- 3 - koude maand maart - wat later met nestelen zijn "begonnen, maar die daar na weer in grote getale ons eiland hebben bevolkt. Het weer was de broedvogels wel gunstig en veel jonge vogels zagen op Sch.ouwen-Duivela.nd het eerste levenslicht. Maakten wij in "Sterna" van juni j.l. reeds melding va.n te Renesse waar genomen kwartels, ook in de Bettewaerdepolder onder Schuddebeurs en in het Dijkwater te Dreischor, werden deze vogels gesignaleerd. Goed nieuws! Te meer cmdat de kwartel de laatste jaren op het eiland niet meer was waargenomen. Verheugend was ook het feit, dat de oeverzwaluw deze zomer op twee plaatsen in het duingebied heeft gebroed. Het aantal van deze kolonie broeders was tamelijk groot. Minder prettig was, dat de blauwe reiger zó sterk in aantal achteruit liep, dat te Haamstede geen enkel nest werd bezet en dat de kolonie te Schuddebeurs van een twintigtal nesten enige jaren geleden, terugliep tot 4 bezette nesten. Een verontrustende achteruitgang en het is dan ook zeldzaam als men een reiger ziet vliegen. Veel zangvogels waren te zien en te horen in Schouwens westhoek. Wie langs de duinrand wandelde of de duinpaden opzocht, heeft ten volle kun nen genieten van de aanwezigheid van groene- en bonte specht, de tortel en de turkse tortel (deze laatste is vrijwel het gehele jaar te horen'.), de holenduif, de houtduif, de wielewaal, koekoek, nachtegaal en nog ve le andere zangvogels, die in boom en struik hun roep of lied ten beste gaven. Het was trouwens niet alleen in het duingebied, da,t men de vogels moest zoeken. Afgezien van de bekende vogelgebieden, is in tal van dor pen op het eiland de afgelopen jaren zoveel houtgewas aangeplant en op gegroeid, dat zich ook daar allengs meer broedvogels vestigen. Eón der eerste broeders is wel de wilde eend, waarvan wij al op 1 april kuikens zagen in de buurt van Westenschouwen. Van de kievit, eveneens een vroege broedvogel, werden op 5 april volledige legsels gevonden. De wulp, ook een vogel die zeer vroeg nestelt, zagen wij weer op het vlieg veld, in enkele duinpa.nnen en op de vroongronden. Als gewoonlijk was hun aantal niet groot, ma,ar tot nu toe wisten zij zich hier. toch te handha ven. Van de grutto zagen wij dit voorjaar wel meer exemplaren dan in voorgaande jaren. Deze fraaie broedvogel is helaas ma,ar gedurende korte tijd in het broedgebied te zien. De jongen groeien hard en zijn spoedig tot vliegen in staat, waarna de vogels naar elders vertrekken. Naast de altijd veel belangstelling trekkende kolonie va,n zilvermeeuwen in de Domaniale duinen, zagen wij in de Verklikker duinen weer de storm- meeuw als broedvogel. Va,n een vermeerdering van deze broedvogel is ech ter geen.sprake. In dezelfde duinen broedde weer een paartje grauwe kie kendieven. Hoewel de bruine kiekendief regelma.tig in het duingebied te zien was, is een nest van deze vogel niet aangetroffen. Ransuilen hebben weer op verschillende plaatsen gebroed. Hoewel van de velduil exemplaren zijn waargenomen, kon. een broedgeva.1 niet worden vast gesteld. Steenuiltjes werden bijna niet gezien. Mogelijk hebben ven deze uilensoort op Schouwen-Duiveland wel paartjes gebroed, maar hun aantal moet gering zijn geweest. De steenuil gaat op Schouwen-Duiveland sterk in aantal achteruit. De bosuil heeft in de Domeinbossen dit jaar een aantal jongen grootgebracht. De grote stern, waarvan jaar op jaar een kleine kolonie broedt in de V/e versinlaag, was dit jaa,r maar matig vertegenwoordigd. In de bekende broedterreinen, als de inlagen en het Dijkwater, zijn weer veel broedvogels te zien geweest. Vooral de Koudekerkse inlaag herberg de veel kieviten, tureluurs en kluten. Dwergstern (gering aantal), strandpleviertjes, Bontbek en kleine plevier en de kluut waren te zien in de Ouwerkerkse inlaag en het Dijkwater. Het laa.tste gebied heeft voor de broedvogels toch wel aan belangrijkheid ingeboet. De vegetatie wordt daa,r op vele plaa,tsen te lang voor de specifieke weidevogels en het zou de vogels ten goede komen, a,ls grote gedeelten van dat terrein werden omgeploegd Waterhoentjes (in voorga.ande ja,ren schaars) zagen wij nu als broedvogel op diverse plaatsen (later met jongen). Ook de meerkoet broedde in klein aantal op het eiland. Een bijzonder broedgeval was dat van een scholekster die zijn eieren de poneerde in een hoopje zand vlak langs de rijbaan van drukke verkeersweg Serooskerke-ZierikzeeTengevolge van herstelwerkzaamheden aan het weg-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1964 | | pagina 3