De SCHOUWSE HEIDE Verwacht niet geachte lezer dat hier een verhaal volgt over onafzien bare vlakten ergens in Schouwen, in de zomer getooid met het prachtige paars-rose van de struik- en dopheide, waar romantisch aandoende, kousen- breiende schaapherders hun wollige kudden bijeen houden. Maar toch is er in Schouwen een heide Zij het dan in de bescheiden omvang van nauwelijks twee hektaren. Het is een terrein aan de westzijde van de Vroonweg (de weg Haamstede- Renesse), ongeveer ter hoogte van "Biestervela". Deze plaatsaanduiding is natuurlijk niet bedoeld om straks iedereen erop uit te sturen hier grote bossen heide te gaan afrukken Integendeel, we wilden juist verzoeken ook dit terfein niet te betreden, daar het behalve door zijn plantengroei ook door zijn vogels en insekten van belang is voor wetenschappelijk onderzoek. Het is dan ook een beschermd natuurgebied. Plantkundigen, die lange tijd Schouwen niet bezochten, vroegen wel eens hoe die heide hier zo ineens is ontwikkeld. Bij de antwoorden die dan werden gegeven werden meestal meerdere oorzaken opgegeven die voor deze ontwikkeling verantwoordelijk zouden zijn. In de volgende regelen willen we daar wat nader op ingaan. Eerst nog de vraag "Kwam er dan vroeger in het Schouwse duingebied al geen hei voor?" In mijn jonge jaren zou ik deze vraag met een voorzichtig "ja" hebben beantwoord. Want in mijn H.B.S.-tijd (1919 _l24)> toen tot onze "plant- en dierkundige verplichtingen" o.a. behoorde het samenstellen van een herbarium, was er een leerling die in dat werkstuk met een takje ge droogde struikheide aankwam, gegroeid naer hij zei bij Renesse, Schrijver dezes heeft ze er nooit gevonden, maar tot een grondig afzoeken van het gebied rondom Renesse is hij nooit ge komen, Oudere lezers uit die plaats zouden echter ongetwijfeld hierover nog wel nadere inlichtingen kunnen verstrekken. Na vele jaren, waarin ik me slechts op pervlakkig met de plantenstudie had kunnen bemoeien, kwam ik bij toeval te weten dat er toch struikheide op Schouwen voorkwam. Dat was in 1937. Wijlen de heer G.J.Boot had toen juist zijn huis laten bouwen ten zuiden van de boerderij "Biesterveld". Bij een bezoek dat ik de familie in de zomer bracht zag ik op de tafel een bloemenvaasje met een takje bloeiende struikhei. Nieuwsgierig vroeg ik of men naar de Brabantse heide was geweest. Ten antwoord nam mevrouw Boot mij mee naar een plekje, ongeveer 300 meter zuidelijk van de woning, waar circa 3 m^ struikhei groeide. Het waren fors gegroeide oude "struikjes". Toen ik dit later eens besprak met mijn schoonvader, geboren op de boerderij "De Driehoek" en geruime tijd eigenaar daarvan alsmede van het bewuste stuk "duinpolder",en dus ter plaatse goed bekend, vertelde deze me dat ongeveer bij de plaats waar de struikheide groeide heel vroeger een huisje stond, bewoond door een uit het Belgisch heidegebied afkomstige landarbeider. Zou deze bij zijn verhuizing naar hier misschien op een of an dere manier voor de verspreiding van de struikhei hebben gezorgd? In ieder geval stond ze er al tijdens de eerste wereldoorlog, want mijn vrouw, die in

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1970 | | pagina 8