- 3 - broedvogel voor. Zo nu en dan werden in de "broedtijd wel overvliegende grote sterns gezien, maar deze waren dan kennelijk op weg na,ar een broed- terrein "buiten het eiland (i-Iompelvoet?). Ook in de Weversinlaag hehhen weer kluten en scholeksters gebroed. In de aangrenzende Flaauwersinlaag was het opmerkelijk stil. Vrijwel geen "broedende kokmeeuwen en geen kolonie visdief jes zoals enige jaren geleden. De weilanden "bij het "Pikgat" herbergden weer kieviten, tureluurs en enkele paren kluten. In vergelijking met voorgaande jaren waren hier wel minder "broedende vogels. In de aangrenzende "Kistersinlaag" hebben voor namelijk kokmeeuwen gebroed. De zuidkust van Schouwen-Duiveland volgende, brengt ons bij de "Cau- wersinlaag" een betrekkelijk nat terrein met veel eilandjes waarop in hoofd zaak kokmeeuwen hebben gebroed. Een rijker broedgebied waren de inlagen bij "de Val" in de z.g. Zuid hoek te Zierikzee. Hier hebben gebroed de wilde eend, kluten, tureluurs, kieviten, scholeksters en strandpleviertjesDit terrein ligt tamelijk af gezonderd en door permanent toezicht bleef het er rustig zoda,t daar veel vogels zijn uitgebroed. De meer oostwaarts gelegen inlage bij Ouwerkerk gaf ook dit jaar weer veel vogels te zien. Als broedvogel werden daar gesignaleerd; de kievit de kluuthet visdiefjeenkele paren dwergsternsbergeenden, scholek- sters, strand- en bontbekplevierkokmeeuwen en waterhoentjes. In de bebossing rondom de kreken bij Ouwerkerk nestelden zangvogels. Een belangrijk broedgebied voor velerlei vogels is de z.gT "Aanwas" "bij Oosterland en de GeuleDeze terreinen zijn voor het publiek gesloten en ook voor ons is het niet mogelijk geweest daar waarnemingen te doen. Wel zagen we op een tocht langs de "Aanwas" dat daar nogal wat meerkoeten en waterhoentjes hebben gebroed. Op een aangrenzend weiland zagen we grut- to's en kieviten. Gezien de aanwezigheid van een eendekooi zullen in die omgeving ongetwijfeld veel wilde eenden- hebben gebroed. Voor een ander broedterrein op Duiveland dienen we ons via, Oosterlo,nd en Sirjansland naar het "Dijkwater" te begeven. Een groot gedeelte van dit na 1953 ingedijkte gebied is inmiddels ontgonnen en in cultuur gebracht. Een ander gedeelte is door het Staatsbosbeheer bebost en een ander gedeel te is bestemd als weiland. Voor kenners is het Dijkwater niet meer het broedgebied bij uitnemendheid, zoals dit de eerste jaren na de indijking was. Het aantal broedende kluten is daa,r sterk verminderd. Ook visdief en dwergstern waren de laatste ja,ren spora,dische broeders. Er is'in het Dijk water nog een belangrijke broedkolonie van kokmeeuwen en in enige plassen zagen we het waterhoen en de meerkoet. Voorts waren er als broedvogel de kievit, de scholeksterde tureluurde bontbek- en strandplevier en de wilde eend. Het "Steenzwaan" onder Nieuwerkerk was weer een broedgebied voor de kluut en de kievitVanaf de aangrenzende binnendijk ka,n een gedeelte van dit water goed worden overzien voor het doen van waarnemingen. Het vroeger aan broedvogels zo rijke "Sasputje" bij Schuddebeurs is als broedterrein gaandeweg verloren geraakt. Het daar aanwezige eilandje is geheel overwoekerd door hoogopschietende planten. Dit jaar broedden er nog enkele wilde eenden en waterhoentjes. Wij hebben de indruk dat dit kleine broedgebied de laatste ja,ren te veel door ongedierte werd bezocht. Zeer mooi was weer "de Weel" bij Schuddebeurs waarin vooral het water hoen een goede nestplaats vond. In het "Heesterlustbos" broedde een kleine kolonie blauwe reigers. Voorts wielewalen, tortel, houtduiven en veel zangvogels De laatste jaren gaven broedterreintjes als te Noordgouwe (de Pottere) en te Zonnemaire (kreekgebied) weinig broedvogels te zien. Vooral te Zonne- mairewaar in voorgaande jaren tal van kluten tot broeden kwamen, lieten deze vogels verstek gaan. Deze teruggang zette reeds in, toen ter plaatse de zeedijk op deltahoogte werd gebracht en het er een onrustig seizoen was. Als belangrijk broedterrein ka,n deze kreek dan ook wel worden afgeschreven. Een bijzonder mooi broedterrein wa,s de "Zoute Haard" onder Ellemeet. Op dit terrein, in beheer bij het Staatsbosbeheer, waren weer veel broedvo gels te zien en al vroeg in het voorjaar nestelden daar behoorlijk veel kie viten. Als broedvogels zagen we daar ook de wilde eend, de slobeendde bergeend, het waterhoen, de ture luur, de fazant en de patrijs en kleinere vogels als graspieper en veldleeuwerik. Een prachtig" reservaat was ook dit jaar weer de grote plas aan. de luieweg te Renesse. Deze plas, die door welig opgroeiend houtgewas is om zoomd, bood rustplaats voor zeer veel waterwild. Er broedden daa.r het wa terhoen, de meerkoet en de fuut. Zeer veel reigers fourageerden in deze

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1967 | | pagina 3