De BLAUWE BEIGES Velen hebben hem gezien, maar weinigen kennen de blauwe reiger. Dit is overigens niet verwonderlijk als men zijn schuwheid in aanmerking neemt. Bem te zien is zeker op ons eiland geen al te groot probleem. Enkele pa ren broeden elk jaar weer te Schuddebeurs en ook buiten het broedseizoen is hij regelmatig in kreken, sloten en inlagen aan te treffen. De blauwe reiger is in Europa de meest voorkomende reigersoort. Het geslacht "Ardea" wordt hier als tweede soort vertegenwoordigd door de purperreigers. De overige "Ardea"-rsigers van de wereld zijn: 1Grote blauwe reiger 2) Zuid-amerikaanse blauwe reiger 3) Withalsreiger 4) Kitkopreiger. 5) Zwartkopreiger 6) Koningsreiger 7Reuzenreiger. 8) Keizersreiger 9) Grauwe reiger Noord-Amerika Zuid-Amerika; Australië; Australië Afrika en Madagaskar; Madagaskar; tropisch Afrika; Zuid-Azië vanaf Birma tot Noord-Australië. De blauwe reiger broedt in kolonie- verband in bomen, terwijl in Neder land (Mui-TexelZwanewater-Callants- oog) Denemarken en Oostenrijk rietko lonies bekend zijn. De jongen in deze rietnesten vertonen echter hetzelfde gedrag als de boomreigers. Bij gevaar drukken ze zich namelijk in plaats van te vluchten, zoals het ae^echte" rietreigers (roerdomp) betaamt. Na terugkeer op de broedplaats bezet ten de mannetjes de oude nesten, te beginnen bij het grootste. Zijn er te kort dan zullen nieuwe nesten ver vaardigd moeten worden,wat door man netje en vrouwtje gezamenlijk gebeurd. Met tussenpozen van twee dagen wor den drie tot vijf eieren gelegd. Het broeden begint meestal na het eerste ei en na een maand kruipt het laat ste jong naar buiten. Weer een maand verder verlaten de jongen - waarvan er in verband met voortdurende broe derstrijd meestal slechts drie over blijven - voor de eerste maal het nest en als ze de leeftijd van twee maanden bereikt hebben kunnen de rei gers, kompleet met ingetrokken hals, vliegen. Ze kunnen dan, zoals het heet, hun schadelijk leventje beginnen. Uit recente wetenschappelijke onderzoekingen ir echter komen vast te staan dat ie reiger volkomen onschadelijk is. Per dag neemt een volwassen reiger on geveer 330 gr voedsel tot zich, dat voor twee derden bestaat uit larven an do geelgerande watertor (schadelijk voor de visserij), libellen en klei ne knaagdieren. Veldmuizen worden in grote hoeveelheden aan jonge reigers gevoerd. Bij het water vangen de blauwe reigers zwemmende oppervlaktedie- ren (alvertjes en kleine witvissen). Bodemvissen (karper), nachtvissen aal) en stilstaande vissen (snoek) lopen daarom geen gevaar. BSeuwg.Reiges. op. A-r<*e c.t n r e<x

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1970 | | pagina 5