- 3 - De eerste kluten kwa.men op 13 maart op Schouwen aan. Op 14 maa,rt zagen wij veel roeken op de terugtrek en op 15 maart was dit het geval met bonte kraaien. Bij het verschijnen van, deze "Sterna" zullen meer broedvogels uit het zuiden teruggekeerd zijn en zullen vooral ook in de inlagen weer veel vogels te zien zijn. Voor de natuurliefhebber breekt nu weer een tijd aan om er op uit te trekken en van het vogelleven te genieten. V ogelsmnkkelaars Het decembernummer van het maandblad "Politie-dierenbescherming" geeft een overzicht van het optreden van de Rijkspolitie tegen "vogel smokkelaars". In de maanden oktober en november heeft de Rijkspolitie aan de Neder lands-Belgische grens tegen 170 personen proces-verbaal opgemaakt we gens het frauduleus invoeren van beschermde vogels. De inbeslaggenomen vogelsoorten waren; 2 appelvinken, 13 barmsijsjes, 12 gee.lgorzen, 9 groenlingen, 56 goudvinken, 18 kepen, 6 kruisbekken, 96 kneutjes, 1 lijster, 373 putters, 21 rietgorzen, 66 sijsjes, 77 vinken, 10 Europese kanaries, 2 ringmussen, 6 kwartels, 1 sperwer en 1 havik. Deze vogels, die afkomstig waren van vogelmarkten in België, zijn ge ringd en weer vrijgelaten. Eendekooien en Natuurbehoud. Samenvatting van een voordracht, gehouden door Dr.M.F.Mörzer Bruijns, voor de Vereniging tot behartiging van de Kooibelangen bij het Eenden- kooibedrijf (opgenomen in het decembernr. 1963 van "Interne voorlichting Staatsbosbeheer"). Een openhartig gesprek tussen de kooikers en de natuurbeschermers kan heel nuttig zijn voor wederzijds begrip en waardering. Zij hebben el kaar ongetwijfeld menigmaal niet goed begrepen over eendenkooien en na tuurbescherming. De natuurbeschermers hebben bezwaren tegen de geheim zinnigheid, die de kooikers gewoonlijk tfcn aa,nzien van hun vangsten be trachten. Zij zoeken daar wellicht qmeer achter dan nodig is. Aan de an dere kant zijn de kooikers bevreesd, omdat zij menen, dat de natuurbe scherming er op uit is hun vangsten zoveel mogelijk te beperken. Dit zijn over en weer misverstanden. Gelukkig gaat het de goede kant uit, want de kooikers geven aan het I.T.B.O.N. alle medewerking voor het onderzoek van de vangsten. De resultaten van dit onderzoek zijn een steun voor het kooibedrijf Door het bekend worden van de ware verhoudingen is het aok niet meer nodig, dat de natuurbeschermers principieel verstokte tegenstanders zijn van eendenkooien. In bepaalde omstandigheden worden zij zelf s; verdedigers. Het uitoefenen van een verantwoorde jacht is namelijk gehe'el in over eenstemming met het streven van het natuurbehoud. Dat is precies wat ook het I.T.B.O.N. met zijn onderzoek beoogt: het instandhouden van een ge zonde eendenstand, naar redelijkheid oogsten, en voorkomen, dat de kip met de gouden eieren wordt geslacht. De verhoudingen liggen op het gebied va,n de internationale natuurbe scherming net zo. De bezwaren die de natuurbescherming tegen eendenkooien oppert, ko men uit de hoek van het internationaal overleg. Door de snelle toeneming van de wereldbevolking, het da,a,rdoor verloren gaan van broedterreinen, pleisterplaatsen en overwinteringsgebieden en het ter zelfder tijd gro ter worden van het aantal jagers en hun buit is het gevaa,r voor overbe jaging vooral van. trekwild niet denkbeeldig. Er zijn zelfs verscheidene soorten door overbejaging zeer sterk afgenomen, enkele zijn zelfs uitge storven. Bij het internationaal overleg over deze zaken bleek als a,lgemeen gel dende overtuiging, gebaseerd op de ervaringen in tal van landen, dat de vangst van vogels met netten (massavangst) gevaarlijker is voor de in standhouding van een soort;, dan afschot met een geweer. In 1950 is om die reden bij de z.g. conventie van Parijs afgesproken, dat in alle landen ernaar zou worden gestreefd het systeem van- de "mas savangst" te laten uitsterven en ook het rapen van eieren op den duur niet meer toe te staan. Het vangen van eenden in eendenkooien is een vorm van massavangst. Volgens de afspraken in Parijs mag alleen in Neder land dit bedrijf in de bestaande functionerende kooien worden uitgeoefend. Nieuwe bedrijven mogen niet meer worden gesticht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1964 | | pagina 3