4 - Evenals voorga,a,nde ja,ren, was het "Dijkwater" wederom een broedgebied van de eerste orde. Wij noteerden daar als broedvogel de kievit, de ture< luur, de scholekster, de wilde eend, de slobeend, het waterhoen, de mee: koet, de dwergstern, de visdief c.q,. noordse stern, de kluut, de strand' plevier, de bontbekplevierde kleine plevier, de patrijs en de kokmeeuw Wat ons dit jaar weer is opgevallen was het feit, dat van de jonge nestvlieders (weidevogels), zo weinig jongen tot wa,sdom zijn gekomen. Te: zake bevoegden hebben hetzelfde vastgesteld van jonge fazanten en patriji Grutto, kievit, tureluur en kluut, leggen als regel vier eieren en daaruit worden vrijwel ook altijd vier jongen geboren. Niet bevruchte eie: van deze vogels treft men maar zeldzaam aan. Reeds na enige dagen ziet men nog maar twee, hoogstens drie jongen bij de ouders. Na verloop van korte tijd is ook dat aantal jongen niet meer aanwezig en legio waren dü jaar de gevallen dat oude kluten, kieviten en tureluurs slechts een jon groot brachten. Ook bij de scholekster was dit het geval. De oorzaak hie: van is ons niet bekend, maar te koude nachten en roofwild en roofvogels kunnen hiervan de oorzaak zijn. Het zijn waarlijk niet alleen de echte roo: vogels die de jonge weidevogels belagen. Ook de kauw hebben wij aanval'iei op jonge grutto's zien doen en een scholekster ontzag zich niet om een jonge patrijs dood te pikken, toen deze op het territoir van deze schol ekster kwam. De Vogelwacht plaatste ook dit voorjaar weer de bekende borden bij de inlagen. Helaas zijn er nog altijd personen die dit werk van onze vereni ging niet naar waarde weten te schatten. De bij de Koudekerkse inlaag ge^ plaa,tste borden bleken de andere dag reeds te zijn afgerukt en slechts één van de twee borden kon worden teruggevonden. Onze vogelwachters hebben het afgelopen voorjaar weer grote aktivite: aan de dag gelegd en de Vogelwacht is dankbaar voor hun werk. Het is mei door hun toezicht dat betrekkelijk weinig vogelnesten zijn verstoord en d: het in de broedgebieden rustig bleef. Toch blijft ook in de toekomst waal zaamheid geboden, want nog altijd zijn er (meest jeugdige) personen d.ie ei vogelnest niet met rust kunnen laten. Een bewijs daarvan is wel, dat enij kieviten welke op de vroongronden naa.st de provinciale weg Haamstede - vanaf die weg zichtbaar waren, niet tot broeden ko: stuk zijn de nesten verstoord. Ook een waterhoen da weg nestelde, kon het niet verder brengen dan tot waterhoentje daarna nog tweemaal, da: dat de nesten aan het oog onttrok. Al met al kan toch wel worden vastgesteld, dat op ons eiland veel be' grip voor het werk van de Vogelwacht wordt getoond en dat Schouwen-Dui- veland op vogelbeschermingsgebied gunstig a.fsteekt tegenover andere deli van Nederland (zie de in dit nummer opgenomen bijdrage van ons lid, de heer van Schaick). Door leden van de Vogelwacht werden de ondervolgende soorten en aan tallen jonge vogels geringds Renesse nestelden en den komen. Stuk voor in een put naast die het vijfde ei. Gelukkig broedde dit zij het inmiddels uitgegroeide riet. kokmeeuw 15 St ormmeeuw 1 Blauwe reiger 10 Visdief 39 Bergeend 6 (volgroeid) Grote stern 15 Scholekster 26 Dwergstern 1 Kievit 83 T orenvalk 4 Grutt o 11 Ransuil 2 Tureluur 16 Veldleeuwerik 10 Kluut 43 Zanglijster 10 KI.plevier 1 Grote lijster 5 Bontbekplevier 5 Witte kwikstaart 5 Strandplevier 13 Gekraa.gde roodstaart 1 Wulp 1 Boerenzwaluw 16 Huiszwaluw Graspieper Merel Op de in 1960 ingerichte vinkenbaan in de duinen te Haamstede, werde in het winterhalfjaar de ondervolgende soorten en aantallen trekvogels geringd. Hierbij wordt opgemerkt, dat deze baan slechts in de weekeinden in gebruik was Vink Roodborst Heggemus Winterkoning Keep Rietgors 26 12 3 2 5 5 Putter Sijs Kl.barmsijs Kneu Groenline 4 11 2 1 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1961 | | pagina 4