- 3 -
echter alleen in de ochtenduren (7-9 uur)
Vermeldenswaard is ook de voortdurende aanwezigheid van zeker een hon
derdtal huis zwaluw en achter de cirkelmaaier tijdens het grasmaaien in de
boomgaard te Burgh op 1 september. Ze kwamen af op de bij deze bewerking
uit het gras opgejaagde insecten.
Ons lid Dr.A.L.de Groot te Schuddebeurszag op 15 april de gele kwik
staart en de huiszwaluw terugkeren.- Hij schreef dat op 20 april de water
al verdween die daar elke winter huist. Deze vogel was op 12 november
j.l. weer teruggekeerd.
Ons kwamen ook berichten toe ever waargenomen broedende zwaluwen. Een
algehele telling op Schouwen-Duiveland van broedende zwaluwen werd in
1966 wel georganiseerd, ma.a.r is niet gelukt. Mogelijk dat deze telling in
in de toekomst nogmaals zal plaats vinden.
Op 30 november zag de heer de Groot in de Flaauwersinlage een troepje
van ongeveer 50 nonnetjes en een veel grotere troep tafeleenden.
1REKGE GEVEN S
Zoals te doen gebruikelijk, werden ook het afgelopen najaar weer trek-
waarnemingen verricht op de Noordduinen' (Renesse). V/aarnemers waren onze
seoreta,ris en het lid P.Duson. Hun algemene indruk is, dat de trekweg der
vogels zich heeft verlegd na,a,r de gedeeltelijk voltooide afsluitdam tus
sen Goeree en Schouwen. Gezien de ervaring in de laatste jaren met Gre-
velingendam en Oosterscheldebrug lag dit in de lijn der verwachtingen.
Hoe enorm veel spreeuwen dit najaar zuidwestwaarts trokken blijkt wel
uit het feit, dat op 8 oktober tussen 7.00 en 8.30 uur 2225 spreeuwen
de waarnemingspost passeerden.
Op 15 oktober bedroeg dit aantal slechts 105 exemplaren, maar op de
22ste van die maand trokken van 7.30 uur tot 9.15 uur 162.485 spreeuwen
over. Bij waarnemingen op 27 oktober telde men maar 3835 exemplaren ter
wijl op 5 november 80050 spreeuwen werden geteld. Daarna daalde het aan
tal overtrekkende spreeuwen zodat kon worden aangenomen, dat de meeste
van deze vogels Schouwen waren gepasseerd. Deze waarnemingen geven uiter
aard geen duidelijk beeld van de totale aanta,llen spreeuwen die op hun
trektocht Schouwen-Duiveland passeren omdat de trek over een breed front
plaats vindt. Om een juist overzicht te krijgen dienen in het najaar meer
dere waarnemingsposten te worden bezet. We denken hierbij aan een post bij
de Grevelingendam, de Oosterscheldebrug en de "Punt" bij Westenschouwen.
Als er leden zijn die in het najaar van 1968 één dezer posten willen be
zetten, dan zou het bestuur van de Vogelwacht dit ten zeerste op prijs
stellen. Tijdige opgave bij de secretaris is wel gewenst.
Ook op de Vinkenbaan te Westenschouwen was de heer van Rhee met zijn
helpers weer zeer actief. Van zijn hand ontvingen wij het volgende verslag;
"Ondanks de winderige herfst met veel zuid en z.w. wind hebb.en we toch
redelijke aantallen kunnen vangen. De sterkste trek zagen we op 1 en 2
november, toen laag tegen de harde z.wind in ongelooflijke aantallen lijs-
terachtigen en vinkachtigen langs ijlden.
De st-ootvogels waren deze herfst niet talrijk, meesta.l nog sperwers,
enkele blauwe kiekendieven en zeer weinig buizerden.
Eind september was er een opvallende trek van pimpelmezen, waarvan we
er op 24 september honderden over zagen komen. Grote lijsters zagen we in
klein aantal vanaf eind september tot half oktober, de eerste kramsvogel
kwam op 1 oktober, terwijl er rond de 20ste van dezelfde maand noga.l wat
beflijsters waren, echter minder dan andere ja,ren.
Enkele latertjes waren een gierzwaluw op 1 oktober en twee boeren
zwaluwen op 17 november.
Het experiment met de bandrecorder mogen we na enige kinderziekten
wel als geslaagd beschouwen. Veldleeuwerikken, die we ondanks een goed
roepende lokker niet konden vangen, kregen we nu met een half dozijn tege
lijk aan de grond. Bepaald vermakelijk was het, om zo'n leeuwerik met op
gezette kuif na,a,r de in een bosje helm verborgen luidspreker te zien hol
len. Zelfs een ja,gende sperwer ging op een paaltje 1 meter naast de luid
spreker zitten, a,l rondkijkend waar die leeuwerik toch was. Ook 2 krams
vogels wisten we te verschalken. Beide vogels zaten eerst tien minuten
roerloos naa,st het net te luisteren. Tenslotte kon één z'n nieuwsgierig
heid niet bedwingen en vloog boven op de geluidsbron, direct daarop ge
volgd door de andere.
Ook met andere soorten experimenteerden we o.a. boomleeuwerik, boom
pieper, kneu en graspieper.
I*6 graspieper willen we volgend seizoen uitbreiden en er wat vroeger
m de herfst mee starten. Me konden het gevangen aantal, vergeleken met