Te Z onnemairein- en om de daar aanwezige kreek, "vertoefden weer vee kluten. Ook daar hebben veel kluten gebroed op de omliggende landerije De kreek zelf gaf weinig broedvogels te zien. Het aantal broedende vi diefjes en kokmeeuwen was geringer dan enige jaren terug. In "Het Steenzwaan" te Nieuwerkerk, na de herverkaveling belangrijk kl ner "San vroeger, hebben een klein aantal kluten, kieviten en tureluur gebroed Westelijk van "de Val" bij Zierikzee, bevinden zich twee inlaagjes (Gal) polder). Deze inlaag jes herbergden nogal wat kluten, .kieviten, t ure lui en wat visdief jes. Een mooi vogelgebied waarin de rust echter nog a.1 wordt verstoord door de Zierikzeese jeugd. De Cauwersinlaag bij Zierikzee wordt in het broedseizoen voornamelijk d kokmeeuwen inbeslaggenomen. De pachter raapt de eieren van deze vogel: Slechts enkele paartjes kluten, scholeksters en visdiefjes handhaven: tussen deze kokmeeuwen. Op de Karrevelden, bij het "Pikgat", nestelden veel kluten, tureluurs, viten en enkele paartjes visdief jes. Een belangrijk broedgebied dat e c) voortdurend in het oog dient te worden gehouden, omdat eierzoekende j gelieden uit Zierikzee en Kerkwerve deze Karrevelden nogal eens bezoei Als altijd waren de inlagen bij Flaauwers weer belangrijk voor de vogels Naast een groot aantal kokmeeuwen, waarvan de eieren door de pachter 1 den geraapt, hebben daa,r gebroed: de wilde eend, het wa,terhoen, de kif de scholekster, de kluut, veel visdief jes en aanmerkelijk meer grote s dan voorgaande jaren. Al deze aantallen vogels en de aanwezigheid van aantal knobbelzwanen in deze inlagen, maakte een tochtje over de inlai dijk weer uitermate aantrekkelijk. Het Schelphoekterrein is als broedgebied niet zo belangrijk. Dat aldaa: wilde gans zou hebben gebroed, zoals in een streekbla,d werd vermeld, niet juist. Bedoeld werd een tamme gans. Op een zeer smal terreintje, zijn met brak water gevulde pla,sjes en de op zoute grond groeiende plai veel door vogels gezocht, hebben gebroed de kievit, de scholekster, d< kluut, de strandplevier en de bontbekplevier De Koudekerkse-inlaag is, als broedgebied, niet zo belangrijk geweest i voorgaande jaren. Wel hebben in deze inlaag gebroed: de wilde eend, h( wa,terhoen, kieviten, scholeksters, tureluurs, kokmeeuwen en enkele vi: diefjes, maar het aantal paren kluten dat in deze inlaag broedde was ringer dan in voorgaande jaren. Na de broedtijd waren in die inlaag opi kelijk weinig jonge kluten te zien. De oorzaak van deze achteruitgang t zeker niet te worden gezocht in het verstoren der nesten, al zal dit 1 paalde werkzaamheden op het aanliggend bouwland wel niet altijd te vooi zijn. De aangrenzende zeedijk, en met name de glooiing daarvan, lokt ref vroeg in het voorjaar grote aantallen (Belgische) hengelaars, die het ontzien het gehele weekeind daa,r door te brengen. Op bepaalde dagen te het verkeer over die zeedijk dan ook zeer druk zijn en het is te begrijp! dat dit niet bevorderlijk is voor de rust van de vogels. Zij wijken uit i rustiger oorden. Rustiger was het in de Westenschouwense-inlagen, waar weer veel wilde den hebben gebroed. Daarnaast nestelden de kluut, de kievit, de gruttf tureluur, de scholekster en waterhoen en vele piepers en veldleeuweril Jammer dat de waterstand in die inla,gen niet zodanig wordt beheerst, de daarin aanwezige plassen niet te vroeg droog komen te staan. In '"'ue Zeepe" broedde dit jaar weer de dodaars. Daarnaast veel wilde den, bergeenden en enkele paartjes wintertalingen. Ook zilvermeeuwen 1 ben in dat gebied gebroed. Uiteraard is de Zeepe nog steeds een belanj broedgebied voor de wulp en veel fazanten. De Domaniale duinen herbergden weer de kolonie zilvermeeuwen (circa, 35 paar). Buiten deze kolonie kwamen nog tal van zilvermeeuwen tot nestel maar de eieren daarvan werden zoveel mogelijk geraapt. Een geringe toei van de kleine Britse mantelmeeuw - als broeder - kon worden geoonstatf Het Yliegveld, eertijds een belangrijk broedterrein voor weidevogels, he thans als zodanig weinig betekenis in verband met het vroege gebruik c van voor de zweefvliegerij. Er hebben da,a.r nog gebroed enige paartjes i viten, scholeksters, tureluurs en grutto's. Graspiepers en veldleeuwe: keu waren in voldoende aantal aanwezig. De "Verklikkerduinen" waren broedgebied voor een gering aantal stormme wen, een paar grauwe en een paar bruine kiekendieven, wat zilverméeuwe houtduiven en veel zangvogels.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1962 | | pagina 4