- 6 - Tenslotte stonden we voor de afheiningsdraad, die de scheiding vormde sen de duinen achter het slot en het veel grotere complex van de Sta duinen, over welke laatste een andere jachtopziener het toezicht had. eindigde daar onze tocht, wat me wel pan het hart ging. Op enige afst voor ons uit toch zag ik andere vogels in de lucht, grote, witte meeu Enkele kwamen ons al tegemoet onder voortdurend "gak-gak" en "klinu-k i!,t Zijn kollen" zeiden de jongens, in de hoeken "zilvermeeuwen". Ik k ze. V/ij noemden ze "Chó-chen", Of ze daarginds ook nesten hadden? "Ja" den de jongens, "grote nesten, ook op de grond, met eieren zo groot vuist, tot drie in een nest". Of ze in het terrein waar we waren niet den? "Nog niet" was het antwoord, "maar ze komen elk jaar meer naar 1 nen. Met een jaar of vier wachten we ze wel aan deze kant van de draa Op raad van de jongens wendde ik me een volgende dag tot de jachtopzi van het Staatsduin en kreeg zonder aarzelen diens toestemming, om da fotograferen zoveel ik wilde, plus de volle medewerking van. zijn kant wees me de nesten van meeuwen en andere vogels in zijn gebied aan. Of wel eens een kollenest gevonden had met 4 eieren als uitzonderingsgev Als curiositeit zou ik van zulk een nest gaarne een opname doen. Hij hi nerde het zich niet en zei; "maar dat spelen we gauw klaar". Hij we_ even later terug met een kol-ei en legde dat bij de drie in het nest mijn camera stond opgesteld. Nu kun je een nest van 4 fotograferen". Oi gela,ch en gescherts beduidde ik hem, dat dit de bedoeling niet was, mi liet me toch verleiden, om zijn moeite en goede wil te waarderen, de o te doen. Overbodig te zeggen, dat deze foto nimmer als een "zeldzaal van vier" door mij gepubliceerd is. Om de zilvermeeuw op de gevoelige plaat te krijgen werd een moeizame j van meerdere seizoenen. De grote vrije vogels moesten va.n camera en tei niets hebben. Ook was het niet rustig in de duinen. De nesten werden vaak geroofd. Zelfs 's-na,chts, want de grote nesten met de grote eierf waren bij het nachtlicht va.n de maanden mei en juni gemakkelijk te onde scheiden. Dit akles maakte de vogels uitermate schuw en ongenaakbaar, ten die ik 's za,terda,gs vond waren een week later geroofd. Daarom reet per fiets op den vrijdagavond naar het duin om een geschikt nest te zót tegen de volgende morgen. Een van de jongens van het slot ging met me net duin in. De meeuwen nestelden, zoals de jongens voorzien hadden, ook in de "Slotduinen" waar meer toezicht was en minder eieren werden raapt. We vonden een nest met drie eieren, dat me voor een foto geschi leek. Mijn makker legde zich languit op de grond, het hoofd na,ast het en keek in de richting van de vuurtoren, "Dat is 'n hof", zei hij, 'k niets van de toren, dus zien ze van de toren de meeuw niet op het nesi ten", 't Was in de eerste wereldoorlog en de landweermannen op de tore zochten va.n hun hoge post de duinen af naa.r op het nest zittende meeu* Zij onthielden de juiste plaats en gingen later de eieren halen. Achte] nest groeven wij een diepe kuil welke wij overdekten met helmwortels. Né ly'ks had ik me de voegende morgen met mijn materiaal in deze kuil geïn, leerd of de meeuw kwam op het nest. Een imposant gezicht, de fiere dui gel zó dicht voor me. De sluiter ging en de vogel was gekiekt. Mijn 1e name van de zilvermeeuw, 3 juni 1916. Als dan de oorlog afgelopen is, wordt geconstateerd dat de meeuwenbevo vrijwel is gedecimeerd, wat de vogelbescherming zo aan het hart gaat, d zij gratificaties gaat toekennen aan veldwachters en 'jachtopzieners voo tra, toezicht in de broedtijd. Hierdoor kwam de meeuwenstand binnen enke jaren weer op zijn oude niveau en veel verder zelfs. Op de duur groeide kolonie aan tot vele duizenden, wat fataal werd voor de weidevogels, hun broedplaatsen gingen mijden. Vooral de jonge hergeendjes moesten he ontgelden. Nu werden maatregelen genomen tegen de meeuwen. Ze zijn than veel mogelijk op een overzichtelijk terrein gelocaliseerdIn de voorzon) trekt deze meeuwenkolonie enorme belangstelling van natuurliefhebbers Je zilvermeeuw behoort hij het Schouwse duingebied. r a Vijverberg. in verhand met plaatsruimte iets bekort) De penningmeester verzoekt beleefd vóór 1 november betaking van de con butie op zijn girorekening no. 59368. Het innen per postkwitantie vergt veel tijd, terwijl de kosten hieraan steed heter aa,n de vogelbescherming zelf ten goede kunnen komen. (Dijkt U dus even na, of U nog moet betaken. De secure penningmeester 2 het U laten weten, als IJ tweemaal betaald hebt) IN A t 1/ I E r

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1962 | | pagina 6