In die richting overvliegende vogels kunnen met uitsondering van grotere soorten - moeilijk worden gedetermineerd. In westelijke richting over vlie gende vogels worden echter goed belicht en vaststelling van de soort en het aantal levert niet veel moeilijkheden op. Het blijkt een dag voor de kieviten te zijn. In groepjes van 20 tot 30 komen zij, laag over de zee vliegend, vanaf doeree aanzetten. Opmerkelijk Is dat steeds een zandplaat wordt overvlogen. Hen prachtig gezicht is bet als kort na onze komst ong. 250 kieviten in verschillende formaties komen aanzetten. Verspreid over een breed front, komen ook veel Groenlingen over. Hoewel de kalender 1 oktaanwijst, worden op de uitkijkpost nog boerenzwaluwen en huiszwaluwen waargenomen. Troepen spreeuwen dienen zich daarna aan en veel ander"klein goed'1, jat meer oostwaarts de grens tussen zee en land passeert kan niet gemak kelijk worden thuisgebracht. De lijst van de waarnemers toont echter aan dat op deze le okt. de vogeltrek massaal in beweging is gekomen, iog een vijftal zondagen zullen aan deze waarnemingen worden besteedt en sal een klein deel van het legioen der naar het zuiden trekkende vogel- schaar kunnen worden opgetekend. Wie zich eenmaal op een trekweg van vogels heeft opgesteld zal zich geroepen voelen zo dikwijls als dit maar mogelijk is, met het oog de vogelschaar te volgen, die komende uit het noorden van ons continent, een weg vinden naar streken waar het in het winterhalfjaar goed toeven is. En bij bet afdalen van het duin, wensen wij in geda,chten de trekkers een goede reis en een tot weerziens in het voor jaar van 1962. -0-0-0- 0--0-0-™ nemarkenu Nauwelijks waren we terug van onze va.cantiereis naar Denemarken, of onze redacteur stond op de stoep. "Mooie reis gehad; vogels gezien?" p het eerste deel van cle vraag konden wij volmondig ;:ja,; antwoorden, het antwoord op het tweede lid was minder gunstig. Nee, niet veel vogels ge zien, wat van dit en wat van dat, maar eigenlijk niets dat bijzondere ver- eelding waard was. Ik wil U niet vermoeien met .een uitvoerige reisbeschrijving. We gingen per auto de eerste dag naar Denekamp. We hadden een uur oponthoud bij het veer te Zijpe, niet zo leuk bij het begin van een lange tocht, koersten toen naar Gouda, waar we onze hond bij een kenuel afleverden en begonnen toen eigenlijk pas goed met de reis. De tweede dag reisden we door Duitsland, vermeden, de snelwegen, trok- sen per pont de Weser en de Elbe over en kwamen 's avonds laat in TENDER ^Denemarken) aan. De wegen door Duitsland waren vrij slecht. Uveral langs de kant stonden waarschuwingsborden die op slechte of moeilijk bereidhare ggedeelten wezen. Enfin, we kwamen er door en in Denemarken. In het be gin hadden we een paar regendagen, maar overigens was het stralend weer. Je hadden ons goed op cle reis voorbereid en zo wisten we, dat de stad RIBE met haar omgeving beroemd was om de ooievaars die er nestelden. Die ooievaars waren allang naar bet zuiden vertrokken, het was half sept. aaar de nesten waren toch nog te zien. Ribe is een prachtig oud stadje, 'e moeite van. het bezoeken meer dan waard. In een hotel informeerde ik naar de ooievaars. Hoe was het met ze gesteld, namen ze in aantal af of bleef de bezetting der nesten constant Het antwoord was droevig. Enkele jaren geleden ging RIBE nog prat op dertien paartjes, dit jaar »ren er maar vijf geweest. Als dat zo doorgaat kunnen ze straks in de winkels hun kleurige prentkaarten met afbeeldingen, van ooievaars, niet meer verkopen. Na RIBE hebben we zowat heel Jutland door kruisd, behalve het zuid oosten. We zochten in GLEJ3JERG, een klein plaa,tsje, een kapper op, die tevens hondenfokker was, om hem de groeten van een Nederlandse fokker over te brengen. We werden pra.cb.tig ontvangen en onthaald op koffie en allerlei versnaperingen. We waren in SKAGEN, het noordelijkste gedeelte en reden door een interessant duinlandschap. Voor het strand en de duinen behoeft II echter niet naar Denemarken te gaan. In de folders, die ons werden verstrekt, wordt hoog opgegeven over de indrukwekkende duinen en dat zal v/el waar ziin voor iemand, die op dat gebied niet verwend is, maar aoders kunt U daarvoor beter op Schouwen "blijven In het land zagen we overal bonte kraaien. Wat waren dat nu, trekkers of broedvogels De bonte kraaien broeden oostelijk van de Elbe, ze moeten ook in Denemarken broeden, maar omdat ze zo verspreid in het land zaten, deden ze me denken aan trekkers. In de noordelijke helft van Jutland waren veel kieviten in het land, vaak gemengd met grote troepen zilverplevieren. Het is in Jutland rustig op de wegen. Het land is niet half zo dicht be volkt als bij ons en de wegen zijn uitstekend, zodat het er heerlijk rijden is. Bij SILKÈ30RG, dat ligt zowat in het midden van Jutland, begint een uitgestrekt merengebied.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1961 | | pagina 5