al mee houden dat deze zich pardoes naar "beneden lieten vallen* zodat men eerst los kon laten indien men de arm bijna geheel door het kijkgat naar neden had gebracht. Na afloop van de vangst, omstreeks 04,00 uur - water was toen reed3 over het gehele schor gelopen - werden de vogels i manden naar de kant van de weg gebracht, waar ze in het licht van de zouden worden geringd. Voor de diverse soorten waren ringen van verschi lende diameter aanwezig. De nummérs van de ringen werden te b.oek gestel met vermelding van soort, ouderdom - juveniel of adult - geslacht (kemj en maten van vleugels en snavel (tureluur). Het ringen zelf leverde weinig moeilijkheden op. De kleinere soorten li men goed vasthouden, terwijl de scholekster alles gelaten toeliet, zelf werd hij (zij) niet vastgehouden. Indien men hem op zijn poten wilde zettf deed hij dit niet, maar liet zich zakken en ging liggen. Onze vriend de wulp echter was heel wat rumoeriger. Men had alle kra nodig om hem in toom te houden als hij met zijn zeer krachtige vleugels slaan. Vooral het bekijken van een uitgespreide vleugel was hem in het niet naar de zin,"wat hij overduidelijk liet blijken door krachtig tegen spartelen, hetgeen hem overigens niet veel hielp. Van de tureluur hadden wij twee geografische vormen gevangen; namelijk kleine lichtgrijze, de noordoostelijke vorm en onze "eigen" tureluur, de forsere bruine. Nadat wij aanvankelijk dachten, dat wij vier bonte strandlopers gevange den, bleek ons bij het lampelicht dat één van deze strandlopers een kroi strandloper (Calidris testacea) was. Dit was een bijzondere vangst omda1 soortgelijke vogel nog slechts éénmaal hiervoor gevangen was. n Ook de regenwulp was een buitenkansje, alsmede de steenloper (Arenari I interpres), die zeer weinig gevangen wordt. In totaal werden 44 vogels gevangens 4 wulpen; 1 regenwulp; 10 schol 5 kemphanen; 17 tureluurs; 1 zwarte ruiter; 3 bonte strandlopers; 1 kaï strandloper; 1 krombekstrahdloper en 1 steenloper. Wat het vrijlaten van de vogels betreft, dit leverde weinig moeilijkhe 'öp. Tegen de wind schuin omhoog gegooid waren zij zo verdwenen. De sohoj ster was hierbij echter een zeer moeilijke klant. Vaak haalde de vogel h( niet en streek dan enkele tientallen meters verderop weer neer. Hij moe dan weer opgehaald worden en opnieuw in de lucht geworpen worden. Toen het licht werd - het liep reeds tegen half zeven - was het ringi klaar en konden wij, na een betrekkelijk goede nacht, naar huis terug ke Zierikzee J.W .Eckhard| Ter attentie Met het broedseizoen 1968 in het vooruitzicht, doet het bestuur var- Vogelwacht wederom een beroep op alle leden, om er toe mede te werker- de vogels in hun omgeving met rust gelaten worden. Gelukkig zijn er nog. wat controleurs Vogelwet op Schouwen-Duiveland, maar zij dienen hun aam dacht in hoofdzaak te richten op de natuurreservaten en het is niet we mogelijk, dat zij overal tegelijk kunnen zijn. Nog maar al te vaak worden jes van zangvogels verstoord door jongelui. Ook met windbuksen wordt n maar al te vaak op vogels geschoten. Vaak geschiedt dit heimelijk van ai ter woningen of schuurtjes. We zouden onze leden willen aanraden, bij o: dekking tegen bovenstaande handelingen op te treden. Een goedgekozen vB manend woord is dikwijls al voldoende, om de verkeerde handelingen te df ophouden. In bepaalde gevallen dient - zonodig - een beroep op de poli' te worden gedaan. De broedtijd duurt maar enige maanden en gedurende die korte tijd moet. h< toch mogelijk zijn, dat op Schouwen-Duiveland, met zijn vogelbescherming® wacht, de vogels met rust gelaten worden. Werk er allen toe mee, om deze rust te verkrijgen! Evenals voorgaande jaren houdt de redacteur zich weer aanbevolen vooi opgaven van waargenomen zomervogels, zoals koekoek, zwaluwen, enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1968 | | pagina 6