- 5 -
Vogelbescherming
Hoe staat het met de vogelbescherming in de wereld? Ik weet het niet.
De wereld is zo onoverzichtelijk groot. Wel gebeurt er wat internatio
naal, maar de indruk is gewettigd, dat dat allemaal nog maar in de kin
derschoenen staat.
Laten we wat dichter bij huis blijven. Hoe staat het met de vogelbe
scherming in ons land? Zo ogenschijnlijk staat die er goed voor. We heb
ben allerlei beschermende wetten en bepalingen en daar zijn we erg blij
mee, maar a.1 die wetten helpen weinig, als ze'niet aanslaan bij het volk.
Om dat te bewerkstelligen is, mijns inziens, de voornaamste taak van^
verenigingen als onze ''Vogelwacht" en al boeken we va,ak teleurstellin
gen en mislukkingen, er is, meen ik, toch al heel wat bereikt.
Maken we eens een vergelijking met streken, waar een dergelijke vere
niging niet is of werkt. Gedurende 7 jaren heb ik in Bra,bant gewoond,
in de buurt va,n Breda. Da,ar is bij de bevolking vrijwel nog geen sprake
van vogelbescherming. Het eerste voorjaar, dat ik er meemaakte, belden
er op een prachtige morgen vier jongens bij mij aan, die mij vroegen, of
ze in mijn tuin de nesten mochten uithalen. Nu, ik heb mij toen een paar
lelijke woorden laten ontvallen, wat meestal weinig helpt, maar dat ge
beurt da,n wel eens bij zo'n gelegenheid. Iedereen haalde daar nesten uit,
jong en oud, het gebeurde haast stelselmatig. Overa,l in de huizen za,g
je de aan een touwtje geregen uitgebla.zen eieren hangen. Met windbuk
sen werd 's-Zondags op allerlei soort vogels geschoten.
Nu is er in Breda een zeer bloeiende en actieve natuur historische
vereniging, die s-winters veel goede lezingen laat houden en in het
voorjaar en 's-zomers mooie excursies houdt, maar vat op de bevolking
heeft deze vereniging niet, naar buiten wordt er niet gewerkt.
Hoe staat het nu bij ons? Ontegenzeggelijk veel beter dan in Brabant,
maar ook bij ons is het nog niet in orde. Enige jaren geleden was ik bij
een fruitkweker, die me liet zien, hoe zijn fruit geleden had van de
vogels, kisten vol met aangepikt fruit. 1111 Krioelt van de vogels in
de boomgaard", zei hij, "allemaal van dat kleine goed, ik weet niet hoe
ze heten, maa,r ik ben het eens met het advies, dat in het vakblad heeft
gestaan: alles uitroeien en geen nest sparen."
Nu, ik zat daar wat mee in mijn maag. Daarom ging ik een paar dagen
later zijn boomgaard eens bekijken, om me te overtuigen van de toestand.
Wat zag ik? Grote troepen vinken en daar tussen door wat mezen, maar
ik za.g meer. Ik zag, dat de bodem bedekt was met melde, die in het zaad
geschoten was. Opeens kwam ik de eigenaar tegen en ik zei tegen hem:
"dat hier zoveel vogels zijn, is je eigen schuld. Al deze vogels zijn
zaadeters en ze worden hier naar toegelokt door al het onkruid, dat
tussen de bomen groeit. Het is voor de vinken gewoon een lustoord en
dat ze dan eens naar boven vliegen en een lekker ha,pje uit een appel
nemen, is geen wonder. Hij had toen niet veel meer te zeggen, alleen,
dat hij ook geen tijd had gehad, om de boel schoon te houden. Dat geloof
ik graag, maar dan ook in de eerste plaats de schuld zoeken, waa.r hij
ligt
Va.n 't jaar sprak ik iemand anders. We stonden bij het nest van een
zanglijster. Vroeger zei hij, als jongen, haalden we die allemaal uit,
tegenwoordig gebeurt dat niet meer zo, ook niet door de jongens.
Zie, dat is dan weer een gunstig bericht en we mogen aannemen, dat de
Vogelwacht hieraan ook heeft meegewerkt.
Ik zou nog allerlei voorbeelden kunnen aanhalen van goed en kwaad
op dit gebied. Laat ik het niet doen, U kent ze zelf ook wel.
De Vogelwacht is nog lang niet overbodig, maar dat onze vereniging goed
werk verricht, is zeker. Daarom heeft ze recht op aller steun en waar
dering.
J.I.v.Schaick.
ZWEMMENDE SCHOLEKSTER
Een opmerkelijk feit zagen wij op 21 juli j.ï., toen in het Schelp-
hoekgat een scholekster, gelijk een meeuw, op het water neerstreek en
zwemmend een behoorlijke afstand aflegde, om aldus een ondiepe plaats
te bereiken, waar hij staan kon. Zwemmende scholeksters zijn voorwaar
geen alledaagse verschijningen.