4 - Strenge winters v brengen vaak veel zeevogels naar de kust en op strand vindt men niet zelden alken, zeekoeten, Jan van Genten en zei eenden. Op de Zeeuwse stromen verschijnen da,n duikers als roodkeel- paarlduiker, eidereenden en grote zaagbekken. Naast de zeer vele ee> soorten komen veel ganzen en de laatste jaren wilde zwanen naar Schi wen-Duiveland. Aan onze kusten zijn in het winterhalfjaar veel vogel te zien en op tochten daarheen kunnen interessante waarnemingen wort gedaan. Trekgegevens Op de Vinkebaan te Westenschouwen werd op 19 okt.1963 een groenli van een ring voorzien. Op 8 mei 1965 werden resten van dit vogeltje vonden in het braaksel van een ransuil in de duinen bij Zandvoort. Een vink, op 21 nov.1964- op die vinkebaan geringd, werd onder des de omstandigheden aangetroffen te Westenschouwen op 27 juli 1965. Op 6 oktober 1962 werd op de vinkebaan een sijs geringd. Deze voge werd op 16 aug.1965 dood aangetroffen te Krödsherad (Buskerud) Noors Een andere sijs, op 4 okt.1964 op de vinkebaan geringd, werd op 5 bruari 1965 te Bairada, (Beira Alta,) in Portugal geschoten. (Men moet maar aardigheid in hebbenï) De afgelopen herfst was er zeer veel trek van watersnippen. Enorme aantallen zwarte zee-eenden hielden zich op langs de kust, op korte afstand van het strand. Een klapekster werd te Renesse en te Haamstede gezien op 6 en 7 i Wilde ganzen waren reeds vroeg op Schouwen te zien. In begin okti was hun aantal nog gering, maar in de eerste week van december warei op de bekende pleisterplaatsen weer grote groepen. Zo za,gen wij op 4 cember in de buurt van Serooskerke 300 brandganzen en op 10 decembei Flaauwers een grote troep grauwe ganzen. Vroeg in de herfst, op 25 september, werden bij de V/eversinlaag 1! zuidwaarts vliegende lepelaars waargenomen. Een albino (witte) aalscholver werd door een lid van de Vogelwacl gezien bij de Grevelingendam. Daar ter plaatse hield zich toen ook ee troepje rotganzen op. Grote concentraties van vogels waren te zien in het Dijkwa,ter,in d Geule bij Oosterland, de inlagen en in de omgeving daarvan. Vooral ad het buitendijks vloed is, verzamelen vele vogels, die dan op de zand ten en slikken niet meer kunnen fourageren, zich op het land binnenó Zo zagen wij op 10 december op bouwland in de buurt van Flanuwers een troep van circa 3000 scholeksters, 1000 kanoetstrandlopers en troepj wulpen, stormmeeuwen en mantel- en zilvermeeuwen. Een bijzondere verschijning in de westhoek van Schouwen was een "gï glansspreeuw", een vogel, oorspronkelijk afkomstig uit het oosten van Africa. Deze vogelsoort is dan ook in de Vogelgids niet te vinden, E is vrijwel zeker, dat deze prachtige vogel (pauwblauw met groene bove delen en vleugels en scherp afsprekende gele ogen) uit gevangenschap ontsnapt. Niettemin heeft deze vogel zich al aardig aan deze omgevii aangepast en hij verblijft thans nog te Renesse, waar hij de diverse vc dertafels met een bezoek vereert. De vogel blijkt een alleseter te z| Bessen, rotte vruchten, brood, enz. versmaadt hij niet en op of nabij voederplaats duit hij geen andere vogels. Aangezien glansspreeuwen in Africa op zeer grote hoogte leven en ook daar betrekkelijk lage tempe turen kunnen voorkomen, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat deze gel op Schouwen zal overwinteren. Nogmaals: Waterwingebieden in de duinstreek (pag.6 en 7 Sterna no.3, september 1965) tngetwijfeld waren er vroeger permanent van plassen voorziene duin nen met een rijkere plantengroei dan nu en vele soorten vogels. Het i echter niet juist om te menen dat door de waterwinning alleen deze n duinvalleien zijn verdwenen. Zo is in een recent rapport van het Rijks stituut voor Drinkwatervoorziening duidelijk aangetoond, welke grote vloed de dennenbebossing heeft op de voeding van het duinwater en du op de wa.terstand. Daarmee is in 1923 begonnen, zodat de invloed va,n bos juist merkbaar werd enige ja,ren na de aanvang van de waterwinniu 1930. Verder is de duinafslag een factor die grotere afvloeiing van

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1965 | | pagina 4