De oevers zijn heuvelachtig en bedekt met uitgestrekte bossen. Een echt vacantieoord. We voeren per boot van SILKEBORG naar HISSEMELSBERGET en zagen op het meer overal futen en wat minder meerkoeten. Een prachtig zicht die overal op-en onderduikende futen. Ze zwemmen tot in"de drukke haven van SILKEBORG. |t Een andere dag waren we in ULFBORG, een kleine plaats, westelijk v< blLKx^ORG. \fje stapten een boekwinkel binnen, kochten een paar kaa„rten el vroegen, of ze ook vogelboeken hadden. De eigenaar, een jonge, enthousij te man, haalde er meteen een paar voor de dag, mooie dure boeken "Maar man" zei ik tegen hem, "verkoop je die hier in ULEBORG, daar is dl plaats toch veel te klein voor". Toen vertelde hij, dat hij er al zeven vl kocht had, maar dit is het nieuwste zei hij en toen kwam hij met de Deensl uitgave van de ons zo bekende '"Vogelgids"Leuk, om die daar te zien. duur, duurder da,n de onze. We trokken verder naar het westen, want de eenzame, soms woeste wel kust trok ons het meest en kwamen in VEDERS0, het kleine dorpje, waar d| beroemde dichter, dominee, verzetsheld Kaj, Munk predikant is geweest. Hij werd door de Duitsers vermoord. In het hotel daar, VEDERS 0 KLIT on tri7 ten we de heer Nielsen uit SILKEBORG. We hebben menig gesprek met hen g| had. Hij vertelde, dat de kluten ook in Denemarken broeden, (wat ik niet |z wist)en dat er zo goed als geen reigers in Denemarken voorkomen. Na vele dagen zwerven, keerden we huiswaarts door Sleeswijk-Holsteil." over de Elbe en de Weser, trotseerden de slechte Duitse wegen, haalden 1: hond in Gouda en moesten te Anna-Jacobapolder anderha,lf uur uitrusten vl de reis. Toen kwam Schouwen in 't zioht, met zijn waarlijk indrukwekkender stranden, duinen en zijn schat van vogels, De Stormmeeuw, Laten we houden wat we hehbenlh J.I.v. SohaickJ De meeuwen, die uit noordelijker streken gekomen, in het winterhalfjaar ze v/eilanden en bouwakkers bevolken, vaak, luid krijsend, de ploeg volgefl zijn in grote hoofdzaak de kleine zeemeeuw of stormmeeuw en de kokmeeuw Beide zijn witte vogels met op de bovendelen min of meer blauwiglichtgrij terwijl de vleugeltoppen zwart zijn met iets wit. De stormmeeuw is iets g: ter dan de kokmeeuw en heeft de snavel en de poten groengeel, terwijl di van de kokmeeuw opvallend rood gekleurd zijn. De kop van de kokmeeuw is de zomer vaalzwart en in de winter wit als het overige verenkleed. De trekkers uit het noorden komen hier dus met een witte kop. Om de winter gasten van elkaar te onderscheiden kijkt U dus maar naar poten en snavel Zijn die rood, dan hebt U met een kokmeeuw te doen. Sn nu de stormmeeuw. Sinds 1912 behoort die officieel tot de Nederlandse hroedvogels. In de maand mei van dat jaar had ik een vogelvriend uit Wageningen te gast Op de dijk hij de Flaauwcrsinlagen liepen we de pachter van deze inlagen, oude heer van den Hoek, tegen het lijf. Vanzelf dus een praatje over dc gels"Ja"zei de baas,"Canus zit weer op d'n hil."Canus",zei ik,"wie is Canus?""Wel,ken je Canus niet? Dat is de meeuw met die witte kop» Zo no eis Steenhuizen hern,die in 1908 de vogels hier kwam fotograferen. Ik weet zij| naam in onze taal niet eens, dus zeg ik het Steenhuizen maar naj Canus (lat.naam Larus Canus). Dan hoor ik verder dat de heer Steenhuizen, toen-| tertijd preparator van Artis, de pionier der Nod „Vogelfotografie, de wit eigenlijk als ongewone soort ontdekt heeft. Hij vond ook het nest met drie eieren. De pachter had ze, zei hij, vorige jaren ook al gevonden, maar zei aangezien voor afwijkende kolome ouweier en Pogingen van de heer Stccnhuizc om de vogel toen te kicken strandden op gebrek aan tijd. Of ik hem nu wilL fotograferen, vroeg de haas. Onmiddellijk stootte mijn vriend me aan. "Jongen,zeg gauw asjeblieft. Deze vogel is in ons land nog nimmer als broedvogel gefotografeerd. Als 't je lukt,ben je de eerste,die 't hem levert. Daar leg je nog eer mee Een nieuwe broedvogel'. Stel je voor!" De oude heer bracht ons met de boot naar de hil in de 2e inlage en de witkop,die nu tussen de kokmeeuwel rondvloog,was gauw ontdekt. Het nest lag wat afzonderlijk aan de voet vac| de steenglooiing langs de hil. Camera en tent werden geplaatst en ik be trok de wachtterwijl de partners naar de dijk koersten.De witkop werd al maar heftig bestookt door de zwartkoppendie in hern bepaald" een vreemde eend in de bijt "zagen. Eerst na lang zwenken en koren slaagde hij er in dol. het cordon van belagers heen te breken en op het nest te belandenCameraf en tent schenen hem niet te interesseren. Dus was hij meteen gekiekt. De stormmeeuw was,als eerste van zijn soort,als broedvogel in Nederland gefo| tografeerd; 28 mei 1912.Nog een paa opnamen als reserve en dan een arm zwaai naar de dijk om me te komen afhalen. Een week later fotografeerd. Burdet de stormmeeuw broedend op Tessel.Na die tijd hoeft dc stormmeeuw zich als broedvogel gaandeweg langs onze ganse Noordzeekust uitgebreid. Ook in de duinen van Schouwen broeden jaar op jaa.r meerdere paren. Schuddebeurs, december 1961, J„ Vijverberg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1961 | | pagina 6