- 3 - is lid, de heer S.Moe 1 ijker te Schuddebeurs, ontfermde zich in de zomer van 163 over een jonge blauwe reiger die uit een nest was gewaaid. Moelijker eekte de vogel en ringde hem. In het najaar van dat j-aar vertrok deze rei- r. Op 25 november 1967 vond men de vogel dood bij één der inlagen in de iurt Van Zierikzee. Vermoedelijk was deze reiger geschoten. i eerste voorjaarsboden zijn als regel de veldleeuwerikken die ook dit sei- en weer vroeg te zien waren n.l. op 14 januari. Ook de eerste graspiepers rden omtrent die tijd waargenomen. 15 februari kwamen de kieviten op het eiland terug en terwijl we dit schrij- n zijn de bekende broedterreinen weer overal door de kievit bezet. •ote lijsters zagen we dit voorjaar voor het eerst op 20 februari en wel te lamstede eerste witte kwikstaart werd te Haamstede gezien op 5 maart j.l. •utto's werden voor het eerst op 6 ma,art in de buurt van "Biesterveld" ge-, .en. n klapekster verbleef op 10 maart j.l. in het dennenbos te Renesse. kluten keerden in de inlagen terug tegen het eindë van februari. Thans n deze fraaie vogels weer overal op de broedterreinen te zien. n bijzondere waarneming was die van een rode wouw te Renesse op 15 maart j.l. ze mooie roofvogel, die van zeer dichtbij kon worden geobserveerd, deed zich goed aan een gevangen spreeuw. In onze vogellijst staat deze vogelsoort s "dwaalgast" aangetekend. acht offers onder de vogels. durende cTe afgelopen winter vielen weer veel vogels als slachtoffer van het rkeer. Zoals altijd was de weg tussen Zierikzee en Haamstede weer een gevaar te oversteekplaats voor de vogels die deze weg kruisten. Ons lid, de heer 'Ot te Noordwelle,- heeft zich de moeite getroost deze slachtoffers onder de gels zoveel mogelijk te tellen. V/ij hopen t.z.t. zijn bevindingen in dit blad kunnen opnemen. k de brug over de Oosterschelde blijkt - vooral bij mist - een opstakel voor vogels te zijn. Zo rapporteerde ons de heer Schoonakker te Zierikzee, die t hoofde van zijn beroep veel op die brug vertoeft, dat op 29 februari j.l. dichte mist op de rijbaan van de brug verongelukten: 28 vogels. Het waren scholeksters en 3 (vermoedelijk) 'zilverplevieren. Tellingen, we'lke iedere zaterdag van de maand in de afgelopen winter op het gehele stra,nd werden houden, hebben uitgewezen, dat deze winter aan de Schouwse kust niet veel gels als slachtoffer van stookolie zijn gevallen, Hieronder volgt een opgave ,n de tot nu toe opgegeven aantallen: arte zeeeend: 15 stookolieslachtoffers en 4 waarvan de doodsoorzaak niet ststaat; Jan van Gent 1, mantelmeeuw 2, Zeekoet 4, roodkeelduiker 1, man- Ulmeeuw 3scholekster 1, meerkoet 3, merel 1, stormmeeuw 5, wilde eend 1, pieteenmeeuw 1, knobbelzwaan 1, toppereend 1, kokmeeuw 1 en 3 meeuwsoorten |ie niet meer konden worden gedetermineerd. [Qgeltrek over de dammen: In Sterna van december 1967 maakten wij melding van F" feit dat, naar mate 3e dammen ter afsluiting van de zeegaten hun vol- soiing naderen, de trekwegen der vogels zich over die dammen zijn gaan rich- |a. "Gezien de ervaring in de laatste jaren lag dit in de lijn der verwach- Ingen" zo schreven wij. Hieruit bleek uiteraard niet, dat deze ervaringen tor ons persoonlijk waren opgedaan, maar hebben wij teruggegrepen op o.m. de Irvnemingen die de laatste jaren werden gedaan door ons lid, de heer Wedts ik Swart te Middelburg, die van deze trekwegen een uitvoerige studie maakte I daarover in tal van tijdschriften en dagbladen publioaties het licht deed ■en. i winterdag langs de inlagen I eerste sneeuw van het winterseizoen had Schouwen het aa,nzien gegeven van Ia Breugheliaans winterlandschap, toen we de helling bij de Herenkeet opre- la, om te zien of er in dit seizoen langs de inlagen iets te beleven zou Ir. Het eerste wat ons opviel, was dat de akkers steeds witter werden, naar- Ite ze verder van ons verwijderd lagen. De sneeuw op de velden, die langs de lekant lagen, was al wat gesmolten, maar verderop lag ze nog in ongerepte Ic,chtWe hadden wel eens gehoord van de invloed van het zeewater op de tem— ■ratuür langs de kusten. Hier zagen we een prachtige illustratie daarvan. Bar zich in de kreek vóór het oude stoomgemaal sle»hts een enkele kluut ■woog - hoe mooi ook - en links, op de Oosterschelde helemaal niets dob- |rde, verplaatsten we ons tot voor het moerassige weiland westelijk van het n

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1968 | | pagina 3