- 4 -
deed de meeste broedvogels de wijk naar elders nemen.
De binnenduinen van "'het Zeepe-;, eertijds een uniek "broedgebied voor
eendesoorten en weidevogels, wordt de laatste Jaren door wandelaars
dermate verontrust, dat ook da,a,r de meeste hroedvogels verdwenen zijn.
Een broedterrein waar stormmeeuw en grauwe kiekendief pleegden te broe
den, n.l. de duinen tussen de vuurtoren en het Verklikkerpad, ging
eveneens verloren door de aanleg van voetpaden in alle richtingen.
De strandduintJes tussen "Verklikker" en "Oude Hoeve", enige Jaren nog
een pra,chtig broedterrein voor dwergstern en strandplevierging ver
loren door de snelle aanwas van de duinen waardoor de aanwezige schel-
penvelden verdwenen.
Bedenkelijk is ook het feit, dat uitgestrekte Vroongronden, zoals tus
sen de "Schouwse Boer" en de "Oude Hoeve" en noordwestelijk van de weg
Renesse-Haamstedeniet meer worden beweid en de laatste jaren niet
meer werden gemaaid. De vegetable op die gronden is dermate lang gewor
den, dat de vele kieviten, die daar altijd hebben gebroed, deze Vroon-
gronden niet meer als broedterrein kunnen gebruiken. De gronden worden
in het "Streekplan voor Schouwen—Duiveland" wel als "natuurreservaat"
aangemerkt, ma,a,r de toestand waarin die terreinen verkeren, maakt, dat
daarop vrijwel geen vogels meer te zien zijn.
De opkomst van kampeerterreinen is oorzaak geweest, dat de gronden op
het eind van de Boeijesweg te Haamstede en oostelijk van het "Watergat"
te Renesse, voor broedvogels niet meer geschikt zijn.
Van de verloren gegane broedterreinen tengevolge van de watersnood
ramp en de daarop volgende herverkaveling, werd reeds eerder gewag ge
maakt, evenals van de voor de Oosterscheldebrug noodzakelijke werkzaam
heden in de inlaag bij "de Val"1 te Zierikzee.
De meeste lezers kennen in hun herinnering nog de prachtige spuihoezem
bij het voormalige stoomgemaal bij Flaauwers. Vooral de grote boezem was
interessant door de da,ar broedende Noordse sterns. Slechts schamele re
ten zijn nu van deze boezems overgebleven en een ontsierende opslag
plaats va,n oude automobielen is voor al het moois in de plaats gekomen
De kreek bij Zonnemaire werd voorheen door veel kluten als broedge
bied gezocht. Werkzaamheden voor dijkverzwaring en blijkbaar een inten
sievere bewerking van de oeverlanden, zijn oorzaak geweest, dat de laat
ste jaren in die omgeving minder kluten te zien zijn, ondanks het feit
dat zij voldoende bescherming genoten. Nog broeden de kluten bij Zonne
maire verspreid, maar juist deze omstandigheid doet ons het ergste vre
zen omdat minder beschermende maatregelen kunnen worden genomen.
Voor tal van zangvogels was het z.g. "Domineesbosje" tegenover de
Brouwerij te Haamstede een geliefkoosd broedgebied en tal van jaren heb
ben daar zeer veel lijsters, merels en kleinere zangers gebroed. In dit
bosje werd enige jaren terug een kleuterschool gehouwd en het werd daa:
na. links en rechts door kinderen heiopen. Begrijpelijk dat er voor de vo
gels geen plaats meer bleef.
Gelukkig kunnen wij ook wijzen op enige winstpunten. Da,ar zijn onder
meer de aanleg van vele nieuwe bos partijen door het Staatsbosbeheer hij
de "Gadrahoevete Haamstede, te Renesse, bij Schelphoek en te Ouwerkerl
Ook zijn na de ramp vele dorpen en sportterreinen va.n nieuwe beplanting
voorzien. Voor zangvogels dus een gunstige ontwikkeling.
Grote waakzaamheid blijft echter geboden, opdat niet nog meer broed-
terreinen verloren gaan. Voor bepaalde terreinen in de duinstreek is
"genezing"' nog wel mogelijk, als men over zou ga,an tot het opruimen van
de te ruige vegetatie en het daarna doen beweiden van die gronden.
Naar onze mening dient men nog goede broedterreinen in de broedtijd
geheel "publiekvrij" te houden, om geen grotere acht eruit ga,ng van het
aantal broedvogels in de ha,nd te werken.
(N.H.L.)
De massa,sterf te van vogels in Nederland door vergiftiging met bestrij
dingsmiddelen in hët voorjaar van 1960.
Door het Rijksinstituut voor Veldhiologisch Onderzoek ten behoeve van hi
Natuurbehoud (R.I.V.O.N.) te Bilthoven, werd in 1960 een onderzoek in
gesteld na.a,r de sterfte van vogels en zoogdieren als gevolg van in de
land- en tuinbouw gebruikte bestrijdingsmiddelen.
Naa.r het RIVON berichtte, zijn er ieder jaa,r meldingen van sterfte
van vogels en zoogdieren als gevolg van het gebruik van bestrijdings
middelen. Dit gebeurt niet alleen in Nederland, ook in andere landen.
Meestal is de sterfte een ongewenste nevenwerking. Er wordt dan ook in
vele landen gezocht naar de mogelijkheid om dergelijke sterften te voor
komen. Hoewel de sterftes betreurd moeten worden, zijn de verliezen zei-