- 4 - maar matig "bezet met kokmeeuwen. Broedkolonies van enige "betekenis van de kokmeeuw waren nog te zien in het Dijkwater, de Ouwerkerkse-inlaag, de Cauwersinlaag (minder dan ande en de Weversinlaag. Het is wel zeker, dat ook op Schouwen-Duiveland ee (te) groot aantal ratten huist, die aan de vogelstand veel schade hero kenen. Zij missen hun natuurlijke vijanden als reigers en roofvogels. Ooi het aantal wezels en bunzings is de laatste jaren in deze streek maar ring. In ons septembernummer hopen wij de broedgebieden en de vogelstand daai in meer uitgebreide zin onder de loep te nemen. Ter bescherming van overstekende jonge vogels werden op de weg tussen nesse en Haamstede wederom de bekende waarschuwingsborden geplaatst. Het intensieve toezicht van Rijkspolitie en controleurs Vogelwet hebber er veel toe bijgedragen dat de vogels met rust gelaten werden. De grutto Aansluitende op de grutto-telling (zie bl.2) volgt hier een uit "de Bi derij" van 31 mei j.l. afkomstige bijdrage van de hand van de heer Th.Mr der te Haarlem; Koning grutto Koning van de weidevogels wordt de grutto wel genoemd. Ieder die hem zal beamen, dat deze sierlijke langsnavel in de lente ons polderlandsc) verrijkt. Hoog in de lucht voert hij zijn baltsvluchten uit, steeds zijn r roepend, terwijl hij als een balletdanser op het zelfde ritme zijn vleuge beweegt. Volgt hem tot hij naa,r beneden buitelt, sierlijk landt en dan: conden lang de vleugels recht omhoog houdt, zodat de helwitte onderzij: als een 3ignaa,l boven het gras oplichten. Dit alles betekent zoveel al hier ben ik; dit is mijn gebied! Als de jongen eind april of begin mei uit de (meestal "4) eieren zijn ge komen, bestaan er nauwelijks waakzamere en fellere oudervogels. Al hee: snel na de geboorte van de donzige kuikens gaat het gehele gezin nogai eens op stap naar gunstige voedselterreinen. Soms strekken deze tochte zich over kilometers uit, maar de jongen zoeken onderweg al heel zelf: dig hun kostje bij elkaar. Na ongeveer een maand kunnen ze al vliegen. Niet lang daarna begint weer het vertrek en in augustus komen de eerst grutto's al aan in hun overwinteringsgebied in Senegal (West-Afrika) Er is in heel West-Europa, geen land, waar zoveel grutto's broeden als Nederland. Vorig jaar werd met een landelijke telling begonnen om te w te komen hoe groot nu wel het aanta.l hroedparen en hun verspreiding oi ons land is. Uit deze telling in 1966 kon berekend worden, dat er tent ste 80.000 paren broeden op de 1,3 miljoen hectaren grasland, die er i Nederland zijn. Vroeger broedde de grutto in hoogveen, natte heidevelde en blauw graslanden. Dit soort landschappen is in ons land schaars geiw den, maar de grutto wist zich aan te passen. Onze nu welige en wormrijli graslanden vormen een omgeving, waa,r veel meer grutto's zouden kunnen zen als ooit in het veel voedselarmere vroegere landschap moet hebben kund. Hier en da,ar, in de omgeving van Franeker, gaan de grutto's zeil al op akkerland broeden. Biedt dus de tegenwoordige intensieve weidebi voor de grutto, evenals voor de kievit zekere voordelen, de nadelen zi ook niet gering. De grutto kan voor het wormenpeuren geen harde, drog£ grond hebben en de geva.ren, die de nesten en de jongen bedreigen, zijn genomen. De grootste tol wordt wel geheven door het rollen van het gra land en vooral door het vroege maaien. Verreweg het talrijkst broeden deze langsnavels in de lage, vochtige gi landen van Holland en Friesland. In Friesland doet de Bond van Friese gelbeschermers in samenwerking met een groet aantal veehouders prachti werk. In hun weidevogel-reservaten, die samen meer dan 13000 ha. besla worden verschillende maatregelen genomen om de vogels ongestoord te la broeden. De uitkomsten van dit vogelbeschermingswerk zijn opvallend en ten zien, dat met wat aandacht zeer veel voor de vogels kan worden ged Juist omdat ons lage land een groot gedeelte van de wereldbevolking aa grutto's herbergt, hebben wij hiervoor een grote verantwoording. Laten voorzichtig met dit bezit omgaan, zodat ook onze nakomelingen ervan zu len kunnen genieten! In de vorige "Sterna" is in het financieel verslag over 1966 een fout; geslopen. Bij de post uitgaven; Bewakingsgeld J.de Munnik stond ƒ.300,- Dit moest zijn; ƒ.300,35. Ons excuus voor het gemaakte abuis! De drukker; J.Volkeri.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1967 | | pagina 4