (i960) de telefoon. Of we eens aar de broedplaats komen kijken? Laarzen meebrengen! Hoe er te komen? De rede, diepe vaart is voor ons dezelfde belemmering! Elke verbinding met .et eiland ontbreekt; geen dammet'je, geen brugje. Een lange, dikke plank, Tentueel balk als plank, wordt met mankracht over de vaart gekieperd, uigt nog zózeer in het midden door, dat de laarzen geen overbodige weelde ijn, evenmin als een lang eind hout, om je stevigheid te geven. We komen r dan, doen de ronde, omstuwd door de verontruste vogelbevolking. We vin- en 24 nesten, beneden, vlak aan het water, op randen en richels va,n de and en daarboven op, de helft naar schatting, van kluten - óón nest bevat eieren tegen de regel in van 4 - de andere helft van visdiefjes en kok eeuwen. Een wilde eend en een waterhoen zijn al met hun jongen de hort op. P de terugtocht wordt de plank weggenomen en de rust op de broedplaats eert weer. (Manks alle voorzorg weten, in het gevorderde seizoen, toch enkele onder kende knapen de broedplaats te bereiken. Ze springen niet, ze waden niet, e zwemmen niet Ze varen! Een grote autobinnenband, een plank er op, feu duwtje, en ze zijn er! Ingenieus bedacht! Inderdaad! Maar op de hofstede Laapt men niet. Ze worden gezien! Dan is Leiden in last! Geroep! Geschreeuw! ïboonzoon o.p een hol er heen, in onbeheerste sprongen! In de overhaaste tucht kan het vaartuig niet zo gauw zeilree zijn. Dus storten de boosdoe- ps zich zonder bedenken in de vaart, bereiken half zwemmend, half spra yend de ove'rkant, zij het ten koste van een royaal "kopjen onder", maken [oh uit de voeten. Schoonzoon met de auto er achteraan, maar zonder suc- Ps. Ter voorkoming van onjuiste gevolgtrekking zij medegedeeld, dat de eugd va,n Noordgouwe in deze absoluut vrij uitgaat. Hebben ze schade aan- fïicht, blijvende schade? Het eindresultaat zegt neen. De grote witte wolk iiu oude en v.lieg-vlugge jonge vogels, die ons half juli bij nadering van broedplaats krijsend tegemoet komt, zegt ons voldoende duidel'jk, dat [60 voor de 'nieuwe, zo beperkte broedplaats een zeer gunstig jaar is ge est. Hoe za.l 1961 zijn? Vijverberg

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1960 | | pagina 5